Hoe heurt het eigenlijk: ben ik een schrale beuker als ik geen fooi geef?

Na kappersbezoek is ook het terras nu weer toegestaan. Marjolein friste in de tussentijd haar etiquette op. ‘Ben ik een heel schrale beuker als ik geen fooi geef?’

Na een gezellig etentje of een wijndrinksessie op het terras komt onherroepelijk de rekening. Nou ben ik de laatste die daarvoor als een Forrest Gump richting toiletten holt. Maar ik worstel wel al mijn hele volwassen leven met de vraag: hoeveel fooi moet ik geven?

Op een zwoele zomeravond gonst er vaak van alles door mijn hoofd. Ben ik een heel schrale beuker als ik geen fooi geef omdat het eten niet te hachelen was, en ik druk ben met bidden dat ik vannacht niet met buikloop op de bedrand zit? Hoe rond ik de boel eigenlijk af? Iets met een 5 of een 0?

Vaak doe ik maar wat. En zo komt het dat ik na een leuke avond op de fiets terug bedenk dat ik die aardige serveerster met die gulle lach best nog wat meer had kunnen geven. In tegenstelling tot die kale klaphark van een ober die elke keer als hij de bestelling kwam opnemen vooraf een diepe zucht slaakte. Áls hij de bestelling kwam opnemen.

Ik wil nu wel eens weten hoe het hoort. En dus leg ik mijn oor te luister bij etiquettedeskundige Anne-Marie van Leggelo-van den Berkmortel. Ze stelt meteen dat fooi geven natuurlijk nooit een verplichting is. “Maar ben je tevreden, dan is een geste leuk. 10 procent van het bedrag op de bon is meestal een goede maatstaf. Minder kan ook. Al is 1 procent wel een beetje zielig.”

En er zijn nog meer acties die in de fooi-etiquette not done zijn. “Heb je één biertje of één koffie besteld, geef dan geen 10 of 20 cent fooi. Dan wordt het een belediging. Een minimum van 50 cent is beter. Ook niet echt leuk is het om al je kleine eurocentjes in de asbak te plempen als tip. Vergeet niet: fooi geven is een gebaar waarbij de manier waaróp ook iets zegt.”

Het is redelijk gangbaar dat we ook taxichauffeurs iets extra’s toestoppen en hetzelfde geldt voor de bezorgers van de boodschappen en het diner. Ook dan geldt volgens Anne-Marie dat een paar cent eerder een belediging is dan een compliment.

Zelf vind ik fooitechnisch de kapper een nogal verwarrende plek. Na gevoelsmatig mijn hele hebben en houwen in de handen van een begripvolle knipster te hebben gelegd, sta ik bij de kassa ineens oog in oog met een wildvreemde griet (Huh. Waar is míjn kapster gebleven?) die me vragend een astronomisch bedrag toefluistert. Wordt hier iets fooierigs van mij verwacht?

Niet echt, volgens Anne-Marie: “Vroeger was het vrij gangbaar om de kapper wat extra’s te geven. Tegenwoordig is dat lang niet meer zo gebruikelijk.”

Maar ja. Juist nu kunnen ondernemers die knaken natuurlijk wel heel goed gebruiken, zoals Anne-Marie ook aangeeft. Ik weet wat mij te doen staat: gewapend met pinpas en genoeg cash met gezwinde spoed naar de kapper. En daarna het terras op.

Lees ook: 45 voordelen van niet met vakantie kunnen

gifgif
Marjolein Straatman
Marjolein Straatman
Marjolein Straatman werkt als zelfstandig journalist en tekstschrijver. Ze woont samen met vriend en hond. In haar vrije tijd duikt ze graag de sportschool in. Ook heeft ze een voorliefde voor kringloopwinkels en rommelmarkten.