Haar grootmoeder stierf toen Irma een klein meisje was, maar ze heeft nog prachtige herinneringen. ‘Bij niemand voelde ik me zo gekoesterd.’
- Ze schonk limonade in theekopjes met een gouden randje, beschilderd met dames in roze lange jurken.
- Ze had een zak eierdopjes waarmee ik mee mocht spelen. Leuker speelgoed was er niet.
- In de blikken koektrommel zaten altijd koekjes.
- Als zij me omhelsde en tegen haar indrukwekkende boezem drukte, was ik compleet gelukkig.
- ’s Avonds stopte ze me heel strak in (onder een deken en laken).
- Dan lag ik in bed en hoorde haar beneden in de keuken rommelen.
- Op haar bed lag zo’n heerlijk zachte sprei.
- Ze maakte warme melk en haalde het vel eraf.
- Haar breinaalden tikten gezellig.
- Ze leerde mij breien en mopperde nooit als ik steken liet vallen.
- Haar theepot stond onder een theemuts.
- In de woonkamer stond een kacheltje dat de kamer heerlijk verwarmde.
- Op haar toilettafel stonden piepkleine parfumflesjes die ik mocht hebben als ze leeg waren.
- In de tuin van mijn grootouders stond een volière. Ik werd wakker van het zingen van de vogeltjes. Zo noemde ik ze ook: opa en oma van de vogeltjes.
- Voor ik naar bed ging, speelden we mens-erger-je-niet. En ik won altijd.
- Er hing zo’n lekker luchtje in huis. Iets met gesteven was, koffie die met de hand werd opgegoten en soep die uren moest trekken.
- In die soep zaten lettertjes waarmee ik mijn naam kon leggen.
- Niemand maakte zulke lekkere gehaktballen als oma.
- Samen wandelen in het park was het geweldigste uitje ever.
- Met als hoogtepunt de eendjes voeren.
- Als het mooi weer was, lieten we bootjes varen in een teiltje.
- ’s Nachts kreeg ik nachtsokken aan. Met een touwtje dat je vast moest knopen om ze niet te verliezen in je slaap.
- Oma droeg een prachtige, lange nachtpon.
- Ik kreeg pannenkoeken als ontbijt.
- En hoe ondeugend ik ook was, ze werd nooit boos. Vond mijn moeder het minder grappig, dan zei ze:‘Ach meid, laat dat kind toch.’
Lees ook: 45 dingen die ik ga doen als ik oma word