Als-ie maar geen homo wordt (want Els wil zo graag een schoondochter)

-

Omdat ze zelf geen dochters had, verlangde Els al toen haar zoon nog jong was verschrikkelijk naar een schoondochter. Haar wens ging in vervulling. En hoe. Ze kreeg achtereenvolgens een ijskoude hartenbreker, een del en Belinda Meuldijk over de vloer.

LEES OOK: Mijn dochter van 18 kreeg een baby – daar ging mijn vrijheid

Mijn buurvrouw Anouk heeft een hekel aan haar schoondochters. Ze heeft er vier en allemaal deugen ze niet. De eerste schoondochter zegt nooit iets, de tweede is dom, de derde praat plat en de vierde is een hysterische moederkloek. Arme Anouk. Ze is domweg jaloers. Op de leuke vrouwen die haar zoons hebben ingepikt. “Ik zie ze nooit meer”, klaagt ze. “Geen wonder”, zeg ik dan. “Je doet helemaal niet aardig tegen ze. Als ik jouw schoondochter was kwam ik ook niet bij langs.”

Zelf verheug ik me al mijn hele leven op een schoondochter. Ik heb maar één kind en dat is een zoon. Ik duimde dat hij geen homo zou worden, want dan zou ik er nooit een dochter bij krijgen. En dat leek me nu juist zo gezellig. Ik kwam er al snel achter dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Mijn eerste schoondochter was Joyce. Een vierjarige blondine waarop mijn kleuterzoon stapelverliefd was. “Mag ik haar voor haar verjaardag een gouden ketting geven, mama?” vroeg hij me dromerig toen ik de jonge minnaar onderstopte. “Jij hebt van die hele mooie.” Dat mocht. Uit mijn kist vol nepjuwelen zocht hij een prachtige hanger die ik voor twaalf gulden bij de Hema had gekocht. Joyce was er blij mee, maar het sieraad weerhield haar er niet van er op een dag vandoor te gaan met ene Davy. Dat ze daarmee mijn zoons hart brak, wuifde ze achteloos weg.

Elf jaar later kreeg mijn zoon serieus verkering. Priscilla. Een del, dat zag ik meteen, maar een leuke. Ze stapte vrolijk mijn huiskamer binnen, wees naar mijn boekenkast en riep stomverbaasd: “Hebt u die allemaal gelezen?” Ik vermoed dat ze van mijn zoon een man heeft gemaakt, want toen ik op een middag wat vroeger uit mijn werk kwam, trof ik ze in bed. En niet om een middagdutje te doen, dat wist ik wel zeker.

Priscilla ging en Marit kwam. En na Marit nog vele mooie meiden die één ding gemeen hadden: ze waren allemaal net zo blond als Joyce. Mijn zoon nam ze meestal niet mee naar huis en als ik vroeg waarom niet, zei hij: “Geloof me nou maar mam, dit zijn geen meisjes om aan je moeder voor te stellen.” Ik vermoedde dat hij van de een naar de ander zwierf en het mannelijk equivalent was van een slet. “Schat, je bent toch wel lief voor ze he?” vroeg ik bezorgd. “Geen harten breken, hoor.” Waarop hij me aankeek alsof ik van Mars kwam. Groot gelijk, waar bemoeide ik me mee.

Hij was 23 toen hij op een dag onverwacht op de stoep stond met een meisje. Dit is serieus, flitste het door me heen. Marcha was blond (uiteraard), had een lijf om in te bijten en was stapelverliefd op mijn zoon. En hij op haar. Marcha beviel me wel. Ze was kordaat en levenslustig. De verkering duurde twee jaar. Ik droomde al van kleinkinderen toen mijn zoon begon te mopperen. Marcha had een hond gekocht. Een enorm beest dat tussen hun in sliep en gromde als hij probeerde tegen Marcha aan te kruipen. Marcha wilde niet alleen een hond, maar droomde ook van katten, een paard en een geit. Mijn zoon vreesde dat ze langzaam in een Belinda Meuldijk zou veranderen en dat er op een dag een ezel in de kamer zou staan.

