Juliette wordt hitsig van kookporno – en ze is niet de enige

-

Als Juliette in haar bedje kruipt, verlustigt ze zich aan de mooiste recepten en valt totaal bevredigd in slaap. Heel raar. Echt heel raar. Hoewel er meer mensen schijnen te zijn met zo’n geheim leven. 

LEES OOK: 30 tragische gedachten van een mislukte vegetariër

Voor me staat een kartonnen doos van een halve meter hoog. Hij zit tjokvol uitgeknipte recepten. Grauwe uit de kranten, kleurige uit bladen en folders. De oudste knipsels zijn uit 1981, het jaar dat ik het huis uitging en op kamers ging wonen. Meer dan een half leven ben ik bezig die doos te vullen. Geen krant of tijdschrift of supermarktblaadje ging de deur uit zonder dat ik ze met de schaar te lijf was gegaan. De dingen die mij lekker leken, knipte ik ijverig uit om een keer te maken.

37 jaar lang.

En ik heb nooit één recept echt gemaakt.

Toch heb ik er best plezier aan beleefd. Recepten lezen is een genot op zich. Ik knip ze uit en bedenk dat ik die ga maken voor een tafel vol vrienden. Op zo’n ideale avond, zo’n zwoele zomeravond op het terras (ik heb geen terras) of knusse winteravond voor de open haard (ik heb geen open haard) dat alles lukt en iedereen is aardig en uitgelaten en ik heb zo’n lange tafel gedekt met wijn en kaarsen en overvolle schalen en er wordt door die grote groep vrienden en familie gekletst en gedronken en heel lekker gegeten en veel gelachen en ik ben, in een kek schortje, het middelpunt van dit feestje. Zoals je in tijdschriften ziet. Of in Italiaanse films.

Het is iets wat in het echt niet gebeurt (ik sta daar radeloos met ontploft haar en ontplofte hersens een ontplofte soufflé te redden) maar je wordt wel opgewonden als je ernaar kijkt en erbij fantaseert. Die recepten, dat is je reinste kookporno.

Maar ik maak die recepten dus nooit. Als er mensen komen eten, maak ik gewoon de stoofschotel die mijn moeder ook maakte en een lekkere salade van wat ik toevallig op de markt tegenkom, of iets wat snel gaat en waarvan ik weet dat ik het goed kan, of iets wat ik ooit bij een vriendin heb gegeten die het recept op een kladje aan mij heeft meegegeven of mijn lamskoteletten à la Juliette die ik altijd maak, en Jamie Olivers aardappeltjes met rozemarijn. Dat ene recept uit die drie dikke boeken van Jamie Oliver die bij mij in de kast staan, ja. Want naast die doos slapende knipsels bezit ik ook een hele rij kookboeken, en heel, heel soms máák ik er zelfs iets uit, maar niet zo vaak. Ik lees het hele kookboek van voren naar achteren en weer terug, watertandend en fantaserend hoe lekker het is en hoe ik dat allemaal aan die grote tafel vol vrienden ga serveren, maar dat gebeurt zelden. In plaats daarvan lees ik kookboeken in bed, om met een verzaligde glimlach mee in slaap te vallen. Ik noem het niet voor niets kookporno.

Laatst las ik tot mijn opluchting ergens dat ik niet de enige ben. Dat de gemiddelde Nederlander gemiddeld uit elk kookboek in de kast één recept maakt. Daar kon ik helemaal inkomen, met mijn Jamie Oliver-aardappeltjes. (Waar ik eigenlijk dat hele kookboek niet voor nodig heb, om te weten dat aardappeltjes lekker zijn met olijfolie en zout en rozemarijn. Alles is lekker met olijfolie en zout en rozemarijn.) Zelfs de kooknaslagwerken blijven grotendeels ongelezen in de kast staan, net als vroeger de Grote Winkler Prins die bij je ouders in de kast stond vooral vanwege het idee dat je er iets in zou kúnnen opzoeken, eventueel, al deed je dat bijna nooit. Zo ben ik ook dol op Johannes van Dam, maar vooral op het idéé van Johannes van Dam, want in al die jaren dat zijn Dikke Van Dam bij mij in de kast staat, heb ik er nog nooit iets in opgezocht. Ja één keer, en toen stond het er niet in. Ben alweer vergeten wat, dus echt belangrijk was het niet.

Ik heb de kookboeken van River Café, van de Two Fat Ladies, van Nigella Lawson. Ik kan me werkelijk verliezen in de fantastische recepten van Ottolenghi, maar geen haar op mijn hoofd denkt eraan alle 27 ingrediënten uit één recept in speciale toko’s te gaan scoren om er vervolgens een dag mee zoet te zijn in de keuken. Ondertussen laat ik wel de namen van die ingrediënten gulzig over mijn tong rollen. Za’atar. Granaatappelmelasse. Labneh. Tamarindepasta. Freekeh. Sumac. Bulghur. Rozenwater. Tahin. Harissa. Ik bedoel: het klinkt allemaal reuzegeil, maar het is me allemaal veel te ingewikkeld en dus blijft het, inderdaad: kookporno.

Tv-programma’s, die zijn eigenlijk ideaal. Ik kijk naar Jamie en Nigella en hoe ze ook allemaal heten, ik kan me helemaal voorstellen hoe hun eten smaakt en zie hoe ze het serveren (bij voorkeur aan van die lange tafels vol vrienden, op een terras of voor een brandend haardvuur) en dan is het programma afgelopen en dan heb ik nóóit de aanvechting hun recept op internet of in een boek op te zoeken en het ook te maken. Het is voorbij, ik heb mijn plezier gehad. Het was vluchtig genot, ik hoef het niet te bewaren, het was lekkere… inderdaad.

Ondertussen knipte ik maar door. Jaren en jaren. Het was een soort verslaving. En nu is de doos vol. Er kan geen knipsel meer bij. Ik moet er iets mee.

Leuk in tien multomappen bundelen? Daar ben ik weer tien jaar mee bezig. Tien jaar waarin ik ondertussen gewoon simpele omeletten bak en stamppoten en salades bij elkaar gooi zonder recept. Of even op internet opzoek hoelang ik een kip in de over moet garen.

Ik heb een kloek besluit genomen: het is tijd om de hele boel in één klap weg te doen. Niet meer naar kijken. Niet meer denken: misschien zit er nog wel iets heerlijks tussen. Ik hanteer de grove Marie Kondo-opruim-methode: ik neem de doos én mijn kookboeken, ik bedank ze hartelijk voor het plezier dat ze mij hebben verschaft en ik kieper ze in één beweging in de vuilnisbak.

Dag kookporno! Ik kan zonder je.

God, wat een opluchting.

En nu even de nieuwe Delicious lezen.

Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN