Scheiden op je 70e: “Mijn dochters waren woedend.”

Als je nooit meer blij wakker wordt. Als je je man steeds meer als een hinderlijke kamerplant begint te zien. Als je het benauwd krijgt als je aan de toekomst denkt. Dan durf je misschien heel voorzichtig aan een scheiding te denken.

“Iedereen in mijn omgeving zei: nou nog? Waarom? Wat zielig, die man kan toch niet voor zichzelf zorgen? Maar het enige waar ik spijt van heb is dat ik het niet eerder heb gedaan.” Stijntje (73) woont sinds een jaar in een vakantiehuisje in de Achterhoek. “In het begin wist ik gewoon niet waar ik het zoeken moest,” geeft ze toe. “Ik voelde me zo schuldig. Maar na een week of vier begon ik me steeds lichter te voelen.”

Stijntje was bijna vijftig jaar getrouwd en woonde met echtgenoot Johan in een kleine stad in Zuid-Holland, waar hij tot zijn pensionering een administratiekantoor runde, en zij in de bibliotheek werkte. Tot haar baan elf jaar geleden door bezuinigingen werd opgeheven: “En toen zaten we allebei thuis. Johan is dik tevreden met zijn tuintje, een sigaretje, een beetje vissen, de fietsclub en ’s avonds televisiekijken. Een keer een gesprek over iets voeren was onmogelijk: ik ben geen prater, was zijn reactie altijd. Dat was één ding, maar het was net alsof hij geen emoties had. Het is of: ‘ja, leuk’, of ‘ja, mooi’, of: ‘nou ja, zo is het nou eenmaal.’ Toen mijn moeder tien jaar geleden overleed, was zijn reactie: ‘Nou, ze is niet in de wieg gesmoord en ze heeft in ieder geval niet hoeven lijden.’ Verder niks. Hij heeft bij de begrafenisdienst vijf seconden mijn hand vastgehouden, en zelfs dat leek hem al te veel. Toen ik daar later ruzie over maakte, zei hij: zo ben ik nou eenmaal, dat weet je toch? Vanaf dat moment gingen bij mij de luiken dicht.  En dan ga je nadenken. Hoe lang nog? Hoe houd ik dit vol? Iedere dag was hetzelfde. Iedere vakantie was hetzelfde. Er was nul intimiteit, nul initiatief, hij vond alles ‘wel best.’ Onze dochters hadden weinig begrip als ik erover klaagde. Tja, het is hun vader. En vriendinnen zeiden: joh, dat hoort er nou eenmaal bij. Tel je zegeningen. Maar dat lukte niet meer. Er klopt iets niet als je je man als een oude kamerplant ziet waar je eigenlijk vanaf wil, maar die je af en toe een scheut water geeft omdat het anders zo zielig is. Moest ik dit huwelijk echt uitzitten tot een van ons tweeën zou sterven? Van dat idee begon ik wakker te liggen. Ik ging naar de huisarts bij wie ik alleen maar kon huilen. Ik wilde scheiden, maar ik durfde het niet hardop te zeggen want dan werd het zo echt. Scheiden, na bijna vijftig jaar getrouwd te zijn geweest, dat zouden mensen krankzinnig vinden.

De huisarts stuurde me door naar maatschappelijk werk. Daar heb ik een paar gesprekken gehad, waarin ik vertelde wat er aan de hand was. Ik voelde me niet gezien, niet gewaardeerd, een meubelstuk. Zo’n maatschappelijk werker zegt natuurlijk niet: ga dan scheiden, maar wel dat het na een leven lang zorgen voor het gezin misschien tijd was meer voor mijzelf te kiezen. Hoe, dat was aan mij. Ik heb er nog een jaar over gedaan om de stap te zetten, maar op een dag wist ik: het is nu of nooit. Johan geloofde me niet toen ik het vertelde. Hij dacht dat ik zomaar wat zei, tot hij doorkreeg dat het menens was. Vanaf dat moment heeft hij – tot de dag van vandaag – geen woord meer tegen me gezegd. Mijn dochters waren woedend, ik had hun vader afgedankt als oud vuil. Waarom nu nog, waarom niet alles gewoon bij het oude laten, zo erg was het toch allemaal niet?  Maar ik kon niet meer, ik had het gevoel dat ik stikte. Ik ben bij mijn zus in Ermelo gaan logeren, en via via kon ik in dit vakantiehuisje terecht. In het begin heb ik heus weleens gedacht: wat heb ik gedaan. Mijn schuldgevoel was enorm, die man kan bij wijze van spreken nog geen ei koken. Maar ja, dan leert-ie dat maar. Na ongeveer een maand voelde het al alsof er een rotsblok van mijn schouders was gevallen. Ik kon weer ademhalen.

Vrienden en kennissen begrepen er niets van, maar gelukkig zijn niet alle contacten verbroken. Zelfs het contact met mijn dochters is inmiddels redelijk hersteld. Daar ben ik dankbaar voor; ik moest er niet aan denken dat ik mijn kleinkinderen niet meer zou mogen zien. Ik mis soms de vertrouwdheid van mijn oude omgeving. En ja, bij tijd en wijle voel ik me best alleen maar nooit eenzamer dan tijdens mijn huwelijk. Johan mis ik geen seconde, eerlijk gezegd. Erg hè?

Ik ben 73, gezond, wie weet hoeveel jaren ik nog heb. Ik lees me suf, heb me ingeschreven voor een cursus kunstgeschiedenis en hoop op vrijwilligerswerk in een bibliotheek. Ook ben ik op zoek naar een lief hondje om lekker mee te gaan wandelen. Ik denk nog vaak: dat ik dit heb gedurfd. Ja, ik ben best trots op mezelf.”

Het aantal 60+ echtscheidingen is in de afgelopen jaren verdubbeld. We trouwen over het algemeen later dan vroeger en scheiden (dus) ook later. Dit gaat voor de 70+ generatie meestal nog niet op, maar wat wel meespeelt is dat we steeds ouder worden, waardoor ook een huwelijk steeds langer duurt. Te lang, blijkt uit de stijgende echtscheidingscijfers onder ouderen. Zes procent van de 70-plussers gaat alsnog uit elkaar. Tel daarbij op de toegenomen economische onafhankelijkheid van vrouwen en voilá: nog een argument om niet meer tegen je zin naast Piet of Karel op de bank te blijven zitten.

Een ander fenomeen is de vrouw die haar leven lang voor anderen heeft gezorgd, en die uit dat patroon wil breken. Scheiden op deze leeftijd is wel een reuzenstap, overweeg de consequenties goed en bezoek als het even kan, eerst een relatietherapeut. Bedenk dat het juist voor de oudere generatie financieel erg sappelen kan worden als er twee huishoudens gerund moeten worden van een pensioen en AOW. Houd ook rekening met een mogelijk conflict met de kinderen (die zich over twee partijen moeten verdelen of duidelijk partij kiezen. En hoop je na je scheiding op een gepassioneerd liefdesleven, de kans op een nieuwe partner  is erg klein. Vooral achterblijvende mannen kunnen in een sociaal isolement raken.

Van financiële zorgen of verlangen naar een andere man is bij de 71-jarige Trude geen sprake. Zij staat op het punt terug te keren naar haar moederland Noorwegen, tot het zover is woont ze in het tuinhuis van vrienden. Zij ontmoette haar drie jaar jongere man Pieter toen ze, 34 jaar en net gescheiden van haar eerste (Noorse) man, met vakantie was in Spanje. “Binnen een half jaar had ik mijn besluit genomen: ik wilde bij Pieter in Nederland zijn. Ik heb mijn baan als dierenarts opgezegd, mijn moeder, broer, zus en vrienden gedag gekust en ben naar Nederland vertrokken. De eerste helft van ons huwelijk was prima. We kregen een zoon, Evald. Ik had plannen om mijn vak weer uit te gaan oefenen, maar het Gooische waarin altijd wel iets leuks te doen is, beviel me net iets te goed. Noren zijn in sociaal opzicht nogal naar binnen gericht, heel erg op thuis en het gezin. Hier is het meer open, meteen van ‘kom maar binnen.’ Dat vond ik zo leuk. Dus was ik – heel Nederlands – te lang thuisblijfmoeder. Achteraf doodzonde, ik had mijn beroep zo snel mogelijk weer moeten oppakken. Pas toen Evald ging studeren, dik in vijftig was ik toen, besefte ik hoe leeg mijn leven was geworden. Pieter is rijk geworden in het bankwezen en was al aan het afbouwen. Status is belangrijk voor hem. Daar was ik, zijn leuke Scandinavische vrouw, ook wel een beetje onderdeel van. Maar ik heb niets met designerkleding of botox en mijn lange blonde haar liet ik gewoon grijs worden – wat dat betreft ben ik nooit een Gooische vrouw geworden. Toen ik jonger was vond Pieter dat eigenzinnige leuk, maar op een gegeven moment vond hij mij kennelijk niet meer aantrekkelijk. Hij gaf wel hints, maar ik ben een natuurmens, ik wil geen plaknagels of cup DD. We hielden nog wel van elkaar, maar leefden steeds meer langs elkaar heen. Zonder ruzies, zonder drama, zonder romantiek en zonder passie. Pieter was veel weg voor de clichédingen die bij een welvarende man horen: varen, golf, autorally’s, wijnproeverijtjes in Frankrijk, whiskyreisjes naar Schotland, vliegvissen in Canada.

Ik bezocht in mijn eentje mijn familie in Haugesund sinds Evald met zijn gezin naar Amerika is geëmigreerd. Ik begon mij steeds meer een eilandje te voelen.  Tussen mijn gesoigneerde Gooische vriendinnen, hoe lief ook, bleef ik toch een beetje een vreemde eend in de bijt. Ik begon het rauwere leven in Noorwegen te missen; de natuur, de jacht, de kou, de sneeuw. Zo ben ik nog jaren doorgesukkeld, fantaserend hoe het zou zijn om terug te gaan. Maar ja, scheiden op deze leeftijd? Dat doe je toch niet? Tot Evald zei: ‘Mam, waarom niet. Je bent nooit meer blij, en pa redt zich heus wel. Het kan toch nog.’ Vrij snel daarna heb ik de knoop doorgehakt. Pieter nam het kalm op. Logisch, hij bleek al enige tijd een vriendin te hebben. Dat vermoeden had ik al langer, maar het deed me weinig. Dat zegt veel. De scheiding werd keurig geregeld en we hebben goed afscheid van elkaar genomen. Er zijn geen hard feelings. Wel verdrietige hoor, bij ons allebei. We zijn twee scheepjes geworden die ieder een andere kant uit zijn gevaren.

Ik kan niet wachten tot ik straks weer kan wandelen in de bossen van Djupadalen. Ik heb een geweldig huisje gekocht en ik wil een moestuin, kippen en misschien wel een paard. Mijn jongere broer en zus wonen vlakbij. Of ik nou nog één of twintig jaar te gaan heb, ik verheug me sinds lange tijd weer op de tijd die nog komen gaat.“

 

Dit stuk is afkomstig uit onze eenmalige uitgave Saar 70+ dat in de zomer van 2020 verscheen. Het was een groot succes en we willen er graag weer een maken. Geïnteresseerd? Laat dan je mailadres achter, dan hoor je wanneer we er verder mee gaan. (Geheel vrijblijvend uiteraard.)

Saar70plus@snippetmedia.nl

 

gifgif
Heleen Spanjaard
Heleen Spanjaard
Heleen Spanjaard (65) woont in het noorden van het land, staat bekend als verklaard sporthater, maar loopt zich dagelijks suf met de hond en klimt iedere week op een paard. Is dol op poezen, lezen, jurken en witte wijn, en kampt al decennia met een hardnekkige Bold and the Beautiful verslaving.