Hartverscheurend: Irma’s buurmeisje van vroeger is jong dementerend

-

Lang geleden, toen Irma nog een kleuter was, was José haar buurmeisje. Al vanaf Irma’s geboorte maakte ze deel uit van haar leven. En toen hoorde ze ineens dat José jong dementerend is.

José is een paar jaar ouder dan ik. Altijd al een beetje kwetsbaar. Maar met een lieve man en een rustig leven ging het allemaal prima. Tenminste, dat dacht ik. Want we trouwden allebei, kregen kinderen, ik verhuisde 100 kilometer verderop en het contact verwaterde. Tot ik een paar weken geleden haar man vond op Facebook. Ik voegde hem toe, vroeg hoe het ging. Wachtte op verhalen over kleinkinderen en vakanties. Maar dat pakte anders uit.

Ja, er is een schattige kleindochter, vertelt hij. En er zijn verhalen over talloze mooie vakanties op de motor. Maar die reizen zijn verleden tijd. José is al twee jaar opgenomen in een zorgcentrum. Jong dementerend. Thuis voor haar zorgen was niet meer te doen, maar eigenlijk is ze nog te goed, ze weet waar ze is en wil daar niet zijn. Daarom kan ze soms heel boos en verdrietig zijn.

Daar schrok ik van. Mag ik komen, vroeg ik hem. Hij twijfelde. “Ze kent je vast en zeker nog, maar misschien wordt ze er ook heel verdrietig van.” Na een paar weken mailde hij: José is volgende week jarig, ze wordt 60. Als je erbij wilt zijn, ben je welkom.

Dus ging ik. Blij dat ik haar kon zien, maar ook wel wat nerveus. Zou ze mij nog wel kennen, zou ze het wel leuk vinden om mij te zien… Met bloemen en chocola stapte ik het zorgcentrum binnen. Gesloten afdeling. En daar stond ze. Uiterlijk gewoon nog de José die ik kende. Ze pakte me vast en huilde. Ik net zo hard mee, natuurlijk. “Ik ben zo blij je te zien,” zei ze. Wel tien keer. We aten taart, ik liet foto’s zien van mijn kinderen. “Ik mag niet meer naar buiten”, zei ze verdrietig. “Want ik ben een keer weggelopen. Nu zit ik hier opgesloten. ’s Nachts gaat de deur van mijn slaapkamer op slot. Dan ben ik alleen, dan ben ik bang.”

Als we later even samen naar haar kamer lopen, vertelt ze zachtjes dat ze een zelfmoordpoging heeft gedaan. “Ik wil hier niet meer zijn.” “Eentje?” verzucht haar man later. “Wel veertig of vijftig.” Het breekt mijn hart. In het zorgcentrum hou ik haar vast, probeer haar aan het lachen te maken. En ze lacht, stralend. “Ik heb zo’n fijne verjaardag, ik ben zo blij dat jullie er zijn.” Om dan meteen om te slaan en er in tranen aan toe te voegen: “Maar ik wil liever thuis zijn. Ik mis de hond zo.”

Na een uurtje vertrekken we weer. Nog even een afscheid. “Mag ik terugkomen,” vraag ik haar. Ze knikt: “Ja, heel graag”. Ik beloof het. Thuis lig ik er nog lang wakker van. José is een van de liefste, grappigste en trouwste personen die ik ken, ik gun haar zoveel meer. Al die kleine dingen die zo vanzelfsprekend lijken: in slaap vallen naast je partner, gaan wandelen met de hond, kunnen gaan en staan waar je maar wilt. Een ding is zeker: dit keer laat ik het contact niet meer verwateren.

Lees ook: O jee, ik zal toch niet dement worden

gifgif
Irma van Schaijk
Irma van Schaijk
Irma is 53, heeft een latrelatie met Rob (al lijkt het soms meer op samenwonen) en woont in Bergen op Zoom. Haar vier kinderen zijn het huis uit, maar gelukkig zorgen twee katten en een ondeugend teckeltje voor genoeg leven in huis. Ze werkt als journaliste en heeft haar eigen tekstbureau.

RECENTE ARTIKELEN