Een avond op Tinder is misschien heerlijk maar de kans op een leuke vent is bedroevend klein. In het wild is veel effectiever: ‘Je wilt toch weten of hij lekker voelt en ruikt.’
Er is natuurlijk niks mis met het feit dat het hele datingcircuit is verplaatst van de kroeg naar het scherm. Al swipend gaan we op jacht, naar die ene siginificant other: links, links, links, li…ehm rechts? Nee, toch naar links. Lekker makkelijk, want ongewassen, ongekamd, en in een grote, versleten joggingbroek kun je bepalen welke foto je om wil zetten naar een contact in real life. Dora (51) heeft sinds kort een vriend. Als single betrad ze twee jaar geleden het online datingcircuit via sites als Relatieplanet en Lexa, en apps als Tinder en Happn. “Het leek me makkelijk omdat ik gewoon thuis mannen kon scannen en in alle rust hun foto’s kon bekijken en profieltekst lezen. Zo kon ik, dacht ik heel praktisch, een eerste schifting maken. Iemand die te veel taalfouten maakte en die een profieltekst had gekopieerd van een ander viel meteen af. Ook mannen met een zonnebril op hun profielfoto of die een gevangen vis zoenen liet ik aan me voorbijgaan. Het was niet dat ik haast had, maar ik dacht wel: nu heb ik nog de energie om me volledig in een nieuwe relatie te storten, dus wilde ik het een en ander wel bespoedigen. Maar ik kwam er al snel achter dat online daten heel lastig is en ook helemaal niet snel gaat. Toen het op daten aankwam waren mannen standaard een stuk zwaarder en beduidend kaler dan hun profielfoto. En ik was heus niet op zoek naar een adonis met een sixpack, maar om elke keer tegenover iemand te zitten die ik amper herkende omdat het zo’n verschil was met de foto’s die ik op mijn scherm had gezien, is gewoon jammer. Ik heb het een jaar geprobeerd, maar ben uiteindelijk met alles gestopt. Liever alleen dan elke keer teleurgesteld raken. Een paar maanden later kwam ik Koen tegen. Gewoon in de kroeg. We raakten aan de praat toen ik bij de bar bestelde, en een paar uur later waren we nog in gesprek. Aan het einde van de avond pakte hij mijn arm even vast en sloeg de vonk over.”
Grappig genoeg heeft online daten de naam dat het snel gaat. En dat is handig in een tijd dat we van alles hebben, behalve tijd. Tussen het werken, sporten, zorgen voor kinderen en ouders, en uitstapjes met vriendinnen door kunnen we mooi even een gestolen uurtje mannen checken. Maar ja, als er uit het bulk aanbod een handjevol potentiele kandidaten is gedestilleerd begint het pas. Er wordt geappt, gebeld, en uiteindelijk een afspraak gemaakt. En dan moet het allemaal op die ene date een beetje kloppen. Terwijl als je in het wild iemand tegenkomt ben je meteen bij stap 3: het tegenover elkaar staan. Het appen kan nog zo leuk zijn, zijn zinnen nog zo briljant gevormd zijn, alles valt of staat bij het zien, voelen, en ruiken. Bevalt het? Dan blijven we. Ruikt het niet goed, dan weten we niet hoe snel we na dat eerste kopje koffie weer weg moeten.
Daten in het wild, er kleeft al bijna een oubollig tintje aan, dat wat de romantische zielen doen, maar het zorgt ook voor onverwachte ontmoetingen. Online is iedereen op zoek naar hetzelfde: een levenspartner, en om dat te bereiken vangen we onze wensen in algoritmes. We kijken niet meer oprecht naar een ander, maar vinken af welke hobby’s er bij die van ons passen en of zijn manier van vakantievieren gelijk aan die van ons is. Met het idee: hoe meer overeenkomsten, hoe beter de klik, hoe groter de kans van slagen. Dat is natuurlijk onzin, in de liefde geldt ook nog zoiets als opposites attract, juist datgene wat anders is, is leuk en aantrekkelijk.
Rianne (48) scheidde vier jaar geleden van de vader van haar kinderen en is sindsdien online aan het daten geslagen. Ze vond vooral het praktische aantrekkelijk, het vooraf kunnen scannen en schiften, zeg maar. “Die hele vooraf bullshit-blabla sla ik over, ik heb geen zin, en met drie kinderen ook geen tijd, om eindeloze gesprekken te voeren in de kroeg. Een app als Tinder is dan heel handig, als er een match is kun je al snel ter zake komen.”
Toch heeft ze haar nieuwe vriend in het wild ontmoet. Via haar werk. “Het gebeurde onverwachts en dat is met Tinder natuurlijk nooit het geval. Daar focust alles zich op een eventuele eerste date, het is niet zo dat je even lekker een paar uur gaat appen en dan zegt, dat was leuk en doei. Het ligt er dus nogal dik bovenop. Martin gaf een training bij het bedrijf waar ik werk. En heel eerlijk, hij is de man die ik online had weggeswipet. Verkeerde haarkleur, baardje, niet lang genoeg, en een baan waarvan ik dacht dat het heel saai zou zijn. Maar nu kon ik de hele ochtend naar hem kijken en luisteren. Ik vond hem intrigerend, zijn verhaal interessant, en god, hij had ook best een goede kop. Aan het einde van de ochtend dacht ik: jij bent wel heel erg leuk. We raakten in gesprek, wisselden nummers uit en zijn nu al zes maanden samen. Liefde laat zich blijkbaar minder goed vangen in matches en een algoritme. En het bewijst ook hoe bekrompen we blijkbaar online een partner zoeken. Ik was op zoek naar iemand die net zo was als ik, maar nu realiseer ik me dat dat ook best saai is. Juist de verschillen tussen Martin en mij maken dat we het zo leuk hebben samen.”
Ook Marieke (54) ontmoette haar vriend in het wild, nu twee jaar geleden. Aan online daten is ze nooit begonnen, omdat het de sjeu voor haar weghaalde. “Ik vond het gewoon niet spannend, het idee dat iemand mij uitkiest op basis van een foto en een paar zinnen. Wat zegt dat over mij? En wat over die ander? Bovendien gaat het als je online op zoek gaat, alleen maar over dat ene: zo snel mogelijk afspreken zodat je weet of er ook in het echte leven een klik is. Terwijl het juist leuk is om in de marges van je dagelijks leven een ander af te tasten. Jelmer liep net als ik elke ochtend met zijn hond. We hebben maanden naar elkaar geknikt en gelachen voordat we een gesprek begonnen. Dat waren maanden van een soort stil verlangen: is hij er vandaag ook? Loopt hij hetzelfde rondje? Het was spannend op een heel ontspannen manier. Doordat ik hem al had gezien en van een afstand van hem kon genieten vond ik hem al leuk voordat hij me had aangesproken. Dus toen hij op een dag vroeg of ik een keer zin had om koffie te drinken was het voor mij wel duidelijk.”
“Ik vind vooral het flirten een groot gemis online”, zegt Annette (56), “het kijken, wegkijken, aftasten, scannen, lachen en hopen dat er terug wordt gelachen.” Ze is na een lange en een paar korte relaties sinds kort weer single. En ja, ze heeft ook op Tinder gezeten en een Relatieplanet-account. Maar miste het echte contact. “Ik vond het online ook best wel plat. Al die wanhopige mannen die na twee zinnen al vroegen wat doe je straks? Zal ik langskomen? Of meer direct: ik wil je neuken. Nou ja, dan ben ik snel klaar. Noem me ouderwets, maar ik vind het wel fijn als er iets van een aanloop is naar een volgende stap. En dat kan als je iemand gewoon ontmoet. Op straat, via werk, op een feestje; het is onzin om te denken dat je avond aan avond in de kroeg moet zitten om iemand te ontmoeten. Ik ontmoet de hele dag mensen, kan de hele dag met mannen flirten, en als er een wederzijdse flirtklik is kan ik altijd tot een volgende stap, een gesprek, overgaan. Mijn laatste twee partners heb ik ook gewoon loslopend ontdekt. En met hen heb ik prachtige tijden gehad.”
Hoewel het toch vooral de vijftigplussers zijn die online daten, cijfers van het CBS laten zien dat een derde van de vijftigplussers zijn of haar dates vindt via internet, neemt het aantal mensen dat offline op zoek gaat toe. En dat zien we weer uit een andere, ontluisterende, schatting van het CBS. Er zijn zo’n 2,8 miljoen singles in Nederland. En slechts dertien procent vindt via een datingsite zijn of haar levensgezel en beland in een duurzame relatie. Waarmee we maar willen zeggen dat urenlang speuren en swipen niet altijd iets vasts oplevert. Terwijl je wel wordt belaagd door mensen met wie je eigenlijk niets te maken wilt hebben. In het wild heb je natuurlijk minder mannen tot je beschikking, maar de kwaliteit van de ontmoetingen is vele malen hoger. In het wild kom je hem namelijk tegen zoals hij is, écht is. En dus niet een twintig jaar jongere en tien kilo lichtere versie van hemzelf. Scheelt een hoop gedoe.
Tekst: Saskia Smith