De oudste zoon van Jamila (52) heeft eindexamen gedaan. Vandaag krijgt Jael te horen of ie geslaagd is. Of niet, natuurlijk.
“Zo onuitstaanbaar relaxed als hij tijdens de eindexamens was – ik liep op mijn tandvlees, hij was chill – zo zenuwachtig is hij nu. Niemand mag ‘m bellen, de lijn moet vrij blijven. Zijn zus moet op stand-by staan om Het Moment te filmen, want het moet op de socials, uiteraard. En ik heb toch maar zo’n ellendig confettikanon gekocht, al heb ik er een hard hoofd in.
Jael is slim genoeg om te slagen, maar toewijding en timemanagement zijn niet zijn beste kanten. Er moet ook worden gegamed, met vrienden worden gehangen en stoer worden gedaan tegenover meisjes. Als hij met evenveel discipline aan zijn wiskunde had gezeten als dat hij World of Warcraft speelt, zouden we hier nu niet onrustig rondlopen. Ik werk een dagje thuis, maar kan mijn hoofd er niet goed bijhouden. Mijn man heeft me al zes keer geappt of we al wat weten en ik reageer steeds kortaffer – alsof ik het niet meteen zou doorgeven. Wordt het de vlag met de tas, een her of erger?
De vlag staat nog in de schuur, ik wil de goden niet verzoeken. Afgaand op zijn punten en wat we hebben kunnen uitvogelen rond de eindexamens is hij een gevalletje ‘net wel of net niet’. Ik ben stinkend jaloers op ouders van kinderen die nu zonder enige stress zitten te wachten op het telefoontje.
We schieten allemaal overeind als zijn telefoon gaat. Hij neemt op, zegt niet eens hallo maar blaft meteen: ‘Oma! De lijn moet vrij blijven!’
Twintig seconden later een appje van mijn moeder aan mij. ‘Nee, mam, we weten nog niets,’ app ik terug, met het gevoel van zeven espresso’s in mijn lijf. Er hangt zoveel vanaf voor hem. Jael is klaar met de middelbare school, dat was dit jaar al goed te merken. Hij wil door naar het MBO, naar een vakopleiding waar hij zin in heeft. Elektrotechniek, veel werk in, misschien ooit voor zichzelf beginnen. Hij heeft de blik al maanden naar voren gericht, maar zonder het papiertje van zijn diploma gaat het allemaal niet door. En ik moet er niet aan denken dat hij het jaar over zou moeten doen, ik heb echt geen idee hoe we hem dan nog kunnen motiveren.
De minuten tikken weg. Onze achternaam zit aan het einde van het alfabet, logischerwijs zouden we nooit helemaal aan het begin van de lijst gebeld worden. Maar het duurt nu toch wel heel erg lang. De radio staat zachtjes aan, maar het is op een of andere manier heel stil. Zijn zus doet een poging om nog wat aan haar werkstuk te doen. Ik rook al zeventien jaar niet meer, maar heb opeens woeste zin in een sigaret.
Opa appt. Zoon appt terug. Ik werp even een blik op de conversatie: ‘En?’ ‘Nog niks’. Het zijn allebei mannen van weinig woorden.
Er verstrijkt een uur. En nog eentje. De moed begint me in de schoenen te zinken. Zoveel tijd kosten die gesprekken toch niet? Maar misschien moet de klassenleraar wel veel troosten, weet ik veel. Wie een her heeft of gezakt is, moet aan het einde van de middag naar school voor een kop op-moment.
God, laat het jong alsjeblieft geslaagd zijn. De laatste keer dat ik zo zenuwachtig was, was toen ik zeventien jaar terug wachtte op de uitslag van een zwangerschapstest. Doet zijn telefoon het wel? Hij is zeldzaam slordig met opladen. ‘Staat ie niet op vliegtuigstand, staan de meldingen aan?’
‘Mahám!’
Als ik in mijn hoofd Plan B aan het bedenken ben – ‘Hoe houden we een diep teleurgestelde ongemotiveerde puber op school?’ – en afwezig wat onkruid wied om maar wat omhanden te hebben, gaat de telefoon. Ik vlieg naar binnen en zie mijn kind uit elkaar spatten van blijdschap. Hij doet heel cool, met zijn nog wat onwennige zware mannenstem en bedankt zijn leraar netjes. Daarna gejoel, gejuich, ‘yes-yes-yes!’
Met de hakken over de sloot, maar geslaagd is geslaagd. Ik knijp ‘m bijna fijn. Zijn zus heeft het moment gemist, die zat net op de wc. Zul je net zien. We doen het juichmoment nog even over met confetti en al. Hij is nog hysterisch genoeg, geen hond die het zal merken.
‘Pap, ik ben geslaagd!’ Ik hoor mijn man blij brullen door de telefoon. De grootouders worden geappt, de buurvrouw die door haar lawaai haar conclusies heeft getrokken komt met de taart aan die ik hoopvol had gekocht en even bij haar in de koelkast heb mogen stallen. Het is feest. Hij is klaar met school, hij begint aan een heel nieuwe fase. Het lijkt opeens nog maar vorige week dat ik steeds aan zijn babynekje snuffelde omdat hij zo lekker rook.
We wachten tot zijn vader thuis is met het ophangen van de vlag en een ouwe rugzak. Mijn man tilt zijn oudste kind op in een berenhug alsof Jael weer vijf is. Ik moet opeens heel erg huilen, van die vlag en die hug en van alles. Wat een rollercoaster was dit. En ligt het aan mij of is mijn kind nu in een half uur veranderd van een puber in een man?
‘Wat wil je eten, jongen?’ hoor ik mezelf zeggen. ‘Het is feest, jij mag het zeggen.’
Uiteraard kiest hij de meest walgelijke vette hap die hij kan bedenken: “Kapsalon!”
Want dat is volgens hem ‘gewoon een AVG’tje, maar dan lekkâh’.
Sommige dingen veranderen gelukkig niet.
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!