10 x hoe hoort het eigenlijk, maar dan voor bezoekers van een verpleegtehuis 

-

Charlotte (52) loopt alweer ruim anderhalf jaar rond op de somatische afdeling van het verpleegtehuis waar haar moeder verblijft. En kent inmiddels alle regels die het voor alle partijen een beetje prettig houden. 

  1. ‘Hallo, hoe gaat het?’
    Groet iedereen die je pad kruist. Het groepje rokers voor de ingang. De doezelende dame in de rolstoel. Het personeel. De andere bewoners van de afdeling. Ook als er geen reactie komt: iemand kan doof zijn of niet meer kunnen praten, maar nog wel je groet meekrijgen. Iedereen wil graag gezien worden en er nog een beetje bij horen.
  2. Doe alsof je alles normaal vindt
    Schudders, kreuners, hijgers, kwijlers, glazige blikken, liggende rolstoelers, mensen zonder armen of benen, Parkinson-patiënten, mensen in de palliatieve fase, – je weet soms niet wat je ziet. Wie in een verpleegtehuis verblijft, woont daar niet voor niets. Eerlijk is eerlijk: de eerste keer is het schokkend en eng. De tweede keer al wat minder. En bij het derde bezoek is iemand gewoon mijnheer K of mevrouw T geworden. Niet miepen, gewoon doen alsof je alles normaal vindt. Bij onderbrekende onderdelen: oogcontact is álles. Bij ontbrekende ogen: zie 1.
  3. Alle kleine beetjes helpen
    In het verpleegtehuis waar ik kom, bestaat de verpleging uit louter parels. Ze werken hard, ze verdienen te weinig, ze zouden zelf ook graag meer willen doen dan alleen maar goede zorg bieden. Met zoiets als even een manicure, gehoorapparaten schoonmaken, krullers inzetten, samen online nieuwe kleding uitzoeken op je tablet, helpen met eten, een spelletje doen of een rondje lopen kun je als familielid of vriendin ook een beetje helpen. Woont een dierbare in een verpleegtehuis, dan is het niet ‘klaar’. Het blijft zaak er regelmatig langs te gaan, om een vinger aan de pols te houden. Ook gewoon uit liefde en goed fatsoen. Punt.
  4. Wat zou Mr. Frank Visser doen?
    Geloof niet alles wat de leiding zegt. Maar geloof ook niet alles wat je dierbare zegt. Is er wrevel, een probleem of een conflict, luister dan naar alle kanten van het verhaal. In een groep spelen ego’s een rol en ‘jouw’ bejaarde zal niet de eerste zijn die ontremd gedrag vertoont, jaloers is of alles briljant in zijn of haar eigen voordeel draait, omdat zijn of hersenchemie heel langzaam verandert. Soms is er alle reden om een stevig gesprek te voeren met de leiding. En soms moet je dat doen met je ouder, voor zover dat zin heeft, want tegen (beginnende) dementie is geen redelijkheid gewassen.
  5. Geniet van de goede momenten
    Geniet van alle momenten dat er contact is, dat er kan worden gepraat en gemopperd, dat er verhalen loskomen. Wees niet naïef, het wordt niet beter, het zal alleen maar slechter worden. In alle gevallen kan het kaarsje snel of geleidelijk uitdoven, waardoor normale contacten minder makkelijk worden of helemaal opdrogen. Als je woordeloos moet communiceren, ben je blij met alles wat er nog gezegd en gedaan is, hoe banaal het misschien ook was.
  6. Neem iets lekkers mee voor iedereen, ook de verpleging
