Monique liep ook mee in de mars, gisteren in Amsterdam. Hand in hand met andere moeders tegen homogeweld.
Ik was er ook. Voor alle moeders. Ik weet hoe moeilijk het kan zijn als je zoon of dochter uit de kast komt ook al omarm je die keuze van harte. Zo simpel is het niet.
Ik weet dat er als moeder van alles door je heen gaat. Dat je nachten wakker ligt. Dat je huilt om alles wat hen mogelijk nog te wachten staat. Dat je bang bent dat je zoon of dochter nooit echt gelukkig wordt. Bang dat ze worden uitgescholden, achtergesteld, mishandeld, weggepest op hun werk, uit hun buurt. Bang dat ze voortdurend op hun hoede moeten zijn. Achterom kijkend. Argwanend. Onzeker. Bang dat ze nooit meer open en eerlijk durven te zijn. Bang dat hun leven een leugen wordt.
Je huivert en vreest dat alle vrijheden die wij hebben verworven straks niet meer voor hen gelden en ze als paria door het leven moeten.
Je zou het liefst de hele dag de hand van je zoon of dochter stevig vasthouden. Je zou het liefst heel Nederland willen toeroepen dat ze van haar of hem moeten afblijven. Maar dat doe je niet. Tuurlijk niet. Je kind moet het zelf doen. Hij of zij moet zichzelf weerbaar maken. Zelf alle gevaren trotseren.
Maar ik hield de hand van een andere moeder vast. Moeders moeten solidair zijn. Wij moeten elkaar troosten. Wij liepen er als dé tijgers van Nederland. We gromden keihard want waag het niet om maar één vinger naar ons kroost uit te steken. Waag het niet om mijn zoon of dochter wat aan te doen, want ik sla mijn klauwen uit en dan ben je nog niet jarig.
Dat voelde goed. Veel meer kun je niet doen. De heren en dames in Den Haag zijn nu aan zet. Pak de homohaters aan. Moeders zijn niet mild als je aan hun kinderen komt. Dat verwachten we van jullie ook niet.