Roefke Carmiggelt: “Oud worden geeft reliëf aan je denken, aan je voelen, en dus ook aan je huid”

-

Roefke Carmiggelt (81) is relatie- en gezinstherapeut. Ze werd opgeleid door Iván Böszörményi-Nagy, de grondlegger van de contextuele therapie. In haar brein blijft geen enkele filmtitel hangen, maar van (familie)relaties tot in lengte van jaren elk microscopisch klein detail. Heel wonderlijk, beaamt ze ook zelf. 

Al ruim een halve eeuw maakt ze vlieguren, en nog steeds is het een komen en gaan van klanten in het sfeervolle souterrain – de praktijkruimte – van haar woonhuis aan een Amsterdamse gracht. Mensen die zijn vastgelopen, veelal in liefdesrelaties, houdt ze er een spiegel voor – aandachtig, liefdevol, zo nodig pittig streng. “Gaten in de ziel moet je zien te dichten.” Een magisch proces vindt ze dat, telkens weer.

Gouden formule voor een bestendige relatie: blijven praten, delen, in contact blijven, zorgdragen voor elkaar én voor elkaars familie. De therapeute (al zestig jaar samen met jeugdliefde Frank, zes kinderen, acht kleinkinderen) kreeg het zelf van huis uit mee: “Ik heb een bemoeihoofd. Heb ik van mijn vader geërfd.”

VERBONDEN

Ik heb mijn man gekozen toen ik veertien was. Of hij mij – al denk ik dat ik eerder verliefd op hém was dan andersom. Ik ben nog altijd dol op die man, en hij op mij. Er is nog steeds liefde, erotiek, vriendschap. Zou je mij vragen hoe we dat doen, dan zou ik het niet weten. Behalve dat je aandacht moet blijven besteden aan de ander, en samen moet blijven uitvinden wat de beste stijl is. Zo kwam ik onlangs na een diner met een vriendin naar huis. We hadden zalig gebubbeld. Hier in de kamer draaide Frank prachtige muziek. Ik dacht: wat heerlijk, daarmee ga ik in bad. Maar toen stond hij op en zette de muziek abrupt uit. Ik voelde me afgesneden, vroeg waarom hij dat deed. Hij antwoordde: ‘Omdat ik het zielig vind voor Beethoven als hij achtergrondmuziek wordt. Daar kan ik niet tegen.’ Ik werd ter plekke opnieuw verliefd op die man. Wie zegt nou zoiets moois? Vervolgens hebben we gepraat over mijn gevoel: dat het leek alsof ik niet mee mocht spelen – nogal kinderlijk … maar ja, zo voelde het. En ik hou gewoon van muziek op de achtergrond. We zijn er uiteindelijk uit gekomen: zíjn muzikale hartenlapjes doen we in zo’n geval niet aan, de mijne wel.

©SEVILAY

DICHTBIJ

In mijn praktijkruimte word ik omgeven door dingen die ik koester. Ik ben geen afstandelijke ‘stoeltjestherapeut’: ik ben aanrakerig en heel gevoelig voor emoties van een ander. Als kind had ik daar al een zintuig voor. Ik kan ín iemand kruipen, dat kost me geen moeite. Zelfs via een beeldscherm lukt het me om nabijheid te creëren.

DOORGAAN

Soms zegt iemand: ‘Krijg jij nou nooit genoeg van dat gezeik?’ Dan denk ik: hoe kun je dat nou vragen? Ik mag elke dag een aantal uren onbekende boeken opendoen. Dat ervaar ik als een enorm geluk. Het is spannend, ontroerend, mooi, en vooral écht, want mensen verzinnen hier niets. Dus ik zal nooit ophouden met werken, tenzij iemand zegt: ‘Dat heb je nu al vijf keer gevraagd’ of: ‘Volgens mij dommel je weg.’

GROOTOUDERS                                             

Vroeger stonden Frank en ik elke ochtend voor ons huis op de stoep om de kleinkinderen te kussen en een fijne dag te wensen op weg naar school. Dit soort tradities zijn belangrijk om generaties met elkaar te verbinden. Mijn schoonouders gingen vroeger elke zaterdag eten bij Dikker & Thijs – en iedereen was welkom. Alle kleinkinderen schoven aan, in wisselende samenstelling. Dat zijn echt verrukkelijke herinneringen. Hierdoor kunnen onze kinderen nog met een liefde en warmte over hun grootouders praten alsof ze pas eergisteren zijn overleden.

ZELFBEELD

Al schrik ik af en toe in de ochtend voor de spiegel: oud worden geeft reliëf aan je denken, aan je voelen, en dus ook aan je huid. Mijn vader had ook zo’n kreukelkop. En bij hem vond ik het altijd prachtig. ‘Moet ik er iets aan laten doen?’ vroeg ik onlangs aan een plastisch chirurg in mijn praktijk, want ik dacht opeens: nou zit die man al drie kwartier tegen die kop aan te kijken. ‘Alsjeblieft niet. Je raakt vervormd’, was zijn antwoord. Frank zou me trouwens ook gelijk verlaten.

AFRONDEN

Frank wil niets weten van de dood. Ik ben er toch een beetje mee bezig. Binnenkort ga ik met een van mijn kinderen, die fotograaf en musicus is, door het huis om van alles te fotograferen en de verhalen erbij op te schrijven. Ik moet er niet aan denken dat die zouden verdwijnen.

©Roeltje van de Sande Bakhuijzen

Dit verhaal komt uit het koffietafelboek PR:OUD – trots op leeftijd. Het is een idee en realisatie van Micaela Bartels. Meer van dit soort verhalen lezen? Je koopt het boek hier.

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN