Scheidingsadvocaat Conchita van Rooij: “Ik kleed hem financieel helemaal uit”

-

Als je gaat scheiden, en er staat veel geld op het spel, moet je bij Conchita van Rooij zijn. “Ik ben een vechtadvocaat. Als je er een beetje losjes ingaat, win je natuurlijk niet.”

Op de eerste verdieping van een statig pand aan de Amsterdamse Koninginneweg zetelt Conchita van Rooij (53), TOP-advocaat in scheidingszaken, zoals ze zichzelf aanprijst op haar website. Bovenaan de trap staat ze me op te wachten: strakke broek en jasje, witte kanten top, hoge stiletto’s, glanzend opgemaakte bambi-ogen, knalroze lippen. Ze neemt me op van top tot teen: ‘Rode broek, rode lippen, roze jas: mooi, José.’ Met haar lange donkere haar dansend op haar rug dartelt ze voor me uit, door kamers met hoge plafonds en donkere parketvloeren, wijzend op de schilderijen van Peter Klashorst, Herman Brood, Anton Heijboer, Peter Donkersloot aan de muren. ‘Mijn vriend is kunsthandelaar. Een goeie hoor.’

Zorgzaam installeert ze me in een kamer aan de voorkant. ‘Ik heb heerlijke muffins gekocht, je wil er toch wel eentje?’ Haar thee en mijn koffie worden door medewerkster Anne geserveerd in lavendelblauwe kopjes met een gouden C, op de grond ligt een goudstaaf die de deur moet openhouden. ‘Dit is de spreekkamer, hier vloeien heel wat tranen.’ Waar staat de doos met tissues? Ze wijst achter haar, in een hoekje van de vensterbank staat een doos Kleenex verdekt opgesteld. Ze kijkt trots om zich heen. ‘Ik ben geen psycholoog, maar ik wil mijn cliënten wel in een fijne omgeving ontvangen. Dat je voelt dat je met liefde wordt behandeld, en dat aan de andere kant je zaak met kennis van zaken wordt geregeld.’

Je noemt jezelf ‘de beste scheidingadvocaat van Amsterdam’. Wat voor soort mensen roepen je hulp in?

‘Mannen en vrouwen, uit alle delen van het land: Amsterdam, het Gooi, uit de provincie. Meestal het hoge segment. Ze zitten vaak al jaren in een vechtscheiding, hebben een advocaat in the house waar ze niet zo blij mee zijn. Die er niet sterk in staat. Of het dossier is al min of meer gesloten, het convenant al getekend. Mensen komen hier regelmatig om mij het dossier te laten overnemen. En dan trek ik het nog even grondig uit elkaar.’

Werk je expres met alleen maar vrouwen?

‘De mensen die in het begin met me wilden werken, waren toevallig vrouwen. Dat beviel goed, die lijn heb ik doorgezet. Wel vrouwen met diverse achtergronden en leeftijden. Ik wil niet alleen jong en net van de universiteit. Levenservaring is belangrijk. Je kunt hier niet werken als je op het gebied van de liefde nooit zelf iets hebt meegemaakt.’

Wat vraag je van je mensen?

‘Ik ben aardig en woest en heel erg een vechter. Ik zet mijn tanden ergens in en laat niet los. Dat vraag ik ook van mijn personeel. Ze moeten empathisch zijn en goed met mensen kunnen omgaan. En natuurlijk over een juridisch brein beschikken.’

Wat is dat?

‘Een scherp analytisch vermogen. Snel kunnen doorgronden wat de cliënt van je wil en hoe je die wensen kunt vertalen in juridische mogelijkheden – binnen de de grenzen van de wet.’

De mazen van de wet opzoekend?

‘Dat is het tweede punt. Je moet strategisch kunnen denken in stappen. Welk argument of bewijs breng ik waneer in? Voor de zitting? Tijdens de zitting? Wat kan ik beter niet noemen? Welke juridische lijn ga ik volgen?’

Je noemt jezelf een woest en vurig type. Kun je je impulsen in de rechtszaal bedwingen?

