| Uit het magazine| 23 oktober 2025|

Sharon Stone: ‘Ik raakte alles kwijt: mijn geld, de voogdij over mijn kind, mijn carrière’

Sharon Stone (67), dat is toch die bitch waar iedereen voor beeft? Klopt, ze heeft haar momenten gehad in Hollywood. Maar ze heeft ook zelf meer dan eens gebibberd, om uiteenlopende redenen: bijna gecanceld, bijna geen moeder geworden, bijna dood, bijna failliet, bijna geen bitch meer. “Maar nog wel blond,” zegt ze met relativeringsvermogen. “Ik knip het al jaren zelf. Je wordt zó inventief als je geen geld meer hebt.”

Sharon werd geboren in Pennsylvania en groeide op met haar zusje Kelly en broers Michael en Patrick. Zowel zij als Kelly werden als kinderen misbruikt door hun opa. De vader van Sharons moeder, Clarence Lawson, was degene die zich vergreep aan de meisjes, waarbij hij werd ‘geholpen’ door zijn vrouw, die eveneens misbruikt en daarbij mishandeld werd. De vrouw sloot de meisjes met haar man op in een kamer wanneer ze op bezoek kwamen, iets wat begon toen Sharon en Kelly slechts kleuters waren, zo beschrijft Sharon in haar autobiografie The Beauty of Living Twice.


Toen Lawson overleed aan een hartaanval, porde Sharon hem in zijn opgebaarde lichaam dat in de kist lag. “Ik was toen veertien jaar oud. Ik wilde zeker weten dat hij dood was en dat deze nachtmerrie voorbij was. Kelly was toen elf jaar, maar die begreep me meteen,” aldus Stone. Hun moeder Dorothy wilde het in eerste instantie niet geloven: “Ze bleef heel stoïcijns en schreef me een brief waarin ze zei dat ze het verontrustende informatie vond. Van dat vrome, geschokte, ‘ik wil het er eigenlijk niet over hebben-gedoe’. Toen ze logeerde bij mijn zus, had die een beetje te veel gedronken en gaf haar de volle laag. Dat zorgde voor een doorbraak bij mijn moeder.”
Stone is zeer close haar familie: toen Kelly door lupus in een rolstoel terechtkwam, was het Sharon die de portemonnee trok om haar de beste zorg te kunnen geven. Sommige dingen zijn echter niet te verhelpen met geld. Haar broer Patricks zoontje – Sharon was zijn peettante – overleed aan orgaanfalen toen hij nog maar elf maanden was, Patrick bezweek zelf zeventien maanden later aan een hartaanval. “Het was veel verdriet in een korte tijd,” zegt ze. “Maar zo veel mensen krijgen het voor de kiezen, het verbond ons op een nieuwe manier met anderen. Uiteindelijk moet je toch opstaan en doorgaan, zo goed als je kunt. En daar ben ik erg goed in geworden, al zeg ik het zelf.”

Star power
Ondanks het litteken in haar hals (op haar veertiende werd ze bijna onthoofd door een waslijn toen het paard waar ze op zat ervandoor ging) was Sharon als adolescent succesvol in Miss-verkiezingen. Die leidden tot modellenwerk, wat ze in de jaren tachtig wist te verzilveren met haar eerste rollen als actrice. In de jaren negentig promoveerde ze tot leading lady, met dank aan Total Recall (1990), Basic Instinct (1992) en misschien wel haar beste rol, Ginger in Casino (1995). Sharon was uitgesproken, een rolmodel in female empowerment en de vrouw die tijdens een fundraiser in haar eentje 200 miljoen dollar wist los te troggelen voor onderzoek naar aids (en later impromptu nog eens genoeg geld om 28 scholen in Afrika te laten bouwen). “Voor mijn gevoel ben ik van de ene dag op de andere beroemd geworden,” zegt ze. “Vrijdag kende niemand me. Op dinsdag reed ik over Sunset Boulevard en klommen er mensen op mijn auto.”


