‘Mam, een vriend van mij is overleden. Ze denken dat hij het zelf heeft gedaan…’

-

Irma is aan het werk als ze een telefoontje van haar dochter krijgt. ‘Mam, ben je op kantoor? Ik moet je iets vervelends vertellen…’ Het blijkt dat een goede vriend van haar gestorven is. ‘Ze hebben hem zondag gevonden, maar toen was hij al een paar dagen dood. En ze denken dat hij het zelf heeft gedaan…’ 

Ze is overstuur. Want ze wist dat Peter eenzaam was. Hij kwam uit Zuid-Afrika en kon hier maar niet echt aansluiting vinden. Hij was grafisch ontwerper en kwam via een reïntegratieproject bij mijn meisje op kantoor. Met haar zachte hartje nam ze hem meteen onder haar hoede, ook al was hij zo’n 25 jaar ouder dan zij. En ook toen ze daar beiden niet meer werkten gingen ze, samen met nog een collega, regelmatig samen eten om bij te praten.

Nu voelt ze zich schuldig. Haar drukke baan slokt haar op en het was alweer een tijdje geleden dat ze Peter gezien had. Ik begrijp haar wel. Ik heb hem misschien twee keer ontmoet en ik voel me al schuldig. Het was ook zo’n lieve, zachte man en ik wist dat hij het moeilijk had. Financieel, omdat het hem maar niet lukte vast werk te krijgen, en emotioneel. Had ik meer contact moeten zoeken? Moeten bellen, mailen? Maar ik weet ook dat je problemen die zo diep zitten, niet oplost met een etentje of een telefoontje.

Wanneer is de begrafenis, vraag ik haar. Dan blijkt, dat er niemand is die de kosten daarvan wil dragen. Niemand weet of Peter een verzekering had, en het beetje familie dat hij nog had wil het niet op zich nemen. Dus wordt het een gemeentebegrafenis. Heb je dat weleens meegemaakt? Triester kan het haast niet. Peter wordt begraven in één graf met twee onbekenden in dezelfde situatie. Niemand mag erbij zijn.

Een oud-werkgever van Peter weet het zover te krijgen dat we een half uurtje hebben om afscheid te nemen. We staan er met een heel klein clubje, in alle haast nog opgetrommeld. Er is geen koffie, geen cake, geen liefdevolle speeches van de familie. De enige aanwezige familieleden zijn een oom en nichtje en zij vinden dat blijkbaar niet nodig. De kist gaat de auto in (een wit busje) en dan vertrekt Peter heel alleen naar zijn laatste rustplaats. We vragen nog of we misschien een steen op zijn graf mogen zetten (ergens halen we wel geld vandaan), maar zelfs dat mag niet.

Ik begrijp het idee wel. Als je niet betaalt, heb je ook geen zeggenschap. Maar toch: mensen even mee laten gaan naar het graf , dat kost toch niks? Het gaat hier tenslotte om een mens, iemand die het verdient om waardig en netjes afscheid van de wereld te nemen. Ik hou me voor dat het niet zo erg is. Tenslotte is Peter er niet meer en merkt hij er niks van. Maar toch voelt het naar. Zo’n triest, eenzaam einde gun je niemand. En zeker Peter niet, die zo lief en zacht was – misschien wel te zacht voor deze wereld. Weer thuis bekijk ik foto’s, waar hij op staat met mijn dochter en haar collega. Peter straalt. Ik weet zeker dat het contact met die meisjes een lichtpuntje was in een leven, dat duidelijk zwaar was. Ik hoop dat hij vanaf een wolkje ziet, hoe zij hem missen. En dat hij daar dan toch nog een beetje troost uit put.

Lees ook: Eindelijk gelukkig – en dat begint na je vijftigste

gifgif
Irma van Schaijk
Irma van Schaijk
Irma is 53, heeft een latrelatie met Rob (al lijkt het soms meer op samenwonen) en woont in Bergen op Zoom. Haar vier kinderen zijn het huis uit, maar gelukkig zorgen twee katten en een ondeugend teckeltje voor genoeg leven in huis. Ze werkt als journaliste en heeft haar eigen tekstbureau.

RECENTE ARTIKELEN