Mijn zoon heeft uit een winkel gejat, net als ik vroeger

-

Maartjes zoon wil niet deugen. Nou ja, hij is geen jeugddelinquent ofzo, maar heeft een duidelijke hang naar alles wat net niet door de beugel kan.

Twee weken op de middelbare school en ik kreeg al een mail: gespijbeld. Uiteraard was het volgens hem de schuld van andere kinderen die hadden gezegd dat ze een tussenuur hadden. Maar behalve hij en zijn twee vrienden zat de rest van de klas braaf in de Franse les.

In de periode daarna hingen ze rond op het Museumplein, Ze prankten toeristen die daar lang niet altijd om konden lachen, en soms werden er dingen vernield. Dientengevolge zaten zijn vader en ik met een groep andere ouders in een kringgesprek om te kijken hoe dat allemaal verder moest. Je ziet jezelf daar zitten en denkt: hoe ben ik hier terechtgekomen?

Onlangs betrapte mijn man onze zoon op het jatten van snoep bij de drogist. Hij moest het terugbrengen en zijn excuses aanbieden, schaamde zich kapot, wat natuurlijk juist het idee was. Mijn man was ziedend, teleurgesteld, verbaasd. En ik? Tja, ik vind een goede straf op zijn plaats, maar denk ook aan mezelf op die leeftijd.

Mijn vriendinnen en ik maakten de lokale supermarkt onveilig. Blikjes frisdrank, repen chocola, rollen Menthos – het verdween allemaal in onze schooltassen of jaszakken. Camera’s waren er niet. Eenmaal buiten gilden we het uit van opwinding. Het verorberen van de buit was bevredigend maar het ging om de kick, het ermee weg komen.

Later ging het verder: een T-shirt, oorbellen, een sjaaltje … Door een en ander in de kleedkamer aan te trekken (er was nog geen elektronisch beveiligingssysteem), kon je kleedgeld besparen. Daarvan kon je weer mooi aan de bessen 7-up in de discotheek. Ik kan me niet herinneren hoe het ontstond. Het gebeurde altijd in groepsverband, dus dat zal hebben meegespeeld.

Ik weet zeker dat mijn ouders een hartverzakking zouden hebben gehad als ik betrapt zou zijn. Daar wil ik zelfs nu nog niet aan denken. Maar mijn vriendinnen en ik kwamen allemaal uit ‘keurige’ gezinnen. We waren geen jeugddelinquenten, geen aso’s, we hadden gewoon een hang naar … De fase van ‘proletarisch winkelen’ ging snel voorbij en maakte plaats voor roken, jongens en blowen.

Uit eigen ervaring geloof ik dat het met mijn zoon ook wel goed komt. Is dat naïef? Ben ik te mild? Misschien, maar zolang hij ‘s avonds bij me in bed kruipt om te kletsen over vrienden, school, wat hem dwarszit, koetjes en kalfjes, voorzie ik geen problemen. Er zal een tijd komen waarin hij dronken thuiskomt, blowt of erger. Experimenteren hoort erbij.

Dan mijn jongste zoon – hij kon net lopen en klom in winkels steevast uit de kinderwagen. Ik liep de drogist uit en prompt ging het alarm af. Ik was me van geen kwaad bewust en liep gewoon door om thuis in mijn boodschappentas een wimpertang, mascara en best dure dagcrème te vinden. Stel je de scene voor als ik was gecheckt door de beveiliging: “Echt, ik weet van niks, mijn kind heeft het in de wagen gelegd.” “Tuurlijk mevrouw, mascara en een crème, hij weet precies wat u nodig hebt.”

Een paar weken later, hetzelfde verhaal maar dan bij Albert Heijn. Ik haal thuis een leverworst uit de kinderwagen.Tja, probeer je kind dan maar eens vermanend toe te spreken zonder in de lach te schieten. De crème en de mascara heb ik teruggebracht, de leverworst niet: te gênant. En toegegeven, hij smaakte best bij de borrel…

Lees ook: Lastige puber en de wanhoop nabij? Probeer eens geweldloos verzet

gifgif
Maartje Oome
Maartje Oome
Maartje Oome is 46, woont in Amsterdam, is getrouwd met Sibo en moeder van twee zoons die thuis wonen. Ze werkt op de Zuidas als zelfstandig communicatieadviseur en tekstschrijver. Bovenaan haar bucket list staat een bezoek aan Dollywood.

RECENTE ARTIKELEN