Met de roem begon ook de weerstand. “Ik werd heel snel beroemd en dat beviel veel mensen niet, hoe ik die inzette om te praten over aids, over mentale gezondheid, over andere dingen betekenis en waarde hebben.” Het beviel Hollywood ook niet dat ze de vuile was buiten hing, over hoe ze werd gevraagd met een co-star naar bed te gaan om een scène ‘echter’ te maken. “Ik had het idee dat ze best een co-star met talent hadden kunnen inhuren, iemand die wist wat ie met een scène moest doen en zijn tekst kon onthouden. Ik had ook het gevoel ze hem best zelf zouden kunnen neuken en mij er gewoon buiten konden laten. Het was mijn werk om te acteren, dat heb ik ook gezegd.” 

Lastige vrouw
Sharon kreeg de naam lastig te zijn omdat ze niet op de schoot van een regisseur wilde gaan zitten om aanwijzingen aan te horen. Een voormalig manager legde haar uit dat ze geen werk meer kreeg, omdat ze niet f#ckable was. De verhalen over haar divagedrag waren vermakelijk (een Rolls eisen voor een ritje van dertig meter naar de set, dat werk), maar deden niets voor haar reputatie. Sharon mag die roddels graag afdoen als seksisme en zichzelf pitchen als een gekwelde, onbegrepen feminist. Feit is wel dat ze in haar gloriedagen bizar veel noten op haar zang had en ook daarna nog regelmatig met bizarre acties kwam. “Het vermakelijkst was wel toen ze ging shoppen voor haar personage met een creditcard van de productie,” vertelt Cristiani Capotondi, haar co-star in Un Ragazzo d’Oro. “Ze had een productiemedewerker die haar steeds op een afstandje volgde en moest doorbellen welke winkel ze nu weer in ging. Toen hij aan regisseur Antonio doorbelde dat ze Bvlgari binnenliep, is hij bijna flauwgevallen.” 

In vrije val
In 2001 stortte het hele kaartenhuis ineen. “Eigenlijk al eerder,” zegt ze. “Maar als je er middenin zit, zie je dat niet zo. Zie je niet hoeveel ballen je in de lucht probeert te houden.” Sharon had een scheiding en twee verbroken verlovingen achter de rug toen ze in 1998 hertrouwde met Phil Bronstein. Ze was toen veertig met al jaren een kinderwens, die uitliep op negen miskramen door een auto-immuunziekte en endometriosis, waardoor ze een zwangerschap niet kon voldragen. “Drie keer was ik vijf-en-een-halve maand zwanger,” zegt ze. “Het is geen kleinigheid, fysiek niet en mentaal niet. Toen ik mijn laatste kind verloor, moest ik door 36 uur weeën zonder een bevalling.”


In 2000 adopteerden ze een zoon, waar Bronstein drie jaar later bij hun scheiding de voogdij over eiste en kreeg, omdat Sharon niet voor hem zou kunnen zorgen. Daar zat pijnlijk genoeg een bron van waarheid in, al leed ze niet aan het syndroom van Münchhausen by proxy, zoals hij beweerde. Ze zat eerder midden in een zwaar hersteltraject. In 2001 lekte na een hersenbloeding een gescheurde ader negen dagen bloed in Stones hersenen. Voor de operatie kreeg ze te horen dat de kans groot was dat ze het niet zou overleven, ze kwam eruit met 23 platina spiraaltjes in haar hoofd “… Maar ik ben er nog,” zei ze eerder dit jaar. “Lange tijd heb ik gedaan alsof ik prima in orde was. Maar ik heb acht uur onafgebroken slaap nodig om de medicijnen voor mijn hersenen goed te laten werken, anders krijg ik stuipen. Dus ik ben sindsdien een disability hire, een risico om aan te nemen, daarom word ik amper nog ingehuurd. Het is iets waar ik al ruim 22 jaar mee te maken heb, ik ben er nu open over.”

