Waar gaat Juliette heen als ze zich jong wil voelen? Niet naar de hipste, jongste en meest bruisende plekken op aarde, maar daar waar ze allemachtig gelukkig is.
- Naar een dorp in Drenthe, tussen de fietsende en nordic walkende locals en toeristen. (Niet zelf nordic walkend, natuurlijk. Daar ga ik me héél erg oud van voelen. Daarentegen voel ik me enorm jong in een hip jurkje op een terras, terwijl een grote grijze golf nordic walkend in ANWB-uniseksjacks aan mij voorbij trekt.)
- Naar een Franse camping in het laagseizoen: idem dito. Heel grijs Nederland is er met campers honderden kilometers op uit getrokken om mij daar sportief in een tentje te zien kruipen. (O wat voel ik me jong! Maar ik zou me eigenlijk best wel in zo’n comfortabel bakbeest van een camper willen warmen, even, als het regent, en een boterham met pindakaas mee willen eten. Ach nee, beter nog: ik breek m’n tentje op en ga in een comfortabel hotel naar de regen zitten kijken met een goed glas wijn voor mijn neus. Ik ben die Lowlands-ellende ontgroeid.)
- Voor de televisie bij Nederland Beweegt. (Die hupsjes, ha! Die doe ik nog op m’n sloffen. Nou ja, ik kijk ernaar op m’n sloffen. Maar toch: als ik me zou inspannen, zou ik er veel flitsender uitzien. Ik zou in elk geval leukere sportkleren aandoen.)
- In de sauna op dinsdagochtend. Ik zal je bekennen: ik ga nóóit naar de sauna, of welke andere plek dan ook waar ik mij bloot moet tonen. Maar vorig jaar kreeg ik een sauna-en-wellnessbon voor mijn verjaardag en toen moest ik wel. Een vriendin die die plaatsen niet zo griezelig vindt als ik was zo vriendelijk me mee te nemen. God, wat viel dat me mee! Allemaal ouwe onvolmaakte lijven – ik realiseerde me ineens dat het meeste bloot waarmee we worden geconfronteerd op papier genadeloos gephotoshopt aan me gepresenteerd wordt en ik dus een heel raar beeld had gekregen van wat normaal is. Ik dacht: ik ga vaker naar de sauna, goed voor mijn ego. Zegt die vriendin aan het eind van de dag: ‘Ik dacht: ik neem je maar niet mee op zaterdagmiddag, dan is alles hier jong en strak.’ En bedankt.
- De kroeg bij mij om de hoek. Met barkrukken vergroeide ouwe mannen en verlopen vrouwen proberen er lafjes mee te zingen met Amsterdamse karaoke-zangerts zonder publiek, en kijken verlangend op bij iedere nieuwe bezoeker. Als ik daar binnenkom ben ik the belle of the ball. Pathetisch, natuurlijk. Maar toch: goed voor mijn humeur. Als ik wegga, voel ik me enorm fris en fruitig.
- Thuis, bij mijn man. Want ik ben zo slim dat ik er één heb getrouwd die dertien jaar ouder is dan ik, en dat zolang we beiden leven altijd zal blijven. Ik blijf altijd de jonge blom. Ook als ik oud ben. (Moet hij natuurlijk wel heel oud worden, dat is nog een puntje.)