Zo slaan we toch ineens een dagje sporten over. En nog een. En nog een…

-

Voor veel sportschoolhouders is het een bittere pil dat ze waarschijnlijk pas 1 september hun deuren kunnen openen. Voor sommige leden trouwens ook. 

De knoop is doorgehakt. De teerling geworpen. De handschoen opgepakt. Er gaat ein-de-lijk wat gebeuren. Na weken zonder sportschool krijgt mijn lijf weer iets van beweging. Omdat de berg voorlopig niet naar Mohammed komt, of andersom, heb ik een spinningbike gekocht. En daarmee dus een gym aan huis.

Hebben de grote sterren ook, denk ik vergenoegd. Het fietsgevaarte wordt door twee man naar de slaapkamer gesjouwd. Hoewel ik de sportschool mis, begin ik toch ineens de voordelen te zien van thuis sporten. Niet meer door weer en wind hoeven om te trainen, bijvoorbeeld. Zo, hop, vanuit je bed met je duffe kop op het fietsje kunnen klauteren.

Misschien zelfs wel élke dag. Hoeveel calorieën verbrand je dan wel niet? En hoeveel stukken appeltaart zijn dat per week? Als ik een beetje rustig aan doe met de snaaierij ben ik tegen de tijd dat die sportscholen weer open zijn zo afgetraind als wat.

Het is eenzelfde soort hoop die ik nog wel eens vestig op willekeurig een crème, lippenstift of broek. Die is meestal ook ijdel. Toch speur ik enthousiast naar een spinningles op internet. Bij een grijnzende sportieveling met een moddervet Brabants accent, gezellig, blijf ik hangen. Goedgeluimd stap ik de volgende morgen in een sportief pekske op de fiets.

Natuurlijk heb ik in mijn hele leven nog nooit het geduld gehad om ook maar één gebruiksaanwijzing fatsoenlijk door te lezen en is dat nu niet anders. Als mijn slaapkamer al galmt als een Noord-Brabantse sportklas, ben ik nog bezig met het bestuderen van de fietscomputer.

Mijn tablet -waarop de instructeur er inmiddels wel een gezwind tempo in heeft- heb ik op ooghoogte neergezet; hij balanceert op de spijlen van mijn wasrek. Intussen probeer ik hard achter een denkbeeldige kopgroep aan te fietsen. Tussen de rijen drogende beha’s en onderbroeken zie ik dat de meester inmiddels is aanbeland bij een regelrechte horror-oefening. Mijn benen branden. No pain no gain, denk ik hijgend naar adem, terwijl ik mijn afgelopen weken als bankzitter hartgrondig vervloek.

Om de slaapkamerdeur verschijnt het bemoedigende gezicht van mijn vriend. “Hij maakt alleen wel erg veel herrie”, zegt hij, wijzend op de bike en onze houten vloeren. Pas later, als ik beneden hoor hoe hij fietst, weet ik dat mijn nieuwe speeltje verdacht veel wegheeft van een houtzagerij.

Het is niet de enige hindernis in de thuissport. Discipline is ook een dingetje. Tot nu toe wist ik mezelf wél al jaren naar de sportschool te slepen. Gek genoeg is het thuis voor mij veel verleidelijker om de docent online te negeren.

En zo sla ik toch ineens een dagje sporten over. En nog een. En nog een.

Tot gisteren. In bed staarde ik voor het slapen gaan naar de contouren van mijn spinningfiets. Aan het stuur een cliché van jewelste. Vuile was.

Morgen begin ik. Wéér.

Lees ook: Hoe ik de moeke van de hipstersportschool werd

gifgif
Marjolein Straatman
Marjolein Straatman
Marjolein Straatman werkt als zelfstandig journalist en tekstschrijver. Ze woont samen met vriend en hond. In haar vrije tijd duikt ze graag de sportschool in. Ook heeft ze een voorliefde voor kringloopwinkels en rommelmarkten.

RECENTE ARTIKELEN