Suzanne voelt diepe haat: ‘Jullie rijden toch ook door MIJN straat?’

-

Suzanne’s dochter zit in Zaandam op de Vrije School, terwijl ze in Amsterdam-Noord wonen. Een ritje van zo’n tien kilometer. Een rit die Suzanne bijna elke dag wel een keer aflegt, want ja, dat heeft ze over voor passend onderwijs.

Nu valt de opgave in die zin mee dat ik deeltijd-ouder ben, dus ik hoef niet elke dag twee keer heen en weer, maar wel bijna iedere dag, want ik heb mezelf weer een oor aan laten naaien bij de verdeling, zo ben ik.

Waar het om gaat: al twee jaar (zij heeft niet altijd op de Vrije School gezeten, wij zijn geswitcht omdat haar vorige school een kutschool was) rijd ik met plezier dit stukje naar school en weer terug, een rit van – doorgaans – twintig minuten. Het kind is opgebloeid, wat kan een moeder zich nog meer wensen? Ik neem hiervoor – uiteraard – de kortste weg en dat is de weg via Oostzaan. Zou ik niet via Oostzaan gaan, dan zou ik een enorme omweg moeten nemen via Zaandam-Zuid die altijd vast staat of via de snelweg die ook altijd vast staat. De keuze is snel gemaakt, wil ik maar zeggen.

De weg via Oostzaan loopt over een houten bruggetje en dan ben je – hatseflats – in Zaandam, alwaar ik alleen nog maar even naar rechts hoef en dan naar links, en daar staan we tussen alle gezellige antroposofische boekweitkindjes met gebreide puntmutjes die zingend bloemen rondstrooien.

Maar nu! Is dat houten bruggetje die de Kerkstraat van Oostzaan verbindt met Zaandam Poelenburg afgesloten met een verbodsbord voor auto’s. Op de heenweg (Zaandam in) tussen 16.00 en 19.00 uur en op de terugweg (Zaandam uit) van 7.00 tot 9.00 uur. Dat betekent – voordat iedereen de kluts kwijt is – dat ik ’s ochtends heen wel de normale weg naar school kan nemen, maar terug niet, of ik moet wachten tot 09.00 uur. Ook staat er een camera die ongenadig flitst als je denkt, en dat denk ik altijd: waar een weg is, is een weg.

En waarom is deze belangrijke doorgangsroute afgesloten? Om sluipverkeer tegen te gaan. De mensjes uit Oostzaan willen liever niet dat er auto’s langsrijden. Het is begonnen met een straatcomité, toen kwam er een petitie, de vrijwilligers struikelden bijna over hun korte beentjes om de handtekeningen zo snel mogelijk op te halen, die petitie (‘Maak de weg vrij!’ of ‘Oostzaan autoluw!’ stel ik me zo voor) is aangeboden aan de gemeente en daar heeft men kennelijk gedacht: ja, de bewoners hebben wel een punt, weg met al die mensen die ’s ochtends naar hun werk moeten of naar school en ’s avonds weer naar huis, we gooien deze doorgangsroute gewoon een paar uur dicht. Behalve voor de mensen die er wonen, want die staan geregistreerd en mogen wel onbeboet naar hun werk en naar school.

Mag ik, in alle nederigheid, die mensen er even op wijzen dat zij ook door de straten van anderen rijden? Misschien wel langs mijn deur? Maak ik daar problemen van? Nee, want ik woon in de stad, daar zijn veel wegen waar dus auto’s rijden. Als ik dat niet gewild had, had ik me permanent moeten terugtrekken in mijn Drentse haciënda waar alleen de melkboer langskomt.

Hebben die mensen misschien een punt in de zin van dat zij bewust niet in Amsterdam wonen maar in de rafelige rand ervan, het ooit boertige Oostzaan, en dat zij daarom recht hebben op rustige wegen want zij hebben tenslotte van alles al minder? Neen. In de twee jaar die ik daar in vrijheid heb rondgereden, rond spitstijd, is het nooit druk geweest. Er rijdt bijna niemand! Ik kan zo zes wegen in de buurt aanwijzen die veel drukker zijn, dát zijn pas doorgangswegen. Maar de Kerkstraat, Oostzaanse burgertrutten, misgunners van andermans tijd en innerlijke rust, is dat niet.

Nu ben ik dus veroordeeld tot het wachten voor de brug tot 9.00 uur, wat betekent dat ik niet in veertig minuten terug bij huis ben (waar ik werk en mijn bijdrage probeer te leveren aan gezin en samenleving) maar pas na een uur en een kwartier. Of ik moet via de snelweg waar het, op weg naar de hoofdstad, het epicentrum van handel en wandel, altíjd druk is. Diepe haat voel ik, als ik vanuit de file neerkijk op het plukje huizen dat Oostzaan rijk is, vol met kleine, petieterige mensjes die blijkbaar niets anders te doen hebben dan de hele dag uit het raam staren om auto’s te turven.

Lees ook: 33 dagelijke ergernissen van een 50+ vrouw

gifgif
Suzanne Rethans
Suzanne Rethans
Suzanne Rethans (50) mag het leven graag vieren, met haar man, haar drie kinderen en hun schattig maar bewerkelijk renovatieproject in Zaandam. Saai wordt het in ieder geval nooit. Daar zorgt ze wel voor.

RECENTE ARTIKELEN