‘Voor ik ter zitting ga heb ik het dossier helemaal uitgekauwd. Ik heb juridisch bekeken hoe het zit, bedacht wat de wederpartij zou kunnen inbrengen, welke stappen ik kan verwachten. Op het moment dat ik bij de rechter zit, zit alles heel goed in mijn hoofdje. Ik kan inderdaad fel zijn. Het woord opeisen. Ik kom dan als een furie over, maar het is allemaal doordacht.’

Moeten rechters wel eens om je lachen?

‘Ik heb wel rechters tegenover me die je ziet denken: typisch Conchita. Of die zeggen: ‘Mevrouw van Rooij, kan het wat rustiger.’

Harry Mens zat in een vraaggesprek met jou te vissen of je een mannenvrouw of een vrouwenvrouw bent.’

‘Ik ben geen van beide.’

Je ziet eruit als een femme fatale, vinden vrouwen je niet bedreigend?

’Dat is niet wat ik merk.’ Onschuldige blik. “Kijk, ik houd van schoonheid, van make-up, van het vrouwelijke. Maar ik heb ook een heel mannelijke kant. What you see is not wat you get.’

Zijn mannen niet bang voor je?

‘Tja, dat weet ik niet hoor.’ Schaterlach.

Proberen ze je nooit te versieren?

‘Natuurlijk heb je mannen die met je sjansen – vrouwen ook overigens. Daar ga ik luchtig mee om, en nee, ik ga daar niet op in. Daar ben ik helemaal niet mee bezig.’

Een advocaat weet veel van zijn cliënt.

’Ontzettend veel.’

Misschien dingen die je nog nooit een ander hebt verteld.

‘Klopt. Als goeie advocaat moet je alles uit je cliënt trekken wat van belang is voor de zaak. Dus moet je vragen stellen. Hoe ben je uit elkaar gegaan? Heb jij het uitgemaakt, of wilde de ander niet meer? Is er een ander? Zit je nog in de pijn? Wat is de stand van zaken? Mensen leggen vaak hun ziel bloot. Huilen, húilen. Alle informatie is vertrouwelijk. Wat me verteld wordt zal ik alleen maar gebruiken met hun toestemming. Een voorbeeld?’ Ze peinst. ‘Een man die hier kwam had een buitenechtelijke relatie. Daar wist zijn vrouw wel van. Maar wat ze niet wist was dat hij een relatie had met een man. Dat mocht absoluut niet ter sprake komen. Dan zeg ik wel voorzichtig; joh, misschien heeft ze het allang het door. Nee, ik kijk nergens van op. Ik ben opgegroeid in Amsterdam, ik ken het uitgaansleven hier, ik heb alles gezien en meegemaakt.’

Was je een wilde meid?

‘Dat viel reuze mee. Ik ging wel uit en ik hield wel van feestjes, maar ik bleef altijd gefocust, ik dronk nooit te veel, en ik maakte het nooit heel laat. Misschien door het gezin waaruit ik kom: vader was econoom, mijn moeder arts, ze is Spaanse. Ze heeft me vrijstreng opgevoed, volgens de Spaanse normen. Lichamelijke integriteit, dat soort dingen.’

Wat bedoel je daar precies mee?

‘Dat je je niet aan aan Jan en alleman geeft. Ik heb nooit zo frivool in het leven gestaan. Dat is ook alweer zo’n misvatting door mijn uiterlijk. Ik was op mijn twaalfde al op en top vrouw en met make-up bezig, maar alleen omdat ik dat leuk vond.’

Dus je liep beeldschoon en vrouwelijk te wezen, maar je wilde niks.

Olijk: ‘Klopt! Dat was het probleem. Ik hou van flirten, maar die second stap, die hoeft voor mij niet zo. In die zin heb ik mijn uiterlijk niet mee. Als je er een beetje leuk uitziet wordt al snel gedacht: die zal wel geen hersens hebben. En dan zit ik ook nog op Facebook en Twitter, daar werd enorm afkeurend over gedaan. Dat was zo not done in ons wereldje. Je zag collega’s denken: daar heb je Conchita weer met een tasje en zwaar in de make-up.’ Triomfantelijk: ‘Maar het heeft me wel ver gebracht. En nu doet iedereen het!’

Je houdt van provoceren.

Corrigerend: ’Ik houd ervan om mezelf te kunnen zijn. Wellicht ben ik wat exhibitionistisch. Terwijl ik ook die andere kant heb hoor, dat ik me terugtrek, de luwte inga. Lekker lezen, lekker met mijn familie, met mijn vriend. Thuis, of als ik naar AH ga, heb ik gewoon een joggingpak aan. Ik ben altijd dezelfde Conchita, maar een Conchita met vele facetten. Ik ben een vrouw in een bloemetjesjurk, maar bij wijze van spreken ook een paaldanseres. Ik ben militaristisch in mijn gedachten – bam bam bam! – maar ook een weekhartig meisje en een femme fatale.’

En wat voor advocaat ben je?

‘Een vechtadvocaat.’t Liefst sta ik één iemand bij. Dan kan ik al mijn strategische skills richten op één dossier, en alles eruit halen wat erin zit. Ik hou van een betoog, ik houd van de strijd en het strijdtoneel.’

Hoe ga je te werk?

‘Stel, er komt een cliënt bij me. Ze ligt in scheiding. Mevrouw is niet de kostwinner – dat komt nog steeds het vaakst voor, hoewel ik tegenwoordig meer en meer vrouwelijke kostverdieners zie. Maar goed, laten we van deze casus uitgaan. Mevrouw wil natuurlijk goed achtergelaten worden. Partijen hebben in bepaalde welstand geleefd. Mijn taak is om mevrouw en de kinderen op hetzelfde welstandsniveau te houden. Dat is mijn doel. Dat betekent dat je het werk als een strijd moet opvatten, want als je er een beetje losjes ingaat, win je natuurlijk niet.’

Dus die man kleed je uit.

Opgetrokken wenkbrauw. ’Wat is dat: financieel uitkleden? Meneer wordt uitgekleed tot hij op hetzelfde niveau zit als mevrouw. Nooit méér. Hij moet zelf ook kunnen leven toch?’

‘Ik kan me een artikel uit de LINDA herinneren, foto’s van mannen in hun onderbroek. Zij woonden op een huurflatje terwijl hun ex op de oude voet doorleefden. Dat kan dus niet volgens jou?

‘ Nou … Kanniet is dood, maar … Kijk, mevrouw heeft een bepaalde huwelijksgerelateerde behoefte. Ik heb cliënten die elke maand voor 10.000 euro kleren kochten en  vier keer per jaar op vakantie gingen. Dat maakte het gezinsinkomen mogelijk. Dat is dus haar plafond, haar standaard. Tjak! Mijn taak is om te kijken: wat is draagkracht van haar man? Kunnen we tot het plafond gaan? Ondertussen strijdt hij natuurlijk ook voor zijn zaak. Maar soms geeft hij toe aan zijn vrouw. Daarom is het ook zo belangrijk om te weten waar iemand staat in het proces. In het eerste jaar voelen ze zich nog schuldig. En ja, dan kan het zijn dat zij met meer eindigt dan hij.’

Hoe weet je hoeveel geld die man heeft?

‘Tja, dat is vaak een probleem. Meestal is hij daar niet open over. Dat is de tak van de advocaat: wroeten, vechten. Wat is er haalbaar? Is er nog meer haalbaar?’

Vind je het niet naar als bij zo’n vechtscheiding kinderen zijn betrokken?

‘Natuurlijk is dat vreselijk. Ik raad de ouders wel aan om met de kinderen naar Kind in de Knel, of Villa Pinedo te gaan, daar vinden ze gelijkgestemden met wie ze kunnen praten. Meer kan ik niet doen. Als je iets wil bereiken, moet je soms het zwaard trekken.

Ik had zelf ouders met een slecht huwelijk, er waren vroeger bij ons thuis de vreselijkste ruzies. Ze zijn uiteindelijk pas op latere leeftijd gescheiden, maar ik denk wel eens: hadden ze dat maar eerder gedaan.’

Je hebt zelf geen kinderen. Vanwege die ouders die vroeger elkaar de tent uitvochten?

Zucht. ‘Dat zal ermee te maken hebben. Mijn moeder had drie kinderen waardoor ze aan huis was gebonden. Ze koos voor dit leven, maar ik zag wat het teweegbracht.

Ze zei altijd: ga studeren, zorg dat je later voor jezelf kan zorgen. Een kind – ik vind het zo’n verantwoordelijkheid. Het is zo’n kostbaar bezit en je moet zoveel van jezelf investeren.’

Je moet zelf een kind zijn geweest met alle voelsprieten uit. Altijd maar de stemming peilend.

Zacht: ‘Dat zie je goed. Ik ben supersensitief. Ik voel mensen heel goed aan. Dat maakt me ongelooflijk empathisch en dat is belangrijk in dit vak.’

Goed, je hebt een vrouw die zegt: mijn man wil me maar 1000 euro partneralimentatie geven. Hoe ga je dan te werk?

‘Eerst moeten we in kaart brengen wat meneer heeft. Ik schuim het internet af op zoek naar informatie over hem. Ik vraag alle stukken op bij de rechter, vraag inzage in zijn inkomensgegevens. En dan ga ik puzzelen. Ik kijk naar alles: huizen, reizen, auto’s, kleren. Ik probeer aannemelijk te maken dat hij meer heeft dan hij beweert. Hoe kan de levensstandaard zo hoog zijn geweest? Waar hebben ze die drie huizen van betaald? Die bontjassen? Die vier auto’s? Ik ga er vól in. Als een rechercheur ga ik te werk. Met mevrouw vorm ik een team, tegen haar zeg ik: kijk wat je kan vinden. Bankafschriften, rekeningen, de hele rataplan.’

Ze mag tussen zijn spullen snuffelen?

‘Natuurlijk mag dat! We zitten er niet voor een strafrechtprocedure. In het civiele recht heb je niet te maken met onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Als jij zijn bankafschriften hebt gevonden, kan meneer dat vervelend vinden, maar dat is dan pech. Als ze in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, heeft ze recht op de helft van het vermogen. Punt. Plus natuurlijk kinder- en partneralimentatie.’

Wat weet je er voor iemand uit te slepen?

‘Dat kan van alles zijn: 20.000 euro per maand komt voor. 10.000 of 15.000 kan ook. In die range. Soms zegt meneer: ik geef haar nog wat extra’s, ze krijgt ook het huis in Frankrijk. Je moet ook kijken wat fiscaal mogelijk is, hè. Dus meer van zijn vermogen, of inderdaad dat huis plus alimentatie. Of de alimentatie wordt in een keer afgekocht. Dan krijgt mevrouw een pot geld. Plus natuurlijk de helft van zijn pensioen. Er zijn heel veel mogelijkheden.’

Bij 20.000 euro alimentatie per maand knipper jij niet met je ogen.

‘Als het passend is, nee, dan knipper ik niet met mijn ogen. Vergeet niet, ik zit in het hoge segment: bekende Nederlanders, bekende ondernemers, CEO’s met enorme inkomens.’

 

Wat vind jij van vrouwen die nooit hebben gewerkt maar wel veel geld van hun man eisen?

Harde lach. ‘Natuurlijk denk ik wel eens: meid, je bent jong, ga werken. Maar stel, een vrouw heeft haar werk opgegeven om voor de kinderen te zorgen. Ze heeft haar man een platform gegeven om een carrière op te bouwen. Na 20 of 25 jaar wordt ze ingeruild voor een jonge chick en zegt hij: joh, de mazzel. Dan ben ik blij dat de wetgeving ervoor zorgt dat die vrouw niet het nakijken heeft. Dat ze er toch nog wat aan overhoudt. Want zie maar eens op je zestigste nog eens een nieuwe baan of partner te krijgen. Dat bashen van vrouwen, ik vind dat veel te kort door de bocht. Je moet alles casuïstisch bekijken. Je kan niet zeggen: alle mannen worden leeggetrokken, en alle vrouwen zijn inhalige, luie bitches. Of: alle kinderen lijden onder een echtscheiding. Die clichés kloppen vaak niet.’

Plotseling: ‘Weet je wat ik een enorme tragiek vind? Vrouwen die al minstens 25 jaar een relatie hebben, maar die niet gehuwd zijn, en er is ook geen geregistreerd partnerschap. Ze hebben twee kinderen, ze wonen in een huis dat niet op haar naam staat. En dan gaan ze uit elkaar en dan krijgt ze helemaal niks. Man, dat komt echt voor. Kippenvel!

Terwijl die man heel goed heeft verdiend, ze hebben erg goed geleefd, zij kon elk jaar een bontjas kopen. Zo’n vrouw komt in zak en as hier. Dan moet ik echt zoeken met een loep of ik een opening kan vinden. Maar ik kan ook geen ijzer met handen breken.’

Hoe schat je de verdiencapaciteit in van 50plussers?

‘Veel vrouwen hebben de skills, maar de arbeidsmarkt werkt niet mee hè, men wil liever dertigers. Geef mij maar die 50plussers, die staan midden in het leven.’

Maar wat zeg je tegen de rechter?

‘Dat hangt ervan af voor wie ik daar sta; voor de man of voor de vrouw? Als ik voor de vrouw sta, zeg ik: ‘Gezien de arbeidsmarkt zal het heel moeilijk voor mevrouw worden om nog aan de bak te komen. Mevrouw heeft écht gesolliciteerd, kijkt u maar naar deze stapel brieven. Maar ze is te lang uit het arbeidsproces is geweest, ze heeft de kinderen opgevoed, hem de wind uit de zeilen genomen. Mevrouw heeft recht op volle alimentatie.’ Stel dat de rechter daar niet in meegaat, dan vuur ik de volgende stap van mijn tweetrapsraket af. Dan zeg ik: ‘Mevrouw komt alleen nog maar in aanmerking voor een schoonmaakbaantje, daarmee verdient ze hooguit 1200 euro per maand. Ze heeft aanvullende alimentatie nodig.’’

En nu verdedig je die man van die 50plus-vrouw. Wat zeg je dan?

Dan zeg ik: ‘Mevrouw heeft gestudeerd, ze is gezond, ze kan werken.’ Op internet zoek ik dan allemaal banen op haar niveau en in haar branche. Ik geef het voorbeeld van mijn eigen secretaresse of advocaat die ook op oudere leeftijd een baan heeft gevonden. Ik ga ik er hard in.’

Je moet wel een gespeten persoonlijkheid hebben voor dit vak.

‘Zeker!’ Weer die knallende lach.

En dan gaan we samen nog even op de foto, voor op Facebook en Instagram. ‘Wil je je lipstick nog even bijwerken José? Op mijn kamer is een grote spiegel.’

 

MARIA DE LA CONCEPCION COVADONGA CRISTINA VAN ROOIJ

7 september 1965, Amsterdam

1979-1985

Havo, Keizer Karel College in Amstelveen

1985-1987

Vwo, Contardo Ferrini, volwassenenonderwijs

1987-1995

Nederlands recht aan de UvA

1997-2004

Fiscaal financieel adviseur, Amsterdam

2004-heden

Advocaat in Amsterdam

2006-heden

Bestuurslid Stichting Advocaten Spreekuur Amsterdam

2013-heden

Commissielid Klachtencommissie Jeugd- en Gezinsbeschermers

Conchita van Rooij heeft een relatie met kunsthandelaar Thim Muskee

INTERVIEW JOSE ROZENBROEK STYLING ILONA JONGEPIER FOTOGRAFIE BRENDA VAN LEEUWEN

 

 

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN