‘Het verkeersexamen is de eerste en laatste keer dat je kind richting aangeeft’

-

Het is weer verkeersexamentijd en Monica denkt met weemoed terug aan de dag waarop haar oudste zich voor het eerste en het laatst aan alle verkeersregels hield.

De buurjongen van tien komt binnen en zegt met een gewichtig gezicht dat hij deze week verkeersexamen heeft. “Eerst theorie en dan later de praktijk.”

Hij gaat graag mee met de honden naar het bos en onderweg val ik hem dan al jaren lastig met feitjes en weetjes over bloemen, wolken, planten, richting bepalen en zowaar ook wat verkeersborden en haaientanden betekenen.

Ik zie hem ook wel eens fietsen en soms ziet dat er redelijk normaal uit, maar vaker hangt er een vriendje ondersteboven op de bagagedrager of worden er – met wisselend succes –  pogingen tot wheelies gedaan.

Kinderen op de fiets in het verkeer, ik ben er altijd extra voorzichtig mee – je wilt tenslotte dat andermans kuiken heelhuids thuiskomt. En met de branie, het geslinger en het gestunt in de hoop op een viraaltje mag dat soms een wonder heten.

Onwillekeurig denk ik terug aan het verkeersexamen van mijn eigen zonen. Na het strikdiploma en de zwemdiploma’s toch het volgende grote ijkpunt in een kinderleven. Grote mond, maar intussen bloednerveus.

Bij de oudste stond ik bij het praktijkgebeuren verscholen opgesteld bij een vriendin die aan een rotonde woont waar ze driekwart overheen moesten. Hij vond het zo spannend, ik was brandend benieuwd hoe hij op zijn fiets zou zitten.

Serieus, je hebt nog nooit zo’n keurig fietsend kind gezien. Beide handen aan het stuur, hesje netjes zichtbaar voor de controleurs. Hoe hij om zich heen keek? Prijzenswaardig, enorm periscoopgehalte. En richting aangeven met militaire precisie, hè?

Ik geloof dat het de eerste en ook meteen de laatste keer was dat hij dat heeft gedaan. Hij is nu vijftien en is op de fiets met van alles bezig, behalve met richting aangeven. Of om zich heen kijken. Hij kijkt louter op zijn telefoon. En fietsen zonder handen aan het stuur kan hij al sinds zijn achtste. Oortjes in uiteraard, want stel je eens voor dat je een truck met aanhanger zou horen aankomen. Een helm? Hahahahaha!

Als ik hem zie fietsen, sta ik doodsangsten uit, hij waant zich totaal veilig in zijn bubbel. Een rood verkeerslicht is volgens hem alleen een suggestie, als er niets aankomt fietst hij gewoon door. En de fiets ‘evenwichtig beladen’ is bij hem een rammelende scheve bierkrat met daarin een rugzak die er ook wel eens uithobbelt. En dan maar hopen dat hij dat merkt, met zijn ogen op een scherm. Zelf beweert hij uiteraard dat hij alles meekrijgt en hij is tot nu toe zonder grote schade thuisgekomen, dus misschien is dat ook wel zo. Of misschien is hij gewoon de grootste mazzelaar ooit.

Hoe dan ook, ik weet zeker dat de buurjongen het verkeersexamen prima zal afleggen. Hij zal stoppen bij een stopbord, rood licht respecteren, zich in bochten draaien om te laten zien dat hij om zich heen kijkt, bij haaientanden voorrang verlenen en beide handen aan het stuur houden. Behalve natuurlijk als ie richting moet aangeven.  Want dan mág het, slechts één hand aan het stuur houden.

En na dat examen? Laat ik het zo zeggen: ik heb te doen met de buurvrouw, want ik weet wat haar te wachten staat.

Nooit meer iets missen?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!

gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN