Wies dacht altijd dat ze een heleboel kinderen zou krijgen. Later, als ze groot was. Maar op een dag was ze veertig en bleek haar leven heel anders te zijn gelopen. Veel beter eigenlijk.
Heb jij kinderen? Het is de normaalste vraag van de wereld, ik stel ‘m zelf ook regelmatig, maar nog steeds heb ik moeite met het antwoord. Of liever gezegd, doe ik moeilijk over het antwoord. Het lukt mij niet om alleen Nee te zeggen. Ik vertel er altijd een heel verhaal achteraan, alsof ik mezelf moet verantwoorden. Niet dat er ook maar iemand is die om uitleg vraagt, het ligt gewoon aan mezelf. Ik wil voorkomen dat mensen denken dat ik misschien geen kinderen kon krijgen en daarover heel verdrietig ben. Ze zouden onterecht denken dat ik zielig ben. Ik wil niet dat ze zich rot voelen over het feit dat ze de vraag hebben gesteld. Wat er ook achter zit is dat ik niet als een vreemd eendje gezien wil worden. Het is toch een beetje gek als je geen kinderen hebt. Net zoals het raar is wanneer je niet naar een middelbare school bent geweest. Daar zou ik dan ook een heel verhaal omheen lullen. Ik wil ook niet dat er een stilte valt. Het is zo’n ongemakkelijk moment. Afijn, redenen te over om uitleg te geven.
Ik had alleen niet gedacht dat ik het nu nog steeds zou doen. Je zou zeggen dat het dan niet meer zo’n issue is. Het is wel een stuk minder beladen dan pak hem beet vijftien jaar geleden toen ik nog kinderen kon krijgen en de vraag veel vaker gesteld werd. Toen vond ik het vooral zelf heel vreemd dat ik geen kinderen had. Heel lang was ik ervan overtuigd dat ik er een boel zou krijgen. Ik kom zelf uit een groot gezin. Ik wist niet beter. Tot mijn veertiende speelde ik eindeloos met poppen. Uren was ik in de weer met papjes, luiers en verzorgen. Als iemand mij vroeg wat ik later wilde worden zei ik vol overtuiging vroedvrouw en moeder. Dat was wat er ging gebeuren. Eenmaal op de middelbare school paste ik bij veel gezinnen op. Iedereen wist dat ik dol was op baby’s en peuters. Toen mijn zus en een goede vriendin als eersten in mijn omgeving in verwachting raakten, dacht ik: gôh wat leuk, dat ga ik later ook doen. Rond mijn dertigste toen al mijn vriendinnen kinderen kregen, dacht ik er nog steeds zo over. Ik had immers zeeën van tijd. Pas rond mijn 35e realiseerde ik me dat ik wel een beetje moest opschieten. Ik had geen vriend en dat was voor mij de enige reden waarom ik nog geen kinderen had. Als ik de ware zou ontmoeten zou het allemaal vanzelf goedkomen.
Maar toen ik op mijn 38e Paul ontmoette, hoefde ik die kinderen eigenlijk niet zo nodig. Kennelijk was ik niet verliefd genoeg op Paul. Althans dat dacht ik, anders had ik die kinderwens toch wel gehad? Ik maakte het keer op keer uit om op zoek te gaan naar de man bij wie ik dat gevoel wel kreeg. Pas toen ik veertig werd, werd het langzaam maar zeker duidelijk dat het niet aan Paul lag maar aan mezelf. Als ik zo ontzettend graag moeder wilde worden, dan had ik daar toch allang voor gezorgd? Dan had ik desnoods een verkeerde man gekozen. Ik had blijkbaar geen rammelende eierstokken, geen oerdrang, geen moedergevoelens, niks, nada. Ik had er nooit bij stilgestaan dat een kinderloos leven ook mogelijk was en uiteindelijk veel en veel beter bij mij past. Dat besef heeft mij meer in de war gebracht dan het feit dat ik geen kinderen heb gekregen. Het is raar wanneer je leven totaal anders loopt dan je altijd voor ogen had. Maar jeetjemineetje wat ben ik blij dat het zo gegaan is. Ik had volgens mij helemaal geen kinderen aangekund. Ik heb het al druk genoeg met mezelf. Paul en ik vinden het heerlijk zo. Hoe vaak wij niet tegen elkaar zeggen: stel je toch voor dat we nu kinderen hadden gehad. Het voelt als een luxe ze niet te hebben. Het is maar goed dat hij ze ook niet per se wilde, want dan was het lastig geweest.
Natuurlijk ben ik weleens ontroerd en jaloers als ik een baby in mijn armen heb, maar het is altijd van korte duur. Ik heb er nooit traan over hoeven laten. Mijn vriendinnen hebben het nu druk met de kinderen die uit huis gaan. Als de gesprekken daarover gaan kan ik me weleens een buitenstaander voelen. Je blijft een vreemde eend. Maar ze praten er tenminste over. Niks zo erg als wanneer mensen het onderwerp kinderen mijden omdat ze het zielig voor me vinden. Ik wil juist alles horen.
Nou ja, dit is dus het verhaal dat ik altijd vertel als iemand me vraagt of ik kinderen heb.
Beeld: Stocksy