‘Zit ik daar, in het bejaardentehuis: Dúúús, heb ik worstjes op mijn borstjes…’

-

Heleen is verslaafd aan roddelbladen maar wordt, nu haar hoofd vol raakt met niet ter zaken doende kennis, gekweld door een verontrustende dwanggedachte.

Ik weet niet waarom Ria Valk opeens weer opdook in ‘de bladen’, ze zal wel 90 of 100 zijn geworden of zoiets, maar het beviel mij allerminst. Dit omdat ik haar nooit heb vergeven voor het lied waarin de strofe Dus heb ik worstjes op mijn borstjes voorkwam. Ria kan best een schat van een vrouw zijn, maar er is iets… Nou ja, dat kun je zo hebben, laat ik het daar op houden. Een ander bij wie ik datzelfde gevoel heb is Marianne Weber. Daar wil ik ook niets over weten, al moet ik zeggen dat er aan haar wel een fascinerend dingetje zit: ze is lesbisch (dat is niet fascinerend) en is sinds ze geen relatie meer heeft, ingetrokken bij een oud-voetballer die samenwoont met zijn vriend. En dat stel heeft samen, ik citeer: ‘een mooi en hartstikke handig bedbankje in elkaar geschroefd’ en nou, daar woont Marianne tegenwoordig. Over die constructie wil ik ook niks weten, maar toch denk ik iedere keer als haar naam ergens opduikt: oh,ja, dat is zij met dat bedbankje bij die voetballer.’

Alweer een zuiver gevalletje van hersenvervuiling, deze kennis.

Als het om mensen als Ria Valk of Marianne Weber gaat en ja, sorry Conny Vink, ook jij, vind ik dat er iets uitgevonden moet worden waardoor je dingen uit je geheugen kunt wissen, zoals in die mooie film Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Stomme exen, gênante flaters, idiote ruzies, nutteloze bedbankjes-kennis, nare herinneringen, hop, weg ermee. Neemt allemaal ruimte in die je voor veel leukere dingen kunt gebruiken. En dat geldt ook voor liedjes die je nooit meer wilt horen, maar die zelfs na vele decennia nog in je hoofd opduiken. Zoals Worstjes op m’n borstjes van Ria Valk en – ook erg – De Toeteraar  van Conny Vink. (Gelukkig heb ik geen idee wat Marianne Weber zingt.)

Ik heb namelijk gelezen dat er, zelfs in het laatste stadium van Alzheimer, twee luikjes in je hoofd nog wel open kunnen gaan: die van muziek en de andere weet ik niet meer, maar ik gok op geur. Sindsdien word ik gekweld door de dwanggedachte dat ik – stel dat en God verhoede het – Alzheimer krijg en in een instelling zit. En dat ik daar in de gezelschapsruimte wat zit te soezen, opeens m’n hoofd optil en door de ruimte schal: ‘Jaaaa, ik heb worstjes op m’n borstjes, preitjes op m’n dijtjes, karbonaadjes en salades op mijn bil!’ En dat de verzorging dan tegen elkaar zegt: Oh god, mevrouw Spanjaard is weer bezig. En dat ik dan in bed word gelegd waar ik om drie uur ‘s nachts uitbarst in: ‘Maar dan! De toeteraar, die man met z’n tuba van boven! Die blaast, ’t is even maar, M’n droom met een klap uit mekaar!’

En dat ik dan dood ga – mijn laatste woorden zijn vermoedelijk: ‘En op mijn hoofd een haantje uit de grill‘ – en dat de begrafenisondernemer vraagt: Van welke muziek hield de overledene? En dat de verzorging daar geen seconde over hoeft na te denken en antwoordt: Ze was dol op Ria Valk en Conny Vink. Ja, hoe ouder hoe gekker, haha!

Waar ze helemaal gelijk in hebben, trouwens. En dat een paar dagen later, terwijl mijn kist in de aula richting oven daalt, keihard door de ruimte schalt: ‘Dúúús, heb ik worstjes op mijn borstjes…’

Over nachtmerriescenario’s gesproken.

Lees ook: Een staande ovatie voor Patricia Paay, de onverwoestbare

gifgif
Heleen Spanjaard
Heleen Spanjaard
Heleen Spanjaard (65) woont in het noorden van het land, staat bekend als verklaard sporthater, maar loopt zich dagelijks suf met de hond en klimt iedere week op een paard. Is dol op poezen, lezen, jurken en witte wijn, en kampt al decennia met een hardnekkige Bold and the Beautiful verslaving.

RECENTE ARTIKELEN