Exit Marcha. Dat ging me aan mijn hart: ik was me aan haar gaan hechten. Mijn zoon zag de bui al hangen. “Je waagt het niet hè mam, je gaat haar niet aan je keukentafel uitnodigen hoor. Uit is uit.” Zo is hij. Een onverzettelijk type. Geen idee van wie hij het heeft.

Een jaar was het stil. Mijn zoon kwam af en toe eten maar zweeg over de dames. Ik vroeg er ook maar niet naar. Niks erger dan moeders die precies willen weten wat je allemaal uitspookt in de liefde. Ik had er zelf zo een, dus ik kan het weten.

En toen werd hij opnieuw verliefd. En geloof het of niet, dit meisje was voor de verandering niet blond. Integendeel, ze heeft ravenzwart haar en een huid die maar een zonnestraal hoeft op te vangen om prachtig bruin te kleuren. De eerste keer dat ik haar ontmoette, moest ik even wennen. Sara was een beetje stil en verlegen en ik wist me daar niet goed raad mee. Ze was zo anders dan Marcha. Toen ik dat de volgende dag aan een collega vertelde die veel jonger is dan ik, keek ze me streng aan. “Ik zou ook stil en verlegen zijn als ik jou voor het eerst ontmoette”, zei ze. “Weet je wel dat je heel erg overdonderend bent? Dat is best eng hoor.”
Ik zal haar altijd dankbaar blijven, want ik wist meteen: ze heeft gelijk. Ik bén overdonderend. En misschien ook wel eng. De volgende keer dat ik Sara ontmoette, probeerde ik vooral hartelijk te zijn. En rustig. En lief. En niet alles te zeggen wat ik denk, want daar heb ik nogal een handje van.

Het werkte. Sara bloeide op. Ik ontdekte waarom mijn zoon zo gek op haar is. Ze is niet alleen heel mooi, maar ook lief en zorgzaam. En als ze een verhaal vertelt, doet ze dat zo beeldend dat je de situatie voor je ziet. We kunnen samen de slappe lach hebben. Urenlang praten. En shoppen tot we scheel zien. Misschien vind ik wel het leukste aan Sara dat ze zo kan genieten. En totaal niet verwend is.

Kortom: niks te klagen. Als mijn zoon en Sara komen eten, kan ik me daar echt op verheugen. Dan zit ik tegenover dat leuke stel en geniet van de manier waarop ze met elkaar omgaan. Hij plaagt haar, zij hem en ze kunnen het niet laten elkaar aan te raken en te zoenen. Ik word daar altijd erg gelukkig van. En vind dat mijn zoon zich geen betere vrouw kan wensen. Hijzelf ook. “Sara is het beste dat me ooit is overkomen”, zei hij vorige week tegen me. De tranen sprongen me in de ogen. Want zeg nou zelf: dat is toch het enige wat je wilt? Dat je zoon gelukkig is? Dat hij een vrouw vindt met wie hij kan lachen en zoenen, feesten en dromen? 

Zelf heb ik nooit een schoonmoeder gehad, dus ik weet niet hoe het is om er een te hebben. Maar ik hoop dat ik een goede ben. Eentje die lief is en vrolijk. En als het leven zo loopt dat er op een dag kleinkinderen komen, zal ik er voor mijn schoondochter zijn. Dan kan ze op me rekenen. Ze hoeft maar te bellen en ik sta op de stoep. Om boodschappen te doen, op te passen of de afwas te doen. Maar vooral om haar te vertellen dat ze een geweldige moeder is. Want dat wordt ze, dat weet ik zeker.

Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Lees ook: ‘Mijn schoondochter vertelt iedereen wat een loeder ik ben’

 

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN