Suzanne wordt met haar neus gedrukt op de nog steeds bestaande klassenmaatschappij

-

Suzanne woont in een oude volksbuurt. Vroeger, toen ze nog ongelukkig getrouwd was en op stand woonde, durfde ze daar bijna niet doorheen te fietsen. Om de haverklap staken mensen over, zomaar en zonder te kijken, en met een beetje pech werd ze tegengehouden door een groepje jongeren…

Mijn fietszitje (toch nog enig respect voor) heeft me menigmaal gered. Maar dat is vijftien jaar geleden, de buurt is opgeknapt, er zijn leuke winkeltjes en restaurantjes gekomen, er zit een heerlijke zuurdesem bakker en een fantastische islamitische slager, en op het terras van de ijssalon komt iedereen samen. Scholieren in alle kleuren, soorten en maten groeten en omhelzen elkaar, want ze zijn samen opgegroeid. Je zou zeggen: iedereen blij.

Nou, niet de oorspronkelijke bevolking. Die moet er niets van hebben, al die yuppen. Als ik met Loulou door het park loop, samen met andere hondenbezitters, hebben ze de mond er vol van. Spreken hun afschuw uit over de yuppen die de buurt verpesten, met een knik naar mijn appartementengebouw. Wijzen naar de crèche aan de rand van het park – prachtige plek, ik heb mijn dochter Keet er destijds ook proberen op te krijgen, maar de wachtlijst was te groot – en hebben het erover hoe zielig het is, al die kinderen die daar de hele dag ‘gedropt’ worden. Een van de vrouwen had zo’n bakfietsmoeder tegenover haar wonen, nou, die zat altijd achter haar laptop, als ze al thuis was. Ze staarde vol minachting naar het kinderdagverblijf, wierp haar sjekkie op de grond en bromde: ‘Mijn kleinkinderen hoeven niet naar de crèche. Ik heb die van mij altijd opgevoed, nu die van mijn dochters.’ Zelf was ze een jaar of vijfenveertig. ‘Ze kenne beter zorgen dat die vrouwen geen ivf meer krijgen, in plaats van aan onze uitkering te komme.’

Als ze zo tegen me losgaan weet ik nooit of ik nou blij moet zijn dat ik blijkbaar niet voldoe aan het verachtelijke beeld dat zij hebben van ‘de yup’ – en wat verstaan ze daaronder, hogeropgeleiden? – of dat ik me beledigd moet voelen dat ze mij als een van hen beschouwen. Wie weet praten ze maar wat, zonder rekening te houden met de toehoorder. Meer mensen die veel klagen hebben daar last van.

Gisteravond deden Hoes en ik ons dagelijkse rondje park, met Loulou. Op een van de eerste bankjes die we tegenkwamen zat een jong stel. Voor haar leeftijd was de vrouw, ik schatte haar eigenlijk nog een tiener, al behoorlijk corpulent. Tegen het bankje stond een scootmobiel geparkeerd. Ook liep er, naar schatting, een driejarige rond. Het meisje rende achter Loulou aan, het meisje rende met ons mee, best ver. Al een paar keer keek ik naar haar moeder, die wel omkeek maar niet ingreep, ze was met haar vriendje aan het vozen. ‘Ga maar naar mama,’ moedigden wij het meisje aan. Het meisje keek ons wezenloos aan en droop af.

Wij dronken koffie bij het parkrestaurant, vaste prik, het personeel zet de koffie al klaar als ze ons in het vizier krijgen, en we liepen weer terug, langs de speeltuin van de crèche waar overdag al die kindjes in hun gele regenjasjes op hun driewieler aan het rondtoeren zijn. Toen we bijna aan het eind van het park waren, het begon al flink donker te worden, zat het stel er nog, helemaal links op de bank. De jonge vrouw zat bovenop haar vriend te rijen, hij greep haar kont en ze tongzoenden wild. Helemaal rechts zat de peuter, stilletjes voor zich uit te staren. Het beeld liet me niet meer los. ‘Hadden we moeten ingrijpen?’ vroeg ik Hoes toen we in bed lagen.

Twee klassen die elkaar van verwaarlozing beschuldigen. Maar wat moet je?

Er gaan misschien wat generaties overheen maar ik denk dat de multiculturele samenleving zich makkelijker laat mixen dan sociale klasse en opleidingsniveau. Dat blijft klonteren.

 

gifgif
Suzanne Rethans
Suzanne Rethans
Suzanne Rethans (50) mag het leven graag vieren, met haar man, haar drie kinderen en hun schattig maar bewerkelijk renovatieproject in Zaandam. Saai wordt het in ieder geval nooit. Daar zorgt ze wel voor.

RECENTE ARTIKELEN