Laura: ‘Het is tijd om vriendinnen met rotopmerkingen de waarheid te vertellen’

-

Van je vriendinnen moet je het hebben, maar soms moeten je vriendinnen jou hebben. En zeggen de meest vreselijke dingen tegen je, onder het mom van een ‘grapje’. Laura (51) wil zich niet langer bekommeren om hun precieze beweegredenen. Ze is klaar met gladstrijken, met slikken en alles pikken, met vergoelijken en begrip tonen. Tijd niet meer over zich heen te laten walsen. Tijd om zich uit te spreken. Maar was is dat moeilijk…

Mijn vriendin heeft een prachtige tuin, waar ze veel tijd en liefde in steekt. Ik bewonder haar daarom. Een half jaar geleden stond ik haar bloemenzee hardop te prijzen, aan het raam, want het regende. Mijn vriendin kwam bij me staan. Ze ging niet in op wat ik zei, maar klopte op mijn buik. ‘Zo hé,’ zei ze met een lachje. ‘Wat ben jij dik geworden!’

Botte opmerkingen van vriendinnen

Van je vriendinnen moet je het hebben, zou je denken. Maar dit is niet de enige botte opmerking die ik naar mijn hoofd kreeg het afgelopen jaar. Ik word er heel boos van en onzeker bovendien, en toch laat ik het gebeuren. Het is alsof ik een innerlijke agent heb die me verbiedt kwaad te worden. Ik schiet onmiddellijk in een ‘ze bedoelt het niet zo’-reflex. Ik klamp me vast aan mijn veronderstelling over iemands intentie, verzin een uitleg, ter plekke, direct. Ik vergoelijk, al ben ik nog zo diep gegriefd.

Mijn uitweg als iemand me pijn doet, is kinderlijk, of zouden we het juist volwassen moeten noemen? Ik ban mijn emotie uit, ter plekke, meteen. Ik blijf hardnekkig glimlachen. Ik zeg niet ‘doe normaal,’ of ‘hou je bek,’ en al helemaal niet iets vals als ‘ja, ik heb geen eeuwige sluimerende gestoorde eetstoornis, zoals jij. Welnee! Ik zeg iets verontschuldigends of verklarends, bijvoorbeeld, in dit geval: ‘Ach ja, het slaapmiddel dat ik noodgedwongen neem gezien de enorme stress in mijn leven, is eetlustopwekkend’ of ‘Ach ja, ik ben gestopt met roken zoals je weet’ of misschien ‘Ach ja, ik vind mijn gewicht nooit zo interessant…’ Ik ach-ja me rot.

‘Wat ben ik, een boksbal? Kutwijf.’

Glimlachend praat ik vervolgens verder over andere dingen, alsof er niets gebeurd is. Pas als ik weg ben bij de vriendin in kwestie, begint Het Grote Me Opvreten. Hoe kan ze. Wat denkt ze wel. Hoe haalt ze het in haar hoofd. Wat ben ik, een boksbal? Kutwijf.

Ik pak de telefoon en bel een andere vriendin, om te klagen. Die vriendin reageert ontdaan -‘wááát, zei ze dat echt, nee toch, is ze nou helemaal gek’ etc. – en daar laaf ik me aan. Dat is het medicijn, de troost. Ik uit mijn woede en frustratie tegen de verkeerde persoon, krijg bevestigd wat ik al dacht (dat het een grensoverschrijdende en bovendien onware rotopmerking was) en laat het er verder bij zitten. Ik spreek een tijdje later doodleuk weer af met de vriendin die de rotopmerking maakte, alsof er niets gebeurd is. Waardoor er ook niets gebeurd is. Althans: voor haar. Want ze heeft geen idee.

Dit moet ophouden. Dit moet echt stoppen. Het is tijd om eerlijker en dapperder te worden, de confrontatie op te zoeken, niet altijd te kiezen voor de lieve vrede, voor aardig zijn en blijven. Ik probeer dit voornemen voortaan vast gebeiteld in het hoofd te houden. Niet meer alles slikken, niet meer alles pikken. Niet meer overal begrip voor hebben, waar ik andersom geen begrip krijg. Weg met de lieve vrede, hallo duidelijkheid.

Rotopmerking over scheiding

Ik probeer het. Maar het gaat me nog niet goed af. Een andere vriendin maakte het onlangs wel heel erg bijzonder bont. Meermalen achtereen, elke keer dat ik haar zag. Het begon ermee dat ik in shock, lamgeslagen, stikverdrietig kwam vertellen dat mijn man ineens van me af wilde. We praatten er een tijdje over, ze leek begripvol. Maar net toen ik iets ontspande, boog ze zich over tafel naar me toe, keek me aan en zei: ‘Heb jij al bedacht dat hij nog een tweede leg kan beginnen?’

Ik verstarde. Ik had haar net uitgelegd dat er geen ander in het spel was, dat dat niet de reden was waarom mijn man wilde scheiden.