    Neem eens wat lekkers mee voor de hele groep. Eten en drinken is vaak een van de weinige leuke dingen op een dag. Hou rekening met eventuele beperkingen, laat het uitdelen aan de leiding over, in verband met eventuele diëten. Kies dingen die klein, zacht en makkelijk vast te pakken zijn. Succesnummers zijn een zelfgebakken cake in plakjes, mini petit-fours, roomsoesjes en kleine stukjes gevulde speculaas of boterkoek. Honger is er niet, luxe is er ook niet. Zet eens als verrassing een bak 1-persoons kuipjes roomboter in de koelkast of een bak 1-persoons extra lekkere smeerworstjes of kuipjes confiture, of leg een paar pakken rozijnenbrood in de broodlade. Ook altijd goed: een aardig briefje en een doos bonbons of luxe koekjes op het kantoor van de verpleging. Ze doen hun werk, maar een beetje waardering is altijd welkom.
  7. Een beetje inlevingsvermogen helpt
    Projecteer niet wat jij leuk vindt op degene die je bezoekt. Voor iemand die midden in het leven staat, kan vakantie heel belangrijk zijn en uit eten het einde lijken. Hoe goed bedoeld ook, iemand die veel zorg behoeft meenemen naar een restaurant, kan de persoon in kwestie enorm veel stress bezorgen. Omdat ze misschien niet meer zo netjes kan eten. Omdat ze dan niet makkelijk naar de wc kan. Omdat ze zich bezwaard voelt in haar rolstoel. Of gewoon, omdat het veel te veel prikkels zijn. Tenzij iemand het zelf graag wil, is het beter om een beetje mee te veren met de situatie. Kleine dingen, zoals een eindje wandelen of rijden, een één op één gesprek (telefoon weg!), iemands haar doen, een spelletje doen, wat lekkers meenemen voor op de kamer of handen masseren, worden vooral door ouderen vaak veel meer gewaardeerd dan op zaterdag de stad in gaan.
  8. Neem de tijd (en blijf kalm)
    Alles gaat in een verpleegtehuis langzamer dan buiten, tot en met de liften toe. Het pijnlijkste moment in de afgelopen maanden was een opgedirkte bezoekster die zuchtte en klaagde omdat mijn vader, nog niet gewend aan zijn nieuwe elektrische rolstoel, naar haar mening niet snel genoeg de lift inreed. Ze kon echt niet wachten om weg te gaan en zei ook nog: ‘Je moet wel op het knopje drukken!’ alsof hij een klein kind was. Ik heb haar zo sarcastisch mogelijk bedankt voor deze onmisbare informatie. Wat ik wilde, was haar met haar ordinaire tas op haar ongeduldige smoel slaan. Wat niets heilzaams zou hebben opgeleverd. Negeren en je inner Ghandi zoeken. Thuis pas vloeken.
  9. Je huisdier als ijsbreker
    In de meeste verpleegtehuizen mogen ook dieren op bezoek komen. Heb je een lieve, niet al te drukke hond, een konijn dat het leuk vindt geaaid te worden of een sociaal papegaaitje, neem die dan eens mee. Dieren zijn bij de meeste bewoners een instant hit. Het leidt even af, het biedt gespreksstof, dieren oordelen niet en aaien is een stressbuster.
  10. Wees mild, laat je eigen ego thuis, het is wat het is
    Accepteer dat bezoeken niet altijd leuk of makkelijk zijn. De wereld van de bewoners is klein. Als je zelf een ingegroeide teennagel hebt, ben je daar al de hele dag mee bezig. Voor de bewoners in een verpleegtehuis is dat hetzelfde, maar dan met duizend vermenigvuldigd. Een mens moet over buitengewone levenslust beschikken om daar bovenuit te stijgen. In de praktijk wordt er weinig gelachen en is de belangstelling voor de buitenwereld beperkt. Het is wat het is. Wees mild, laat je eigen ego thuis. We zijn allemaal slechts één bloedpropje, één auto-ongeluk of één keer gruwelijk pech hebben verwijderd van wie er woont. Er met liefde mee omgaan, maakt alles voor iedereen makkelijker. Jij gaat straks weer naar huis. Degene die er woont, kan geen kant op.
gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN