Hermiens verloor ook haar man aan kanker: ‘Je zegt dat het goed met je gaat, maar dat is niet zo’

-

Hermien keek naar DWDD Summer School met Femke van der Laan. Net als Femke verloor zij haar man aan longkanker. ‘Wat rouw met je doet, merk je pas als het over je wordt uitgestort.’

‘”Je hoeft niet te kijken,” schoot bij de aankondiging van Matthijs door me heen. Haar verhaal ken ik immers maar al te goed, het is ook mijn verhaal. Het dwarrelt dagelijks door mijn gedachten, soms wil ik daar niet extra mee worden geconfronteerd. Zodra Femke begint te praten, zuigen haar woorden mij richting beeldbuis. Haar Eberhard kreeg longkanker met de diagnose uitzaaiingen. Mijn Eric kreeg een jaar eerder longkanker en kon geopereerd worden. Voor deze diagnoses werden gesteld, waren er slapeloze nachten, vloeiden er talloze tranen en werden onzekerheden uitgesproken.

Een jaar later had ook Eric uitzaaiingen. Femkes man overleed in oktober op 62-jarige leeftijd, mijn man vier maanden later, een dag voor zijn 62e verjaardag. Haar kinderen zijn nog jong nu ze door moeten zonder vader, mijn kids zijn al volwassen. Zij kiest voor vakanties op de vertrouwde plek in Italië, ik kies juist het liefst voor andere bestemmingen waar ik nooit met Eric ben geweest. De jaarlijkse confrontatie als ik voor onderhoud naar ons vakantiehuis moet, vind ik heftig genoeg. Ik wil herinneringen koesteren zonder krampachtig vast te houden aan het oude vertrouwde en doe mijn best om nieuwe herinneringen te maken.

Femke en ik, we beleven het anders en voelen hetzelfde. Die lege plek naast je aan tafel, in bed, overal waar je komt. Een goede boom opzetten, soms onder het genot van een goed glas wijn, het is voorbij, voor altijd voorbij. De wetenschap ‘nooit meer’ is zelfs na bijna zeventien maanden nog steeds te abstract. Hij staat gevoelsmatig nog zo dichtbij mij. Eberhards overlijden bepaalde dagenlang het landelijke nieuws, Amsterdam was in tranen. Erics overlijden sloeg alleen een krater in mijn leven. Het is fijn om te voelen dat er zoveel mensen met je meeleven, het verdriet beleef je echt alleen. Dat gold voor Femke en ook voor mij. Alleen, met een aantal dierbaren om je heen waardoor je je staande weet te houden.

‘Je moet zo snel mogelijk de draad van het leven weer oppakken,’ adviseerde Eric mij kort voor zijn dood. Ik wist niet wat ik daarop moest antwoorden. Geen idee wat mij boven het hoofd hing. Wat rouw met je doet, merk je pas als het over je wordt uitgestort.

De ontluisterende rauwheid van verdriet, heviger dan ik ooit had gevoeld. Zelfs het verdriet na het overlijden van mijn ouders viel hierbij in het niet. Wij waren al zo lang samen. Je gaat door en zegt dat het goed met je gaat, maar dat is niet zo. Je weet niet eens hoe het met je gaat. De automatische piloot neemt de routinematige klussen over. Je lach klatert niet meer, je ademhaling stokt en je denkt dat je nooit meer echt vrolijk zult worden. Het voelt alsof je leven voor altijd mat gekleurd zal blijven.

‘Schrijf erover,’ zei Eric. Hij wist dat het me zou helpen, daarvoor kende hij me te goed. En ik schreef, soms blogs die ik op internet deelde, maar ik schreef grotendeels aan hem. Gesprekken die ik in mijn hoofd met hem voerde, zette ik op papier om het los te kunnen laten. Ik vertelde over die eerste nachten dat ik de leegte naast me in bed vulde met zijn dikke ochtendjas. Hij moest weten hoe de crematie was verlopen, dat zijn wensen goed waren uitgevoerd. Tegen wie kon ik beter iets zeggen over zijn broer, die tijdens de condoleance had geprobeerd de aandacht naar zich toe te trekken door de meest verdrietige persoon uit te hangen. ‘Had bij leven meer moeite gedaan’, vond ik. Eric had dat begrepen, net zoals hij het had begrepen dat ik schoonzus, die we al een jaar niet hadden gezien, had geweigerd in de familiekamer. Ze was echt te laat!

