Roos (53): ‘We hebben onze zoon vervangen door een labradoodle’

-

Toen haar jongste kind Bram uitvloog om te gaan studeren, waren Roos en haar man in eerste instantie opgelucht. Tot het toch wel erg stil werd in hun huis en hun leven.

“We hadden het al twee keer eerder meegemaakt: de stress van een studentenkamer vinden, de lol van niet al te dure spulletjes bij elkaar zoeken om die in te richten. Bram (18) was vorige zomer de laatste die op kamers ging. De oudste twee redden zich prima, hij was er ook aan toe.

Mijn man Leo en ik waren er blij mee. Dit is toch waar je het voor doet, je werkt al die jaren aan het afleveren van een volwassene die op cruciale momenten zijn of haar hersens gebruikt en zichzelf kan redden.

We hadden dan ook totaal geen last van het lege nest syndroom. Integendeel, het was verrukkelijk om onze privacy terug te hebben en niet toch onwillekeurig mee te denken en op te letten voor onze jongste (‘Denk je aan je voetbalschoenen?’). Of wakker te liggen tot hij thuis kwam van het stappen. Dat deed ie in zijn studentenstad natuurlijk ook, maar het is toch ánders als je geen weet van hebt.

We verfden de keuken, we vervingen de bank, totaal doorgezakt dankzij jaren hangpubers erop, door iets fraaiers. We ruimden eens stevig op en fatsoeneerden de tuin. En toen waren alle klusjes wel gedaan en werd het stil. We namen een paar proeflessen golf, maar dat was het niet. En we maakten wat fietstochten, maar voelden ons toen toch wel een voortijdig ANWB-stel.

Zodat we naast elkaar op die mooie nieuwe bank zaten en tegen elkaar zeiden: zullen we dan toch?

Een hond was al die jaren de grote droom van onze kinderen geweest en stiekem ook van ons. Maar allebei een drukke baan, drie kinderen met allemaal een eigen agenda – het kon gewoon niet. Je moet geen hond nemen als die het grootste deel van de dag alleen thuis zit, dat is zielig. Alleen was de situatie nu helemaal anders: ik werkte vooral online thuis en die ene dag dat ik op kantoor was, werkte Leo thuis. Er was ruimte voor, er was tijd voor. En ook niet onbelangrijk: we snakten naar weer wat reuring in ons leven.

Zodat we in december met een blond bolletje hond thuiskwamen, na een pittige selectieprocedure bij de fokker. Het bolletje keek met zijn kraalogen rond en deed onmiddellijk een plas in de gang, waarna ie in een rechte lijn naar de keuken liep met een blik alsof ie wel wat lustte.

De kinderen waren woedend dat we na jaren de boot afhouden nu opeens wel een hond hadden genomen. Maar Guus bleek ook een magneet te zijn, opeens kwamen ze weer vaker thuis en niet alleen maar voor de was, dus win-win.

Eerlijk? We hebben ons de eerste maanden wel eens afgevraagd waar we aan waren begonnen. Een pup is alsof je een baby hebt. Maar dan eentje die geen luier draagt en zijn vlijmscherpe melktanden overal in zet. De eerste nachten stonden we om de beurt op om Guusje in de tuin te laten plassen, maar we waren al snel zo kapot dat we een paar matjes neerlegden en er het beste van hoopten.

Op af en toe een missertje na werkte dat prima. En wat een beetje tegenviel – uitlaten in de regen, peuken uit zijn bek frutten, accepteren dat ook een hond opvoeden arbeidsintensief is – stond niet in verhouding met de enorme liefde en lol die Guus te bieden had.

Wandelingen, elke dag. Eerst kleine stukjes, elke week wat verder. Een eindje rijden voor eens een ander bos ‘want dat is leuk voor Guus’. Lekker zitten op een strandje aan het water ‘want dat is leuk voor Guus’. Contacten in de buurt, hondenbezitters zijn gezellige mensen. We leerden op de vaste rondjes een mild gestemde hondencommunity kennen waarvan mensen gewoon even terugliepen als Guusje olijk met hen meedartelde, in plaats van met ons.

We ontdekten dat er ook een hondenmoedermaffia is die je ongevraagd gaat vertellen dat alles wat je doet fout is. En dat je vaak dan gered wordt door schikkelijkere hondenouders die zeggen dat het zo’n vaart niet loopt en het allemaal wel goed zal komen. De overeenkomsten met mensenkinderen is verrassend groot, de wachtkamer van de dierenarts een feest vol wederzijdse vertedering. Het leuke van een hond hebben is dat je automatisch iets gemeen hebt met andere mensen die van een dier houden.

Op onze mooie nieuwe bank lag al heel snel een kleed. Want ‘de hond mag niet op de bank’ is niet vol te houden als zo’n hummel hunkerend naar je staat te kijken. Hij ligt tussen ons in als we tv kijken en dat is reuze gezellig. Guus is een favoriet gespreksonderwerp van Leo en mij geworden, we plannen onze dagen rond hem. Hij zorgt voor leven in de brouwerij, is altijd blij, leeft volkomen in het moment en heeft in tegenstelling tot onze kinderen nooit een grote mond en is totaal in mijn hart gekropen. Ik hou zielsveel van hem.

Bram mag graag roepen dat hij is vervangen door een labradoodle en dat is natuurlijk onzin. Maar tegelijk ook een beetje waar. We zijn nog veel te jong om niet te willen redderen en niet voor iets te willen zorgen. Of een mooie bank te hebben voor de pronk.

Nooit meer iets missen?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!

gifgif
Ella Vermeulen
Ella Vermeulen
Ella Vermeulen (58) is journalist, dienaar van vier teckels en twee poezen, verslaafd aan tiara’s, internet, het nieuws en alles waarin teveel calorieën zitten.

RECENTE ARTIKELEN