Op zwart zaad
Het luidde na 2001 een periode van zeven jaar in waarin ze niet kon werken, geen inkomen had, in een dure vechtscheiding belandde (“Dat was nog het minst erge aan die tijd. Echt een opstekertje”) en middelbaar werd in een tijd waarin Hollywood dat nog niet sexy vond. Sharon was altijd uitgesproken geweest, producers die haar eerder ‘lastig’ vonden, lieten haar gretig vallen als een baksteen. Ze had het amper door, omdat ze midden in een pittige revalidatie zat. “In het begin stotterde ik behoorlijk en zag ik niet scherp, ik had ook lange tijd last van geheugenverlies. In die periode raakte ik alles kwijt: mijn geld, de voogdij over mijn kind, mijn carrière. Ik verloor alle dingen waarvan je het gevoel hebt dat ze je leven en je identiteit bepalen.”


Er verdampte achttien miljoen dollar, vrijwel haar hele vermogen: “Het was al mijn spaargeld en het is slecht gemanaged door anderen in de tijd dat ik revalideerde en weer in staat was om te lezen, iets wat ik een paar jaar kwijt ben geweest. Zintuigen als geur, zicht en tast werkten allemaal anders. Voorwerpen zagen er uitgestrekt uit en ik zag kleurpatronen.” Hoewel er ook geld is uitgegeven aan haar ziektekosten, hakte het verlies er diep in: “Toen ik weer in mijn bankrekening kon, was alles weg. Mijn ijskast, mijn telefoon, het stond allemaal op naam van anderen. Het was heel surrealistisch dat ik helemaal geen geld meer had. Je kunt kiezen hoe je met zoiets omgaat. Ik besloot om in het moment te leven en het los te laten. Ik had geen zin om me vast te klampen aan ziek zijn of bitter en boos zijn. Als je eenmaal bitter wordt, raak je dat nooit meer kwijt.” 

Opkrabbelen
Sharon zegt dat beroemd zijn erg duur is: “Je bent veel geld kwijt aan beveiliging, woordvoerders, make-up artists en managers. Als je met vijftien mensen uit eten gaat, ben jij degene die de rekening betaalt. Ik geloof dat ik nooit minder dan drieduizend dollar heb afgerekend.” Dat kon allemaal niet meer. Ze nam een nieuwe hypotheek op haar huis, schnabbelde weer wat geld bij elkaar en adopteerde in haar eentje nog twee zonen, Laird (2005) en Quinn (2006) met wie ze intens gelukkig was. Qua werk hield het niet over – “maar het was genoeg” – en status deed haar niet veel meer: “Als je bijna dood bent geweest en een tijdje bijna niks meer hebt gekund, veranderen je prioriteiten. Ik ben tegenwoordig al dankbaar als ik weer wakker ben geworden, joh.”
De blonde bitch is tegenwoordig kwetsbaarder en eerder geëmotioneerd. Het kan door haar hersenen en medicijnen komen, maar ook gewoon door ouder worden. “Ik ben gestopt overal vragen bij te stellen, dat heeft me aanzienlijk meer ademruimte gegeven,” zegt Stone. “Het leven geeft je bepaald niet altijd het gevoel een winner te zijn naarmate je ouder wordt, het is aan je vriendinnen, de vrouwen om je heen en aan jou om elkaar te steunen en sterk te houden.” In haar tijd van ‘superfame’ gebruikte ze wel eens “botox en fillers, van die dingen. Na mijn hersenbloeding zijn er zo’n driehonderd shots aan botox en fillers ingegaan om de ene kant van mijn gezicht weer omhoog te krijgen. Van cute luxury werd cosmetische chirurgie een grote, pijnlijke, neurologische noodzaak. Mij heeft dat nederig gemaakt. Dankbaar. En redelijk onverschillig over rimpels.” 

