Zoals ik er vroeger voor hen was, zijn zij er nu voor mij

-

Jarenlang heb je voor je kinderen gezorgd. Ze overal naar toe gebracht, pleisters geplakt, handjes vastgehouden. En dan ineens zorgen je kinderen voor jou. Terwijl je toch nog lang niet in het bejaardenhuis zit!

Mijn kids zijn alle drie in de twintig en wonen op zichzelf. De jongste nog op een kamer van een paar vierkante meter, maar toch. Dagelijks voor ze zorgen is dus niet meer nodig. Dat doe ik nu als ze een weekend hier crashen. Dan zet ik kopjes thee, pers ik sinaasappels en maak ik eten met veel groente. Hebben ze tenminste even iets gezonds binnen.

Maar langzaamaan merk ik dat dat steeds minder nodig is. Ze regelen alles zelf, koken voor zichzelf en leven misschien nog wel gezonder dan ik. “Ik sta net mijn lunch voor komende week te maken, mam,” zegt mijn dochter als ik haar op zaterdag aan de telefoon heb. De schrik slaat me om het hart: dat zijn dan wel heel oudbakken boterhammetjes maandag. “Nee hoor, ik maak kip-avocado salade, en kook vast couscous”, zegt ze. Dat is weer eens wat anders dan mijn standaard-broodje-kaas.

En dan opeens loopt alles mis. Pieter krijgt het heel benauwd. Aangezien hij al jaren hartpatiënt is, gaan we linea recta naar de huisartsenpost. Daar leggen ze Pieter aan slangetjes en schermen en moet hij een paar dagen blijven. Er komen onderzoeken, opname in een ander, gespecialiseerd ziekenhuis. Ik race heen en weer tussen huis, werk en ziekenhuis. Mijn zoon belt. Mijn onverstoorbare, nonchalante zoon. “Gaat het wel met jou, mam? Zal ik komen? Weet je het heel zeker?”, vraagt hij lief. Ik red het wel, verzeker ik hem. Ik weet dat hij met de trein en bus moet komen en wil hem die reis besparen. Echt, ik bel als het niet lukt, beloof ik. Dat hoeft niet eens: hij belt iedere dag. En zijn zus, die dichterbij woont en een auto heeft, staat ’s avonds ineens voor de deur. “Ik laat Catootje wel uit en zo heb jij een beetje gezelschap.” Gezamenlijk kopen ze een cadeau voor Pieter: chocola, een boek om een beetje afleiding te geven en nicotinekauwgum, omdat hij nu toch echt eens moet stoppen met roken. Hij moet er een traantje van wegpinken (van ontroering of omdat hij er tegenop ziet om te stoppen. Dat weet ik niet heel zeker).

Hun lieve woorden en daden slepen me door een aantal moeilijke dagen. Zoals ik er vroeger voor hen was, zijn zij er nu voor mij. Zo lief. Later, als alles weer rustig is en Pieter weer thuis op de bank ligt, zitten we allemaal samen aan de keukentafel. Het gesprek komt op pensioenen. Omdat ik als freelancer heb gewerkt toen de kinderen nog klein waren en ik afstand heb gedaan van het pensioen van mijn ex, heb ik niet heel veel opgebouwd. “Daar hoef je je toch geen zorgen om te maken, mam,” zegt mijn jongste. “Tegen de tijd dat jij met pensioen ga, verdienen wij toch allemaal genoeg om jou te helpen.”

Hij heeft gelijk. Waar zou ik me zorgen om maken met zulke lieve kinderen!

gifgif
Noor Zuidema
Noor Zuidema
Noor Zuidema (52) woont samen met Pieter, heeft drie volwassen kinderen, een fulltime baan en een teckel die de macht heeft overgenomen in huis.

RECENTE ARTIKELEN