In Marjoleins hoofd razen de rampenscenario’s over haar kinderen

-

Zoon is de deur uit, op weg naar school. Met geen mogelijkheid is hij nog op tijd voor de eerste les. En dan gaat het hoofd van Marjolein overuren maken.

Scenario 1: zoon fietst zo hard mogelijk om nog op tijd te komen. Een deel van de route voert langs een kanaal. Rond deze tijd een fietspad dat druk gebruikt wordt, maar natuurlijk net niet wanneer zoon de bocht uitvliegt. Zijn handremmen doen het opeens niet, hij gaat met hoge snelheid het kanaal in, het is koud, zijn rugzak zwaar, hij zakt naar de bodem. Niemand hoort zijn gesmoorde kreet.

Scenario 2: hij komt weliswaar veilig aan, maar is wel te laat. Hij mag niet meer de klas in, mist wat van de stof, zakt voor zijn examen, zakt weg in een depressie, krijgt verkeerde vrienden, gaat aan de drank en eindigt in een kartonnen doos onder een brug.

Een zeer actieve verbeelding is een zegen voor mijn werk als schrijfster, maar in het dagelijks leven met kinderen regelmatig een vloek. Ik heb tranen in mijn ogen en een dikke knoop in mijn maag. Deze twee scenario’s hebben zich net levensecht voor mijn ogen afgespeeld. Mijn lieve zoon, eenzaam onder een kartonnen deken. (In werkelijkheid was-ie natuurlijk gewoon net op tijd in de les.)

Nog zo één: kind 2 roept naar beneden dat ze even in bad gaat en ik zie haar struikelen over een handdoek, met een harde bonk tegen de rand van het bad klappen en bloedend voorover in het warme water vallen. Bewusteloos.

Of: ik ben aan het koken, kind 3 komt kijken of er al wat te halen valt, tilt de deksel van de pan en in mijn hoofd valt de pan om, kokend heet water gaat over zijn broek en hij heeft derdegraads verbrandingen. De vellen hangen erbij. In het echt zegt hij ‘hmm, lekker, spaghetti’ en loopt de keuken uit.

Natuurlijk weet ik dat het niet echt is, dat de kans dat iets gebeurt heel klein is. Ze zijn gezond, niet op hun achterhoofd gevallen (nog niet, denk ik er gelijk achteraan en zie over-de-kop-gaande fietsen, struikelpartijen van trappen af, bizarre ongelukken waarbij een kind achteruit rent om een bal tegen te houden en tegen de doelpaal aanloopt) en hebben een gezond vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Gelukkig heb ik mijn opvoeding ook nooit laten beïnvloeden door mijn worst-case-scenario-fantasieën. Want dat zou betekenen dat ik ze nooit wat liet doen en ze nergens heen mochten. Daar krijg je pas echt rare kinderen van. (In mijn hoofd zie ik nu drie ongezond bleke kinderen met allerlei tics en vergroeiingen. Ook weer niet goed.) Vooral als ik moe ben of niet goed in mijn vel zit, draait mijn hoofd overuren. Ik kan er ook wel om lachen, want het is nooit ‘kind valt en heeft een tand door zijn lip’. Nee, er komt bloed aan te pas, veel bloed, dingen breken, botten steken ergens uit, er is vuur of juist een tsunami en uiteindelijk gaat het onherstelbaar en he-le-maal mis.

Ik heb er vooral zelf last van. Ik ben gaan mediteren en dat helpt een beetje. Ik kan de ongecontroleerde gedachtenstroom nu eerder een halt toeroepen, vóórdat ik snikkend op magister ga checken of ze wel op tijd op school waren of online antislipmatjes voor in de badkamer ga bestellen. Maar wat echt helpt, is het volgende. Ik bedacht me dat dingen nooit precies gaan zoals je van tevoren denkt. Een date, een feestje, een vakantie of een sollicitatiegesprek, je kan het voorbereiden, er veel over nadenken, het gesprek oefenen. Maar uiteindelijk loopt het toch altijd anders. Dus, zo dacht ik toen, als ik me maar ramp na ramp voorstel, blijft iedereen heelhuids en gezond. Want wat ik bedenk, gebeurt niet.

Al ga ik me nu zorgen maken over al die rampscenario’s die ik nog niet bedacht heb.

gifgif

Marjolein van Rest
Marjolein van Rest
Marjolein van Rest (47) is journalist en schrijfster, woont in een Vinexwijk en heeft zwarte band karate. Ze wilde vroeger leeuwentemmer worden, tegenwoordig droomt ze van een rol in een Bond-film. Marjolein heeft een vriend en drie puberkinderen.

RECENTE ARTIKELEN