Schuldgevoel: ik moet vaker naar mijn moeder

-

Wies voelt zich voortdurend schuldig. Ze heeft de leukste moeder van de wereld en toch gaat ze weinig naar haar toe. Gewoon omdat er altijd iets tussenkomt en ze ook weleens rust wil.

Mijn moeder is 85, goed bij de pinken, superleuk en klaagt nooit, maar ondertussen zorgt ze niet meer goed voor zichzelf. Als er niemand op bezoek komt, zit ze rustig de hele dag in pyjama voor de tv. Vindt ze zelf totaal geen probleem, maar ik vind het gek. Het geluid van de tv staat op maximaal waardoor ze de telefoon niet hoort. Als ik zeg dat we eens naar de oorarts moeten, zegt ze rustig dat haar gehoor goed is maar dat ik niet zo binnensmonds moet praten. Zelf financiën doen kan ze niet en douchen vindt ze ook niet nodig. Het kan toch voor de wastafel? Het feit dat ze nog veel sociale contacten heeft en heel veel zin om te leven, maakt veel goed, maar de situatie wordt wel steeds zorgelijker. Het is al een paar keer voorgekomen dat ze viel en niet meer zelf op kon staan, met als gevolg dat ze de hele nacht op de grond in de woonkamer heeft gelegen. Als er niet een van ons eten voor haar maakt of voorbereidt dan wordt het al gauw een beschimmeld toastje met een kop soep. Die natuurlijk ook al over de datum is.

Samen met mijn broers en zussen hebben we voor thuiszorg en hulp in de huishouding gezorgd. Maar daarmee zijn we er niet. Moedertje lief vindt het natuurlijk fantastisch wanneer een van haar kinderen langskomt. Ze maakt er zelfs het hele weekend vrij voor. De bridge- en vriendinnenafspraken zijn voor door de week. Degene die op bezoek komt, is meteen een heel weekend de sjaak, want het betekent ook dat er voor de hele week gekookt moet worden, dat er cadeautjes gekocht moeten worden voor de kleinkinderen, dat kapotte dingen gemaakt moeten worden en dat je haar even meeneemt voor een bezoekje aan tante Bep of oom Leo en o ja, ook nog even plantjes koopt voor op het graf van vader. En dat nadat je de hele week al hebt zitten stressen voor jezelf. Het is dus voor mij nogal verleidelijk om het weekend thuis te blijven (ook omdat ze aan de andere kant van het land woont). Maar als er dan vier weken zijn verstreken, begint het schuldgevoel te knagen, dan vind ik dat ik mijn zus, die veel vaker gaat, eens moet aflossen en begin ik mijn moeder steeds zieliger te vinden.

Na vijf, zes weken begint het schuldgevoel de overhand te krijgen. Maar jeetje, wanneer moet ik in godsnaam gaan? Er is elk weekend wel wat en ik wil ook wel eens rust. Een vriendin verloor onlangs haar moeder en ze was zo verdrietig dat ze niet wat vaker naar haar moeder was gegaan, dat ik dacht: wat een k-smoezen heb ik toch altijd om niet te gaan. Nu plan ik mijn moeder-weekenden ver van te voren in. Jammer van de feestjes en etentjes die dan opeens naar voren ploppen, mijn moeder gaat voor. Vergeleken bij mijn zus is één weekend in de vijf weken nog weinig, maar ik vind het prima. Ik voel me er goed bij. Hiermee lijkt het schuldgevoel-probleem opgelost te zijn, maar dan zijn we er nog lang niet. Elke keer als ik ga, neem ik mij voor om heel lief, leuk en geduldig te zijn. Maar het lukt me nooit.

Mijn moeder is bij lange na niet dement, maar vergeet veel dingen en als ze me voor de derde keer hetzelfde verhaal vertelt, raak ik enorm geïrriteerd. ‘Jezus Mam! dat heb je me nu al tien keer verteld.’ Als ze een afspraak moet maken met de tandarts en ze het na drie herinneringen van mij nog niet heeft gebeld, word ik woedend: ‘Waarom schrijf je het dan niet op? Maak een to-do-lijstje, verdorie!’ Nog geen seconde na mijn geschreeuw voel ik me weer zo schuldig. Kan dat arme lieve mens het helpen. Waarom accepteer ik nu niet eens dat ze niet meer zoveel kan? Eigenlijk is het zo dat ik er vanuit moet gaan dat ze zelf niks meer kan en regelt, dat ik dus zelf de tandarts moet bellen, maar ik beschouw haar te vaak als een gelijke. Ik word kribbig als ze een uur over het aankleden doet en dezelfde onderbroek aantrekt als de dag ervoor, ik raak gefrustreerd als ze een smoes verzint als ik met haar wil wandelen omdat het goed voor haar is.

Ik haat mezelf om mijn ongeduld en onaardig zijn. Ik rij vaak met schuldgevoel terug naar Amsterdam. Waarom lukt het me nou niet een keer om een heel weekend onafgebroken lief te zijn? Ze is namelijk zelf de makkelijkste, liefste en grappigste van de hele wereld. Degene van wie ik zo onbeschrijfelijk veel hou, degene die ik nog helemaal niet kan missen.

Lees ook: Hoe ik mijn moeder het verpleeghuis inrommelde 

Wies Verbeek
Wies Verbeek
Ik woon samen in Amsterdam met de allerleukste Rotterdammer: Paul. Kinderen hebben we niet, wel kat Teddy waar ik verliefd op ben. Ik ben in de vijftig maar ik denk telkens dat ik 31 ben. Van de achterkant zou ik ook zomaar voor een dertiger kunnen doorgaan. Van voren lukt dat niet. Zo zonde die rimpels, want verder is een vijftiger zijn eigenlijk best leuk. Ik ga uit met vriendinnen, geef etentjes bij mij thuis, hang graag rond in de Zara en ik sport veel. Maar van alle dingen die ik doe, vind ik borrelen verreweg de leukste bezigheid die er bestaat.

RECENTE ARTIKELEN