‘Dat is niet aan de hand,’ stamelde ik. ‘Nee, dat weet ik’, zei ze. ‘Maar heb je je gerealiseerd dat híj dat wel zou kunnen, en jíj niet?’. ‘Het zal wel’, mompelde ik, ‘tja, dat zou kunnen.’ Verpletterd fietste ik even later naar huis. Verpletterd en, al gauw, woedend. Ga me even inpeperen wat er allemaal ook nog zou kunnen gebeuren. Dacht ze soms dat ik niet genoeg morbide fantasie van mezelf had. Alsof ik niet genoeg had aan de reeds bestaande rampspoed!

Vriendinnen die liegen

Niet veel later zag ik haar weer. Bij deze gelegenheid beweerde ze dat mijn man tegen haar had gezegd dat hij ‘het al drie jaar wist.’ Dat hij al drie jaar lang van me af wilde, dus. Ditmaal was ik op weg naar huis niet kwaad op haar, maar op mijn man, mijn ex, of hoe ik hem intussen ook moest noemen. Snuivend van woede kwam ik thuis, waar hij toen ook nog woonde, en wierp het hem voor de voeten. Of hij helemaal gek geworden was om zoiets met anderen te delen, in plaats van met mij.

Mijn man wist niet wat ‘ie hoorde. Nooit en te nimmer had hij zoiets beweerd, zei hij. Die hele drie jaar kwamen voor hem, net als voor mij, compleet uit de lucht vallen. Hij had dat nooit gezegd. Hij begreep niet hoe ze erbij kwam. Hij was dusdanig verbluft dat ik hem meteen geloofde – en haar dus niet meer. Dus nu was ik weer boos op haar. En nog steeds zei ik niets, ik liet het erbij, haalde mijn schouders op. De zaak moest hiermee maar zijn afgedaan… en toch: vergeten deed ik het niet.

En toen was het voor de derde keer raak. Ik was nota bene aan het werk, achter de kassa in een winkel. Zij kwam toevallig langs en we raakten aan de praat, terwijl ik intussen afrekende met klanten. Aanvankelijk was het gewoon een ‘hoe is het met jou, hoe is het met mij’-gesprekje, over positieve dingen uit ons beider levens: goed te doen. Maar toen vroeg ze: ‘Hoe gaat het met Daan?’ Daan is mijn ex-man.

‘Ik weet het niet,’ zei ik ferm. ‘Wat betreft de omgang met onze zoon goed, met ons overleg daarover ook, en voor de rest hoef ik het niet te weten. Hij zoekt het maar uit, wat heb ik ermee te schaften. Hij heeft me laten barsten en ik vind het een zak.’

De vriendin glimlachte zoetsappig. ‘Tja,’ zei ze, ‘zo denkt hij natuurlijk ook over jou.’ We praatten nog even door alsof er niets gebeurd was, en ze verliet de winkel.

Vriendin de waarheid vertellen

Ditmaal liet ik het er niet bij zitten. Na ampel beraad stuurde ik haar een lang whatsapp-bericht. Er stond in dat ze me diep gekrenkt had, dat ze geen idee had blijkbaar van wie wie had laten barsten, blijkbaar, en hoe. Zelfs al had ik haar dat verteld. Ik schreef er nog wel bij dat ze het vast niet zo bedoelde, daar ging ik weer, en dat ik veel aan haar waardeerde, maar dat het al vaker voorgekomen was. En dat ik niet langer blootgesteld wilde worden aan wat zij er zoal zomaar uitflapt.

Ze reageerde dodelijk geschrokken. En met een hoop excuses. Het was een lief bericht, waaruit bleek dat ze dacht dat ik de vriendschap hierbij opzegde. Zo had ik het niet bedoeld, en dat schreef ik ook meteen terug. Ik meende dat. Maar dit is nu al zeker zes weken geleden. Ik heb haar sindsdien niet meer gebeld. Zij mij ook niet. Ik weet niet wat ik er nu mee aan moet. Ik dacht haar meteen te hebben vergeven, maar dat is toch niet waar. Het doet nog steeds pijn. Ik voel me nog steeds niet veilig, denk ik, als ik weer bij haar ben.

Vermoedelijk laat ik er nog maar wat tijd overheen gaan, tot ik haar toevallig eens ergens tegen kom. Dan zie ik wel verder… Ik ben er het type niet naar, mensen in de steek te laten. Ik ben een hele trouwe vriendin en blijf altijd oprecht het goede en leuke aan anderen zien -daar ben ik trots op, dat koester ik, zelfs tegen de klippen op. Maar laat ik eerst wel leren niet langer over me heen te laten walsen.

NIEUW: SAAR CURSUSSEN Hey! Wist je dat we nu ook cursussen hebben? Niet van die niemendalletjes gemaakt door jonge meiden, maar stevige en slimme online trainingen gemaakt door en voor 50+ vrouwen. Kijk hier voor ons nieuwe cursusaanbod.
NU MET 15% INTRODUCTIEKORTING (gebruik bij het afrekenen de code: introductiekorting)

gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN