Marie-José is liefdesexpert en datingcoach. In haar praktijk ziet ze verschillende mensen en daar vertelt ze over voor Saar. Deze week de vrouw die iemand zoekt die absolute A-klasse is.
“Maar, is hij wel een A-klasse?” Ik kijk haar vragend aan en voel dat m’n linkerwenkbrauw omhoog kruipt. “Je begrijpt toch wel wat ik bedoel?” Ze is een beetje geïrriteerd.
Door mijn hoofd schieten allemaal vragen. Ik probeer mijn wenkbrauwen weer in neutrale stand te krijgen. Ze heeft het waarschijnlijk over een date, want daar begon haar verhaal mee, maar nu klinkt het toch alsof we het over auto’s hebben.
Die week ervoor was ze op date geweest. Na wat heen en weer geapp hadden ze afgesproken wat te drinken bij ‘De Eendracht’ in Blaricum. Als het leuk was konden ze dan ook nog een wandelingetje maken over de hei. En anders kon ze direct met gierende banden naar huis. Top locatie dus! Dat kon ook niet anders want ze had het zelf bedacht.
“Ja, het was wel leuk hoor. Hij stelde leuke vragen, hij kon wel lachen om mijn grapjes. We zijn ook nog even gaan wandelen, al met al was het prima. Maar ja, ik weet het niet hoor. Is hij wel een A- klasse?”
“Welke auto rijdt ‘ie?” Nu kijkt ze mij vragend aan en gaat haar wenkbrauw omhoog. Dan moet ze lachen. “Ha ha, ja ok, dit klinkt heel stom natuurlijk. Maar ik weet gewoon niet wat ik ervan vind en dan begin ik maar met in hokjes te denken. Dat houdt het zo lekker overzichtelijk.”
En zij niet alleen he, dit doen we natuurlijk allemaal de hele dag door. Sommigen noemen het bevooroordeeld zijn en anderen noemen het een gezond ontwikkeld referentiekader. Feit is dat wij als mens geprogrammeerd zijn om snel in te schatten met wie we te maken hebben. Dat was best handig toen we moesten overleven in de wildernis. De afweging: ’Is dit een lieve beer of een stoute beer?’ Hoef je dan niet te maken omdat de beer in het hokje GEVAAR zit. Fijn dat we hier goed in zijn, alleen helpt deze strategie je niet als je de liefde zoekt.
In onze wens te weten wie er tegenover ons zit, zoeken we naar bekende elementen. Welk werk doet hij, waar woont hij (iemand uit Almere maakt statistisch gezien minder kans op een match dan een Amsterdammer), welke auto rijdt hij en ga zo maar door. Maar ja, daar leer je iemand natuurlijk niet echt door kennen. Het zegt eigenlijk vaak helemaal niets over iemand. Eigenlijk zegt dit oordeel veel meer over jou.
“Wat is A-klasse eigenlijk voor jou?” vraag ik haar. “Ja, nou gewoon. Eh, iemand die meekan met mijn leven, die ik zonder ingewikkeld gedoe kan voorstellen aan mijn vrienden, die ook weleens een boek leest. Oh en ook van klassieke muziek houdt, ja dat moet echt hoor, anders hoeft het niet voor mij.”
“En wat zegt dat over iemand als hij hieraan voldoet?” “Dat hij past bij mij”, antwoordt ze. “En hangt dat hier van af?” vraag ik haar.
“Nou, het maakt het wel makkelijker.”
“Wat wordt dan makkelijker?’
“Samen zijn?”
“Waarom wil je graag samen zijn?”
“Ik wil niet meer alleen zijn.”
“En wat wil je dan wel?”
“Ik wil het leuk hebben met iemand.”
“Had je het leuk op de hei?”
Een pauze, ze denkt na. Haar ogen draaien weg. “Daar had ik eigenlijk helemaal nog niet over nagedacht.” Er komt een speelse lach op haar gezicht, blijkbaar kijkt ze er toch met een lach op terug.
Als ik haar zie wegscheuren in haar A-klasse moet ik lachen. Voor iemand die gewend is achter het stuur te zitten, is het lastig te varen op gevoel. Er zijn geen verkeersborden en het is niet opgedeeld in klassen. De truc is: doe je handen omhoog en just enjoy the ride. Ook al is het in een C-klasse.