Gouden jaren
Inmiddels gaat het beter met Stone. Sinds 2018 woont ook Roan weer bij haar, haar leven draait om hen, peetzoon Cosmo en buldogje Bandit. Ze werkt af en toe in gastrollen en is nog altijd een graag geziene gast op filmfestivals in Europa; Sharon was de laatste echte filmster, een bigger than life diva, die nog altijd indruk maakt en weet hoe het spel gespeeld moet worden. Geen journalist die niet weggaat zonder een geweldige quote, geen couturier die geen waar voor zijn geld krijgt als ze kleding mag lenen; ze weet er gegarandeerd de media mee te halen. “Ik ben links en rechts gecanceld,” zegt ze nuchter. “Nu ben ik weer even in de mode. Alle dingen die ik in de jaren negentig deed en zei die zo schandelijk werden gevonden, zijn nu in de mode. Ik weet dat ik een outsider ben. Dat is niet erg, ik ben dol op outsiders, ik wil helemaal niet bij kliekjes horen. Ik snap dat niet iedereen me een goed mens vindt. Ik begrijp dat mensen denken dat ik lastig ben. Maar ik ben wel de persoon die zich ervan verzekert dat je water hebt om te drinken, boeken hebt om te lezen en een plek hebt waar je dat kan doen.”

Toch is Hollywood niet meer haar core business. Ze heeft intussen een succesvolle tweede carrière als kunstschilder opgebouwd, wat beter past bij haar huidige leven en gestel. “Ik ervaar dit als de opwindendste en creatiefste periode van mijn leven,” zegt Sharon. “Ik voel me erg gelukkig en er is veel vreugde in mijn leven. Mijn atelier, dat is mijn paradijs. Er is rust, ik kan me helemaal verliezen in het schilderen.” Over haar lichaam zegt ze: “Niet alles heeft zich hersteld, maar ik heb een punt bereikt waarop ik er vrede mee heb gesloten en erken dat ik ‘genoeg’ ben.”Het betekent keuzes maken. Feesten mijdt ze tegenwoordig wat vaker en ze doseert haar reizen en afspraken. “Ik heb een verlammende angst voor socialiseren,” zegt ze. “Altijd al gehad. In een crisis ben ik fantastisch, als je doodbloedt moet je mij hebben, ik grijp in. Maar waar ik niet meer tegen kan is zeventien mensen die allemaal tegelijk praten. Dat wil ik gewoon naar huis. Ik heb snel genoeg van de chaos en het lawaai van nietszeggendheid. En daar kan ik mee leven.” 

 

Tekst: Ella Vermeulen, bronnen: The Hollywood Reporter, The Times, People, Vogue Arabia





| 23 oktober 2025| Uit het magazine|

Sharon Stone: ‘Ik raakte alles kwijt: mijn geld, de voogdij over mijn kind, mijn carrière’

Sharon Stone (67), dat is toch die bitch waar iedereen voor beeft? Klopt, ze heeft haar momenten gehad in Hollywood. Maar ze heeft ook zelf meer dan eens gebibberd, om uiteenlopende redenen: bijna gecanceld, bijna geen moeder geworden, bijna dood, bijna failliet, bijna geen bitch meer. “Maar nog wel blond,” zegt ze met relativeringsvermogen. “Ik knip het al jaren zelf. Je wordt zó inventief als je geen geld meer hebt.”

Sharon werd geboren in Pennsylvania en groeide op met haar zusje Kelly en broers Michael en Patrick. Zowel zij als Kelly werden als kinderen misbruikt door hun opa. De vader van Sharons moeder, Clarence Lawson, was degene die zich vergreep aan de meisjes, waarbij hij werd ‘geholpen’ door zijn vrouw, die eveneens misbruikt en daarbij mishandeld werd. De vrouw sloot de meisjes met haar man op in een kamer wanneer ze op bezoek kwamen, iets wat begon toen Sharon en Kelly slechts kleuters waren, zo beschrijft Sharon in haar autobiografie The Beauty of Living Twice.


Toen Lawson overleed aan een hartaanval, porde Sharon hem in zijn opgebaarde lichaam dat in de kist lag. “Ik was toen veertien jaar oud. Ik wilde zeker weten dat hij dood was en dat deze nachtmerrie voorbij was. Kelly was toen elf jaar, maar die begreep me meteen,” aldus Stone. Hun moeder Dorothy wilde het in eerste instantie niet geloven: “Ze bleef heel stoïcijns en schreef me een brief waarin ze zei dat ze het verontrustende informatie vond. Van dat vrome, geschokte, ‘ik wil het er eigenlijk niet over hebben-gedoe’. Toen ze logeerde bij mijn zus, had die een beetje te veel gedronken en gaf haar de volle laag. Dat zorgde voor een doorbraak bij mijn moeder.”
Stone is zeer close haar familie: toen Kelly door lupus in een rolstoel terechtkwam, was het Sharon die de portemonnee trok om haar de beste zorg te kunnen geven. Sommige dingen zijn echter niet te verhelpen met geld. Haar broer Patricks zoontje – Sharon was zijn peettante – overleed aan orgaanfalen toen hij nog maar elf maanden was, Patrick bezweek zelf zeventien maanden later aan een hartaanval. “Het was veel verdriet in een korte tijd,” zegt ze. “Maar zo veel mensen krijgen het voor de kiezen, het verbond ons op een nieuwe manier met anderen. Uiteindelijk moet je toch opstaan en doorgaan, zo goed als je kunt. En daar ben ik erg goed in geworden, al zeg ik het zelf.”

Star power
Ondanks het litteken in haar hals (op haar veertiende werd ze bijna onthoofd door een waslijn toen het paard waar ze op zat ervandoor ging) was Sharon als adolescent succesvol in Miss-verkiezingen. Die leidden tot modellenwerk, wat ze in de jaren tachtig wist te verzilveren met haar eerste rollen als actrice. In de jaren negentig promoveerde ze tot leading lady, met dank aan Total Recall (1990), Basic Instinct (1992) en misschien wel haar beste rol, Ginger in Casino (1995). Sharon was uitgesproken, een rolmodel in female empowerment en de vrouw die tijdens een fundraiser in haar eentje 200 miljoen dollar wist los te troggelen voor onderzoek naar aids (en later impromptu nog eens genoeg geld om 28 scholen in Afrika te laten bouwen). “Voor mijn gevoel ben ik van de ene dag op de andere beroemd geworden,” zegt ze. “Vrijdag kende niemand me. Op dinsdag reed ik over Sunset Boulevard en klommen er mensen op mijn auto.”


Met de roem begon ook de weerstand. “Ik werd heel snel beroemd en dat beviel veel mensen niet, hoe ik die inzette om te praten over aids, over mentale gezondheid, over andere dingen betekenis en waarde hebben.” Het beviel Hollywood ook niet dat ze de vuile was buiten hing, over hoe ze werd gevraagd met een co-star naar bed te gaan om een scène ‘echter’ te maken. “Ik had het idee dat ze best een co-star met talent hadden kunnen inhuren, iemand die wist wat ie met een scène moest doen en zijn tekst kon onthouden. Ik had ook het gevoel ze hem best zelf zouden kunnen neuken en mij er gewoon buiten konden laten. Het was mijn werk om te acteren, dat heb ik ook gezegd.” 

Lastige vrouw
Sharon kreeg de naam lastig te zijn omdat ze niet op de schoot van een regisseur wilde gaan zitten om aanwijzingen aan te horen. Een voormalig manager legde haar uit dat ze geen werk meer kreeg, omdat ze niet f#ckable was. De verhalen over haar divagedrag waren vermakelijk (een Rolls eisen voor een ritje van dertig meter naar de set, dat werk), maar deden niets voor haar reputatie. Sharon mag die roddels graag afdoen als seksisme en zichzelf pitchen als een gekwelde, onbegrepen feminist. Feit is wel dat ze in haar gloriedagen bizar veel noten op haar zang had en ook daarna nog regelmatig met bizarre acties kwam. “Het vermakelijkst was wel toen ze ging shoppen voor haar personage met een creditcard van de productie,” vertelt Cristiani Capotondi, haar co-star in Un Ragazzo d’Oro. “Ze had een productiemedewerker die haar steeds op een afstandje volgde en moest doorbellen welke winkel ze nu weer in ging. Toen hij aan regisseur Antonio doorbelde dat ze Bvlgari binnenliep, is hij bijna flauwgevallen.” 

In vrije val
In 2001 stortte het hele kaartenhuis ineen. “Eigenlijk al eerder,” zegt ze. “Maar als je er middenin zit, zie je dat niet zo. Zie je niet hoeveel ballen je in de lucht probeert te houden.” Sharon had een scheiding en twee verbroken verlovingen achter de rug toen ze in 1998 hertrouwde met Phil Bronstein. Ze was toen veertig met al jaren een kinderwens, die uitliep op negen miskramen door een auto-immuunziekte en endometriosis, waardoor ze een zwangerschap niet kon voldragen. “Drie keer was ik vijf-en-een-halve maand zwanger,” zegt ze. “Het is geen kleinigheid, fysiek niet en mentaal niet. Toen ik mijn laatste kind verloor, moest ik door 36 uur weeën zonder een bevalling.”


In 2000 adopteerden ze een zoon, waar Bronstein drie jaar later bij hun scheiding de voogdij over eiste en kreeg, omdat Sharon niet voor hem zou kunnen zorgen. Daar zat pijnlijk genoeg een bron van waarheid in, al leed ze niet aan het syndroom van Münchhausen by proxy, zoals hij beweerde. Ze zat eerder midden in een zwaar hersteltraject. In 2001 lekte na een hersenbloeding een gescheurde ader negen dagen bloed in Stones hersenen. Voor de operatie kreeg ze te horen dat de kans groot was dat ze het niet zou overleven, ze kwam eruit met 23 platina spiraaltjes in haar hoofd “… Maar ik ben er nog,” zei ze eerder dit jaar. “Lange tijd heb ik gedaan alsof ik prima in orde was. Maar ik heb acht uur onafgebroken slaap nodig om de medicijnen voor mijn hersenen goed te laten werken, anders krijg ik stuipen. Dus ik ben sindsdien een disability hire, een risico om aan te nemen, daarom word ik amper nog ingehuurd. Het is iets waar ik al ruim 22 jaar mee te maken heb, ik ben er nu open over.”

Op zwart zaad
Het luidde na 2001 een periode van zeven jaar in waarin ze niet kon werken, geen inkomen had, in een dure vechtscheiding belandde (“Dat was nog het minst erge aan die tijd. Echt een opstekertje”) en middelbaar werd in een tijd waarin Hollywood dat nog niet sexy vond. Sharon was altijd uitgesproken geweest, producers die haar eerder ‘lastig’ vonden, lieten haar gretig vallen als een baksteen. Ze had het amper door, omdat ze midden in een pittige revalidatie zat. “In het begin stotterde ik behoorlijk en zag ik niet scherp, ik had ook lange tijd last van geheugenverlies. In die periode raakte ik alles kwijt: mijn geld, de voogdij over mijn kind, mijn carrière. Ik verloor alle dingen waarvan je het gevoel hebt dat ze je leven en je identiteit bepalen.”


Er verdampte achttien miljoen dollar, vrijwel haar hele vermogen: “Het was al mijn spaargeld en het is slecht gemanaged door anderen in de tijd dat ik revalideerde en weer in staat was om te lezen, iets wat ik een paar jaar kwijt ben geweest. Zintuigen als geur, zicht en tast werkten allemaal anders. Voorwerpen zagen er uitgestrekt uit en ik zag kleurpatronen.” Hoewel er ook geld is uitgegeven aan haar ziektekosten, hakte het verlies er diep in: “Toen ik weer in mijn bankrekening kon, was alles weg. Mijn ijskast, mijn telefoon, het stond allemaal op naam van anderen. Het was heel surrealistisch dat ik helemaal geen geld meer had. Je kunt kiezen hoe je met zoiets omgaat. Ik besloot om in het moment te leven en het los te laten. Ik had geen zin om me vast te klampen aan ziek zijn of bitter en boos zijn. Als je eenmaal bitter wordt, raak je dat nooit meer kwijt.” 

Opkrabbelen
Sharon zegt dat beroemd zijn erg duur is: “Je bent veel geld kwijt aan beveiliging, woordvoerders, make-up artists en managers. Als je met vijftien mensen uit eten gaat, ben jij degene die de rekening betaalt. Ik geloof dat ik nooit minder dan drieduizend dollar heb afgerekend.” Dat kon allemaal niet meer. Ze nam een nieuwe hypotheek op haar huis, schnabbelde weer wat geld bij elkaar en adopteerde in haar eentje nog twee zonen, Laird (2005) en Quinn (2006) met wie ze intens gelukkig was. Qua werk hield het niet over – “maar het was genoeg” – en status deed haar niet veel meer: “Als je bijna dood bent geweest en een tijdje bijna niks meer hebt gekund, veranderen je prioriteiten. Ik ben tegenwoordig al dankbaar als ik weer wakker ben geworden, joh.”
De blonde bitch is tegenwoordig kwetsbaarder en eerder geëmotioneerd. Het kan door haar hersenen en medicijnen komen, maar ook gewoon door ouder worden. “Ik ben gestopt overal vragen bij te stellen, dat heeft me aanzienlijk meer ademruimte gegeven,” zegt Stone. “Het leven geeft je bepaald niet altijd het gevoel een winner te zijn naarmate je ouder wordt, het is aan je vriendinnen, de vrouwen om je heen en aan jou om elkaar te steunen en sterk te houden.” In haar tijd van ‘superfame’ gebruikte ze wel eens “botox en fillers, van die dingen. Na mijn hersenbloeding zijn er zo’n driehonderd shots aan botox en fillers ingegaan om de ene kant van mijn gezicht weer omhoog te krijgen. Van cute luxury werd cosmetische chirurgie een grote, pijnlijke, neurologische noodzaak. Mij heeft dat nederig gemaakt. Dankbaar. En redelijk onverschillig over rimpels.” 

Gouden jaren
Inmiddels gaat het beter met Stone. Sinds 2018 woont ook Roan weer bij haar, haar leven draait om hen, peetzoon Cosmo en buldogje Bandit. Ze werkt af en toe in gastrollen en is nog altijd een graag geziene gast op filmfestivals in Europa; Sharon was de laatste echte filmster, een bigger than life diva, die nog altijd indruk maakt en weet hoe het spel gespeeld moet worden. Geen journalist die niet weggaat zonder een geweldige quote, geen couturier die geen waar voor zijn geld krijgt als ze kleding mag lenen; ze weet er gegarandeerd de media mee te halen. “Ik ben links en rechts gecanceld,” zegt ze nuchter. “Nu ben ik weer even in de mode. Alle dingen die ik in de jaren negentig deed en zei die zo schandelijk werden gevonden, zijn nu in de mode. Ik weet dat ik een outsider ben. Dat is niet erg, ik ben dol op outsiders, ik wil helemaal niet bij kliekjes horen. Ik snap dat niet iedereen me een goed mens vindt. Ik begrijp dat mensen denken dat ik lastig ben. Maar ik ben wel de persoon die zich ervan verzekert dat je water hebt om te drinken, boeken hebt om te lezen en een plek hebt waar je dat kan doen.”

Toch is Hollywood niet meer haar core business. Ze heeft intussen een succesvolle tweede carrière als kunstschilder opgebouwd, wat beter past bij haar huidige leven en gestel. “Ik ervaar dit als de opwindendste en creatiefste periode van mijn leven,” zegt Sharon. “Ik voel me erg gelukkig en er is veel vreugde in mijn leven. Mijn atelier, dat is mijn paradijs. Er is rust, ik kan me helemaal verliezen in het schilderen.” Over haar lichaam zegt ze: “Niet alles heeft zich hersteld, maar ik heb een punt bereikt waarop ik er vrede mee heb gesloten en erken dat ik ‘genoeg’ ben.”Het betekent keuzes maken. Feesten mijdt ze tegenwoordig wat vaker en ze doseert haar reizen en afspraken. “Ik heb een verlammende angst voor socialiseren,” zegt ze. “Altijd al gehad. In een crisis ben ik fantastisch, als je doodbloedt moet je mij hebben, ik grijp in. Maar waar ik niet meer tegen kan is zeventien mensen die allemaal tegelijk praten. Dat wil ik gewoon naar huis. Ik heb snel genoeg van de chaos en het lawaai van nietszeggendheid. En daar kan ik mee leven.” 

 

Tekst: Ella Vermeulen, bronnen: The Hollywood Reporter, The Times, People, Vogue Arabia