Angela (55) zorgt al negen jaar voor haar moeder van 96. En dat is verschrikkelijk zwaar. ‘Ik hoop dat die lijdensweg mij bespaard blijft.’
“Vorige week was er een deskundige op tv die monter vertelde dat we met een gezonde lifestyle allemaal honderd kunnen worden en hoe fantastisch dat is. Die mevrouw was duidelijk nog nooit in een verpleegtehuis geweest.
Ik wel en ik ken inmiddels aardig wat honderdjarigen. Die er stuk voor stuk klaar mee zijn. En die hun respectabele leeftijd helemaal niet te danken hebben aan een ultragezonde levensstijl (er is er eentje bij die in het rookhok wóónt), maar gewoon aan geluk, uitstekende gezondheidszorg en genen die minder gevoelig zijn voor nare ziekten.
Mijn moeder gaat hard richting honderd. Ik zorg de afgelopen negen jaar in toenemende mate voor haar. Dat is van mantelzorg naar steeds zwaardere mantelzorg met thuiszorg gegaan. En zelf nu ze in een verpleegtehuis zit, blijft de zorg.
Al negen jaar staat mijn leven in het teken van het geluk en welzijn van mijn moeder, wat steeds moeilijker te bewerkstelligen is. Al negen jaar zakt mijn hart als ik haar nummer of dat van de afdeling op mijn telefoon zie oplichten. Al negen jaar niet meer het gevoel van: hé, leuk! maar: wat nu weer?
Want er is nooit meer goed nieuws, er is altijd wat. En heel vaak gaat het dan om dingen waar je als kind machteloos tegenover staat. Ik kan haar niet beter maken, ik kan haar geen energie geven, ik kan haar niet enthousiasmeren nu ze geen geestdrift meer voelt.
Mijn moeder kan er niets aan doen dat ze zo oud is geworden. De zorg die ze krijgt is geweldig, de verpleging bevlogen en vriendelijk, de faciliteiten van het tehuis zijn geweldig. Maar mijn moeder, die geestelijk nog helder is, wil niet meer bloemschikken of zingen of puzzelen.
Ze is moe. Haar gevoel voor humor is versleten, net als haar relativeringsvermogen. Ze zit in een elektrische rolstoel waar ze een beetje bang van is. Haar handen zijn krom en stijf zodat hem bedienen een hele inspanning is. Ze is stokdoof zodat ze vaak niet alles meekrijgt en is dan bang dat ze verkeerd wordt begrepen, dus zegt ze maar niets of geeft een sociaal wenselijk antwoord.
Ze moet bij bijna alles worden geholpen. Al haar zelfstandigheid, alles wat een mens waardigheid geeft, heeft ze moeten inleveren. En zo zijn er duizenden supersenioren, die thuis en in tehuizen doortobben. En dan ook nog blij moeten zijn dat ze zo oud zijn, want anders lijken ze ondankbaar.
Ik ben blij dat mijn moeder er nog is. Dat ik haar haren kan borstelen, nagels kan knippen, dingen voor haar kan regelen. Er zijn, heel soms, nog kleine grapjes of minimomenten waarop het even goed is. Piepklein, vluchtig geluk. Maar ik hoor mezelf veel vaker hysterisch de moed erin houden terwijl ik denk: waarom mag ze niet gewoon dood? Het leven is eindig, waarom moet mijn moeder het nog leuk vinden en er wat van maken, terwijl al haar dagen moeilijk, verdrietig en hetzelfde zijn?
Ik hoop dat het mij later bespaard blijft. Ik heb geen kinderen, er is niemand die mijn geldzaken zal regelen en voor mij op zal komen als ik dat zelf niet meer kan. Ik leef niet erg gezond en ben dat ook niet van plan, al helemaal niet met de ambitie om honderd te worden. Ik hoop dat te zijner tijd het zo geregeld is dat ik zelf kan bepalen wanneer het genoeg is geweest en ik er op een waardige manier uit mag stappen.
Morgen rij ik weer krap twee uur heen en twee uur terug om een paar uur bij mijn moeder te kunnen zijn. Met liefde. Maar ik zeg eerlijk dat ik altijd opgelucht ben als ik op de parkeerplaats van het verpleegtehuis weer naar mijn auto loop. De snelweg op, mijn eigen leven in. Tot de telefoon weer gaat, meestal al voor ik thuis ben. Dat is de realiteit.”
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!