Zuster, mag ik in het sterfkamertje liggen, alstublieft?

-

Hoe de 61-jarige broer van Els in het ziekenhuis te maken krijgt met een rochelende buurman en een vieze schoonmaker en midden in de nacht een overvol urinaal over zich heen krijgt. 

Mijn broer R. moet geopereerd worden en daar ziet-ie als een berg tegenop. Het is ook niet niks: een dreigend aneurysma en een stent die geplaatst moet worden. Bovendien slaapt hij het lekkerst in zijn eigen bedje naast zijn eigen vrouw. Zuster Clivia is echt niet eng hoor, whatsapp ik hem. Als je op de stoel’n gaat staat, gaat ze zingen. Waarop R. terugschrijft dat hij dat nou net van plan was. En dat we vooral niet op bezoek mogen komen, want dat lijkt hem verschrikkelijk: met mensen converseren in pyjama.

LEES OOK Ik ben stikjaloers op mijn buurvrouw

Broertje krijgt een bed naast een mijnheer die rochelt, snuift en zo hard snurkt dat je net zo goed op een landingsbaan van Schiphol kunt gaan liggen. R. wordt er helemaal gek van en vraagt aan de verpleegkundige of er niet ergens een kamertje apart is. “Jawel”, zegt ze. “Maar dat is het sterfkamertje. Dat vindt u vast geen prettig idee.” Mijn broer zal het worst wezen. Sterfkamertje of niet, nog één rochel en hij blijft er sowieso in. Zuster Clivia strijkt over haar hart: “Voor één nachtje. Omdat u morgen geopereerd wordt. Maar daarna slaapt u gewoon weer op zaal hoor.”

Nadat R. succesvol is geopereerd is hij zo slaperig dat de buurman naar hartenlust mag rochelen, snuiven en snurken. Maar dan komt de dag erna. Om te beginnen valt het R. op dat het best een beetje vies is in het ziekenhuis. Onder de bedden liggen vlokken stof en de vensterbank kan best een sopje gebruiken. Mijn broertje is nogal van de hygiëne – dat zit in de familie. Tot zijn afgrijzen komt er een schoonmaker langs die het bestaat eerst de badkamer schoon te maken en daarna MET HETZELFDE SOPJE het nachtkastje te lijf gaat. Mijn broer grijpt zijn mobieltje. ‘Red me!’, appt hij naar mij. En daarna belt hij zijn vrouw om te vragen of ze alsjeblieft Glorix-doekjes mee wil nemen.

Die avond vertikt zuster Clivia het R. op het sterfkamertje te leggen. “Dan slaap ik wel in de badkamer”, zegt hij. De zuster kijkt hem dreigend aan. “Op de gang misschien?” Nee. Geen sprake van. En nu niet meer zeuren. R. legt zich erbij neer. Nog een nachtje en dan mag hij naar huis. Hij sluit zijn ogen en droomt van zijn eigen bedje en zijn vrouw die nooit rochelt, snuift en snurkt. Om vier uur nacht wordt hij wakker van de buurman die uit zijn bed probeert te klimmen. Dat kan helemaal niet want aan de buurman zit een slang vastgeklonken waaraan een urinaal is verbonden. De ramp is onontkoombaar.

De volle fles houdt nog even moedig stand maar dondert dan op de grond. Mijn broer vliegt zijn bed uit en springt op de vensterbank. Te laat, hij zit al onder de gele spetters. Net als zijn bed, de vloer, de gordijnen en de hele bliksemse bende. De volgende dag piept mijn telefoon. Een berichtje van R. ‘Ik ben weer thuis en heb twee uur onder de douche gestaan. Heb me zelden zo gelukkig gevoeld.’

Pssstt… Wist je dat we ook een tijdschrift hebben? Neem een abonnement of koop een los nummer om te kijken wat je ervan vindt.

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN