Ik ben 50 en wil leuker werk

-

Je bent eind veertig, begin vijftig en uitgekeken op je baan. Dan zit er maar een ding op: radicaal het roer omgooien. Hoe eng het ook lijkt, reken maar dat je wordt beloond voor je moed. Saar-hoofdredacteur Barbara van Erp weet er alles van.

Ik zie overal om me heen 50+vrouwen worstelen met hun werk en dat verbaast me niets. Als we in de twintig zijn studeren we en krijgen onze eerste serieuze baan. Na ons dertigste werken we aan carrière en gezin. Als veertiger pieken we – maar wat als je vijftig bent? Hoe ziet je werk er dan uit?

Om mij heen zie ik drie scenario’s.

1) Vrouwen die al jaren dezelfde baan hebben. Prima salaris, beter wordt het niet, maar ondertussen zijn ze ongelukkig. Op vrijdag gaan ze opgelucht het weekend in, zondagavond denken ze: morgen moet ik weer. Ze beseffen dat ze in hun huidige functie hun uiterste houdbaarheidsdatum hebben bereikt maar durven uit angst voor het onbekende niet te bewegen. Opgesloten in een gouden kooi.
2) Vrouwen die hun baan door een reorganisatie zijn verloren. Ze zijn misschien opgelucht uit hun lijden te zijn verlost, maar blijven in dezelfde hoek zoeken naar werk. Ze accepteren vaak werk beneden hun stand, gaan minder verdienen maar denken: ik moet toch wat. Zo ploeteren ze door.
3) Vrouwen die de grote stap hebben durven zetten. Ze waren uitgekeken op hun werk, hebben een crisis doorgemaakt, coaches geraadpleegd en trainingen en cursussen gevolgd om zichzelf te ontwikkelen. Na lang wikken en wegen, besloten ze een stevige carrièreswitch te maken. Ze doen hetzelfde werk, maar dan in een heel andere vorm. Die vrouwen zijn het gelukkigst.

Natuurlijk, ik overdrijf een beetje. Er zijn genoeg vrouwen die kabbel de kabbel naar de eindstreep gaan, maar bij die groep vraag ik me af wat je zou zien als je er met een vergrootglas naar kijkt: dromen ze stiekem over ander werk, een vrijer bestaan?

Ik was zo iemand die al op zondagmiddag buikpijn kreeg bij de gedachte aan de maandag die zou komen. Ik bleef in dezelfde banencirkel ronddraaien en ging van de ene baan naar de andere, maakte stapjes omhoog en naar beneden. De tijdschriftenwereld waarin ik werkte, was alleen maar aan het krimpen. Hoe ouder ik werd, hoe minder banen er beschikbaar waren. De functies die ik ambieerde waren op één hand te tellen en gingen allemaal naar mensen die al in vaste dienst waren.

Halverwege de veertig deed ik nog één poging om een droombaan te bemachtigen. Toen ik in de laatste ronde werd afgewezen, viel ik een diep, zwart gat.

Om me heen zag ik steeds meer redacteuren die zich lieten omscholen voor het onderwijs. Als ik me kwaad maken kreeg ik altijd wel een tijdelijke klus, maar ik wist: het wordt hoog tijd het cirkeltje te doorbreken. Als ik iets wil veranderen, is nu de tijd.

Ik werd doodongelukkig van het op-en-neer reizen naar mijn werk. Met de trein naar een lelijk kantorencomplex. Een kantine met kroketten op vrijdag. De spanningen tussen collega’s onderling. Een draak van een chef. Overal waar ik werkte zat er wel een heks die iedereen het leven zuur maakte. Als je nog iets wilt opbouwen, steeds een stapje hoger wilt op de carrièreladder, neem je dat voor lief, maar als je richting vijftig gaat, is je max bereikt – je wilt die shit gewoon niet meer.

Het was duidelijk: ik moest iets anders gaan doen en helemaal opnieuw beginnen. Een complete switch leek me niet  handig. Ik wilde toch graag mijn kennis en ervaring meenemen. Zo belandde ik in een zoektocht die een paar jaar duurde. Om geld te verdienen werkte ik freelance voor verschillende bedrijven. Ondertussen volgde ik cursussen en las boeken met titels als Dromen, durven, doen en Dit wordt jouw jaar. Ik verzamelde moed om opnieuw te beginnen, maar had geen idee in welke richting ik het moest zoeken.

Om mezelf toch te vernieuwen was ik ondertussen een blog begonnen. Ik heb het bladenmakenvak geleerd in de wereld van het papieren tijdschrift en wilde me verdiepen in de nieuwe wereld van de online magazines die toen in opkomst waren.

Om te beginnen bestudeerde ik wat er al was: hoe pakten grote bedrijven het online uitgeven aan? Hoe vonden mensen de weg naar je site? Wat staat er voor content op een site? Hoe verdien je eraan? Alles was nieuw. Ik las alle blogs over het onderwerp en verslond talloze nieuwsbrieven. Ik leerde op YouTube hoe je makkelijk zelf een website in elkaar zet en koppelde er een Facebookpagina aan. Ik schreef stukjes voor mijn blog en plaatste ze door op Facebook. Ik keek hoeveel reacties er kwamen op een blog. Waren het er weinig, dan analyseerde ik waarom dat zo was en zorgde ervoor dat de volgende blog meer reacties kreeg. Ik las elke dag artikelen over online ondernemen. Zo leerde ik dat Google Analytics onontbeerlijk is als je precies wilt weten hoeveel bezoekers je trekt. Op YouTube vond ik een video die uitlegde hoe je een Google Analytics-code op je site zet. Ik leerde hoe je met een piepklein advertisingbudget meer bereik krijgt op Facebook. En zo bouwde ik langzaam maar zeker aan een succesvol magazine met 350.000 unieke bezoekers per maand. Terwijl ik ploeterde voor opdrachtgevers en me voortdurend afvroeg wat ik nou met mijn leven moest, had ik ongemerkt een bedrijfje neergezet. En toen ik doorkreeg hoe je daarmee geld kunt verdienen, gooide ik het roer om: dit werd mijn werk.

Ik kon iets, iets nieuws. Iets wat nog maar weinig mensen deden. Ik besloot meer online magazines te gaan maken, waaronder saarmagazine.nl. Ik huurde een kantoorpand aan een Amsterdams grachtje en kreeg personeel. En toen gingen de lezers van saarmagazazine.nl ineens allemaal bellen om te vertellen dat ze ook graag een papieren tijdschrift wilden. En dat zijn we gaan maken.

Nu werk ik dus net als vroeger voor een papieren magazine, maar onder radicaal andere omstandigheden. Ik ben mijn eigen baas. Ik moet hard werken, maar bepaal zelf waar en wanneer. Ik ben vaak thuis als de pubers uit school komen. Ik kan net zo vaak en zo lang op vakantie als ik wil (ook al werk ik dan door). Ik ga midden op de dag naar de sportschool. Ik hoef niet elke dag naar een sfeerloos kantorencomplex op een industrieterrein. Ik heb geen draak van een chef. En als een van mijn werknemers lanterfant of een heks blijkt te zijn, verleng ik haar contract niet.

Er is moed nodig om te veranderen. Doorzettingsvermogen. En tijd, veel tijd. En toch ben er ervan overtuigd dat iedereen het kan, in elke situatie, hoe uitzichtloos die ook lijkt. Juist als je eind veertig, begin vijftig bent en ongelukkig in je werk, is het de moeite waard. Je pensioen is dan nog heel ver weg, je bent jong genoeg om nieuwe dingen te leren en daarvan te genieten.

Stop alsjeblieft met denken dat je te oud bent. Dat niemand je meer wil hebben. Neem een voorbeeld aan mensen die het tegendeel bewijzen. Die wel een leuke nieuwe baan kregen of voor zichzelf begonnen. Neem een coach, lees boeken en blogs over verandering, luister naar podcasts en volg trainingen en cursussen. Praat met anderen over je dromen. Vraag hoe ze jou zien, wat ze bij je vinden passen. Herontdek jezelf. Ga er in het weekend en in de avonduren mee aan de slag. Schrijf. Lees. Doe.

Je hebt slechts één leven, maar van je werkende leven kun je er twee maken of drie. De komende twintig, dertig jaar is te kort om langer te wachten met actie. En te lang om met angst en beven uit te zitten.

 

 

gifgif
Barbara van Erp
Barbara van Erp
Barbara van Erp (54) is oprichter van Saar Magazine en bekend van De Saarpodcast. Ze is journalist, ondernemer en podcastmaker. Ze is getrouwd met Thomas en moeder van pubers Felix en Morris. Ze woont in hartje Amsterdam en is gek op pilates, ruige outdoorvakanties met haar jongens, witte wijn en eten met vriendinnen.

RECENTE ARTIKELEN