Waarom Miriam in haar leven nog nooit zo blij is geweest

-

Anderhalve week geleden kreeg Miriams moeder slecht nieuws van het ziekenhuis: longkanker. Deze week moesten ze terug voor de uitslag van de PET-scan. En kregen ze – wonder boven wonder – goed nieuws!

Mama loopt achter mij en mijn broer na haar ziekenhuisbezoek de parkeergarage weer in. Ineens hoor ik haar zeggen: Miriam? Jij zei altijd al dat ik honderd zou worden’. Ik sta stil. Draai me om en kijk haar aan. ‘Ik denk dat je nog gelijk gaat krijgen ook’. Ze lacht. Ik ook. Mijn broer grinnikt en opent de portieren van zijn auto. Vrolijk stappen we in. Mijn broer en ik werpen elkaar blijde blikken toe. Yes.

Mijn broer en ik zouden om 15.00 uur bij mama zijn. De hele ochtend loop ik in mijn staart te bijten. Ik ben verdrietig. Boos. Onrustig. Een wanhoop wil zich van mij meester maken dus neem ik een kalmeringstabletje in. Een week of anderhalf geleden kregen we te horen dat mama longkanker had, maar dat een PET-ct scan ons meer zou vertellen. Gelukkig kon ze snel terecht in het ziekenhuis. Dat mijn broertje meegaat vandaag om de definitieve uitslag te horen vind ik fijn. Tegen 14.30 uur houd ik het niet meer. Ik wil naar mijn moeder. Ik wil bij haar zijn. Op het moment dat ik aanbel bij het appartementencomplex waar ons moedertje woont hoor ik geclaxonneer. Het verbaast me niets. Daar is mijn broer. Mijn broertje. We schelen vier en een half jaar. Ook hij is een half uur te vroeg. We kijken elkaar aan en begrijpen elkaar zoals altijd zonder woorden.

We stappen de lift in. Terwijl de lift naar boven zoeft moet ik denken aan de allereerste keer dat ik mijn broertje zag. Ik was vier toen hij werd geboren en de avond voor de bevalling bracht papa mijn oudere zus en mij naar kennissen. Die hele zwangerschap van mijn moeder? Daar had ik als vierjarige amper iets van meegekregen. Ik wist dat mama een baby kreeg, zoiets als mijn pop maar dan een echte. Ik zie flitsen van mijn moeder die liefdevol haar pasgeboren zoontje, ons broertje, aan ons, haar dochters, toont. Mijn zus en ik vonden hem heel lief maar we waren vooral blij dat dat stiekeme gedoe voorbij was. En dat mama weer mama was.

Ons moedertje doet open. Ze draagt haar nieuwe broek en nieuwe trui. Haar haar zit superleuk. Haar make-up is weer prachtig. Aan niets is te zien dat ze heel erg ziek zou kunnen zijn of niet lang meer heeft. De avond daarvoor sprak ik mijn broertje. Hij zei: ‘Ik ga van het ergste uit, maar weet je wat ik niet begrijp? Mama heeft geen enkele klacht. Geen pijn. Niets’. Ik hield mij afgelopen nacht vast aan deze woorden. ‘Iemand die doodziek is heeft toch minstens pijn?’ We drinken een kopje thee. Dan staat mama op en trekt haar jasje aan van Scotch & Soda. Een hip bomberjackje dat alleen zij als 78-jarige kan rocken. ‘Kom jongens’ spreekt moeder eend ons toe. ‘We gaan’.

Stipt op tijd komt mama’s longarts naar de wachtkamer. Gelukkig mogen mijn broer en ik samen met onze moeder mee naar binnen. In mijn hand heb ik een notitieboekje. Ik wil alles wat er gezegd wordt noteren zodat mijn broer en ik onze oudste zus en de rest van de familie exact kunnen vertellen wat er precies besproken werd. Het goede nieuws overvalt ons alledrie. Ja er zijn wat verontrustende dingetjes ontdekt, maar tot onze grote opluchting krijgen wij te horen dat er vooralsnog geen reden is tot paniek. Mijn broertje en ik maken zelfs wat grapjes totdat ons moedertje ingrijpt en met haar ogen rolt richting haar arts en trots en opgelucht zegt: ‘En dan heb ik nog zo’n gek exemplaar hè? Ik heb drie van dit soort kinderen.’

Als we na een klein kwartier weer buiten staan zegt ons mamaatje: ‘En dan te bedenken dat ik zelf al had bedacht dat ik vol tumoren zat en ik in gedachte al was verhuisd naar een hospice. Nu moet ik dat hele beeld weer gaan bijstellen.’ Ik kijk naar mijn broer. Hij kijkt naar mij. Samen kijken we naar onze moeder en barsten in lachen uit. Tegelijkertijd zeggen we: ‘Nou ja zeg wat jammer nou. Wat een pech mam’.

Ik geloof niet dat ik ooit in mijn leven zo blij ben geweest.

Lieve lezeressen. Ik dank jullie enorm voor alle onwijs lieve berichten via Facebook. Via persoonlijke berichtjes, appjes etc. Vanaf nu schrijf ik weer over alle andere dingen die in mijn ogen ook belangrijk maar eigenlijk ook totaal nutteloos zijn. Gewoon ter vermaak. Want hé? Altijd blijven lachen.

Lees ook: Waarom zelfs Miriam heel even schijt had aan de anderhalve meter

gifgif
Miriam Mars
Miriam Mars
Miriam (54) woont samen met JP en Kater Koos ergens in Brabant. Naast haar werkzaamheden als ZZP'er, werkt ze ook parttime voor een golfschool. Sinds 2021 is ze, naast moeder van twee volwassen kinderen, oma van Jan. Als de in Dubai woonachtige Jantje met zijn ouders in Nederland is laat ze alles uit haar handen vallen voor hem en is ze onbereikbaar voor iedereen. Meer weten? Op Instagram miriammars1968 laat ze alles zien. Nou ja. Bijna alles.

RECENTE ARTIKELEN