Ik huilde bij hem uit toen die oude weduwe vond dat het voor mij toch makkelijker was omdat ik nog zo jong was. Ze vergat voor het gemak dat ook wij gedroomd hadden van samen oud worden, samen de wereld rondreizen, net als zij met haar man. En ik voelde Erics troost over me heen vallen. Op papier haalde ik herinneringen op aan mooie, soms ook minder leuke gebeurtenissen, die me opeens te binnen vielen. Als ik op feestjes vervelend werd bejegend door de botheid van mensen die niet begrepen dat het soms niet de plek en niet de gelegenheid was om door mijn pantser heen te breken, kon ik mijn verhaal kwijt bij Eric. Hij keek over mijn schouder mee als ik hem schreef.

‘Als je mijn raad nodig hebt, denk dan goed na. Je weet hoe ik zou reageren,’ zei hij enkele dagen voor zijn overlijden.Ik weet dat hij had gelachen als ik weer eens met instanties overhoop lag tijdens het regelen van allerlei zaken die na een overlijden afgehandeld moeten worden. Die keren dat ik zwaar gepikeerd en jankend achter het beeldscherm zat om over mijn frustraties te schrijven, beeldde ik me in dat zijn troostende armen om me heen lagen. Het verlichte de pijn.

Soms was ik boos, heel erg boos op hem en die boosheid overviel me voor het eerst vorig jaar, toen ik alleen in ons vakantiehuis was en echt alles fout liep. Ik was eenzaam, voelde me zielig. Ik tierde, vloekte en niemand die me hoorde. Deze hel, de confrontatie met het diepste verdriet, daar moest ik alleen doorheen. Vanaf dat moment kreeg ik weer meer grip op mijn leven, steeds een beetje meer.

We zijn nu bijna zeventien maanden verder. Vorige week schoot ik nog vol door een mail van de belastingdienst gericht aan Eric, terwijl zij toch als een van de eersten wisten van zijn overlijden. Deze week is het drieëndertig jaar geleden dat we trouwden. Onze trouwdag was altijd een feestdag en dat mag geen rouwdag worden. Met de kids, de producten van onze liefde, plan ik iets gezelligs. Ook zij missen hun vader en die dag zullen we ongetwijfeld mooie herinneringen aan hem ophalen. We weten dat Eric ons graag zo zou zien. ‘Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd, was immers altijd zijn levensmotto.

Het diepe, intense verdriet heeft een ander mens van mij gemaakt. Ik had geluk, om me heen was een vangnet van fijne, begripvolle mensen die me steunden, voor afleiding zorgden en er waren als het nodig was. Ik kon dankzij hen niet te diep vallen. Tegenwoordig zeg ik dat ik weduwe ben, geen single, dat is anders. Ik ben een vrouw die haar man heeft verloren. Een vrouw die geworsteld heeft, maar niet is verzopen. Een weduwe die haar bestaan weer weet te kleuren, ondanks de pijn in haar hart. Mijn verdriet is een deel van mij geworden. Het hoort bij mij en het mag er zijn!

Femke, ik en al die anderen. Ons verhaal is anders, de pijn en het gemis is gelijk!

Lees ook: En dan hoor je dat je kanker hebt

gifgif
Hermien Stok
Hermien Stok
Hermien Stok (57) woont met twee volwassen kinderen, een kwijlende Berner sennenhond en twee jonge katertjes in een dorp onder de rook van Dordrecht. Haar man Eric is een jaar geleden overleden. Hermien is de auteur van vijf kinderboeken en een boek over de verbouwing van haar huis in Slowakije.

RECENTE ARTIKELEN