Mysterieuze kloosters en kloven, paleizen van een verdwenen beschaving, en ja, ook brede zandstranden en talloze taverna’s. En de zon? Die schijnt er vrijwel altijd. Kreta is een paradijsje, ontdekte Saars Gijsje.
Ik ben een Filhelleen: iemand die met Griekenland dweept, op het ziekelijke af. In een melancholische bui draai ik graag Griekse muziek, ik probeer al mijn hele leven de taal onder de knie te krijgen, een kook het liefst iedere dag Grieks. Mijn huis hangt vol met tamata (zilveren bidprentjes) en mati (boze ogen), voor je weet maar nooit. Ik ben in een verkeerd land geboren, in een verkeerde tijd, denk ik wel eens; ik had in de tijd van de Griekse goden en filosofen moeten leven, ergens in de buurt van Athene in bloei, maar ti na kanoume – wat doe je eraan? Zo vaak mogelijk erheen gaan dan maar.
In het voorjaar doorkruiste ik in mijn eentje de waanzinnig ruige streek Mani op de Peloponnesos, waar ik op de vlucht voor de hitte door kilometerslange ondergrondse rivieren voer, en waar ik naar de grot klauterde waar de ingang van de Hades, de onderwereld, geweest zou zijn. Ik geloofde het meteen, hypergevoelig als ik ben voor de Griekse mythologie; ik zag Kerberus, de driekoppige, bloeddorstige hond die de ingang bewaakte, al schuimbekkend zitten. Ik weet niet wat het is – de hitte wellicht of de weerkaatsing van het zonlicht op de turquoise zee, de ouzo misschien? – maar zinsbegoocheling is in Griekenland nooit heel ver weg.
Mijn goede vriendin Ilonka deelt mijn obsessie met Griekenland, geschiedenis in het algemeen en de oudheid in het bijzonder. Samen waren we eerder in het Forum in Rome, alwaar we, een hoop troosteloze stenen betastend, ‘sterk voelden dat Julius Caesar hier, precies híér, neergestoken is’, op de ides van maart, de 15e, Caesars sterfdag waar we elkaar ieder jaar aan herinneren met een appje in de trant van bona ides.
Gek genoeg waren we allebei nog nooit in Knossos geweest, het paleis van koning Minos op Kreta. Gek genoeg was de hele Minoïsche beschaving ons een beetje ontgaan. Terwijl, ja sou, hallo, Minos was de zoon van Zeus en Europa, en oké, misschien heeft hij dus niet echt bestaan, maar er is wel een groot paleis opgegraven uit die tijd, 4000 jaar oud en behoorlijk in tact nog – laten we gewoon gáán, dachten we op een besluitvaardige dag. Een dagje Knossos, wat kloosters en een paar dagen strand waarop we de rest van de winter zouden kunnen teren, even op bezoek bij onze naar Kreta geëmigreerde vriendin Barbera: een dikke week weg van het grauw, beetje Grieks oefenen, wijn drinken, saganaki eten (geflambeerde halloumi) – beste plan sinds tijden, vonden we.
Normaal zouden we voor een vakantie Griekenland wéken zoet zijn met het vinden van een leuk huisje, maar iemand kwam op het briljante plan het nu een keer anders aan te pakken en zo kwamen we voor het eerst van ons leven bij Sunweb terecht. Want bij Sunweb zagen we een heerlijk resort met spa op Noord-Kreta voorbijkomen dat als perfecte uitvalsbasis voor onze avonturen zou kunnen dienen: Esperides, op een halfuurtje rijden van het vliegveld, vlak bij zee, vlak bij Knossos en omgeven door bergen met middeleeuwse kloosters. Vlucht inclusief, autootje erbij huren, klaar. (Tip op voorhand: huur in godsnaam navigatie erbij, want Google Maps op de telefoon werkt verbijsterend slecht op Kreta waardoor je steeds verdwaalt. Op weg naar een klooster kwamen wij zo terecht in een aflevering van De gevaarlijkste wegen van Europa: een smal, rotsig geitenpad langs een loeisteile klif. Alleen koortsachtig kruizenslaan kon ons redden – andere kant opslaan, van links naar rechts, want dat is Grieks-orthodox en anders werkt het natuurlijk niet in dit land.)
Resort Esperides bleek veel te lekker te zijn, waardoor we gewoon een paar dagen naast het zwembad zijn blijven liggen met goede boeken, clubsandwiches en cocktails, en er alleen maar uit zijn gegaan om even iets te gaan dineren in het dorp. (Wat fijn dat dat allemaal geen zak uitmaakt als je met een leuke vriendin op pad bent en niets hoeft.) Ik geloof dat we pas op dag drie eens voorzichtig naar een strand zijn gereden; op dag vier gingen we naar Knossos – tikje tegenvallend want de kleuren zijn niet origineel maar beschilderd in 1878 en dat had op ons niet het beoogde bedwelmende effect; op dag vijf naar een nonnenklooster waar eeuwenoude iconen hingen en een winkeltje was waar we komboskini, gebedsarmbandjes, kochten. Op dag zes tuften we naar vriendin Barbera in het beroemde hippiedorp Matala, met het betoverende strand tussen de krijtrotsen. Toen we in zee lagen bij te komen van een lunch met de voeten in het zand, lazen we op de muur van de boulevard, loeigroot: TODAY IS LIFE, TOMORROW NEVER COMES. En zo is het maar net.
Leuks in Oost-Kreta
TERUG IN DE TIJD: POTOMOS BEACH
Een lief familiestrand met ouderwets Delial-gevoel, met bedjes en een foodtruck waar ze vette souvlaki maken maar ook verse salades. Buitenaards mooi is het zeelandschap hier met vreemde inhammen, op wandelafstand van het bedjesstrand.
MENSEN KIJKEN: AGIOS NIKOLAOS
Rijd na het ontbijt op je dooie akkertje naar dit mooie stadje dat is gebouwd aan een binnenmeer. Zet je auto ergens neer en ga lekker shoppen. Wij kochten hier mooie sieraden. Zoek daarna aan een haventje een lekkere lunchplek uit en kijk eindeloos naar de mensen die voorbijflaneren.
NONNENKLOOSTER: KREMASTON
Prachtig, rustig zestiende-eeuws vrouwenklooster op een berg met adembenemend uitzicht. De non ontvangt je met een koekje. In de kapel hangen de mooiste iconen. In het winkeltje vind je geheimzinnige geneeskrachtige kruiden, gekke drankjes en parfums, en door de nonnen geschilderde schilderijtjes.
THUISKOMEN: MAMA LOUKIA & LOTZETA
Hier kwamen we per ongeluk terecht toen we hangry van Paralia Voulisma kwamen, wat ‘het mooiste strand van Oost-Kreta’ zou zijn maar hallo, wat een drukte en herrie! Des te groter was onze blijdschap toen we hier zaten, bij deze lieve mensen, die het beste restaurant van de streek bleken te runnen. De viskaart is geweldig; wij aten er de beste schelpjes van heel Griekenland. En dat zegt wat.
Hoe kom je er?
Vanuit Nederland vlieg je in 3,5 uur naar Heraklion. Een auto huur je op het – idioot chaotische! – vliegveld. Vanuit daar is het een halfuurtje rijden naar Koutouloufari, een dorpje met een paar goede restaurants en grappige winkeltjes voor de ontontbeerlijke souvenirs (zoals daar zijn: Griekse sloffen met pompons, versgedroogde oregano, halva). Esperides resort heeft een spa, twee zwembaden, bars en een restaurant.
De voorpret-APP
Zodra je hebt geboekt, download je de Sunweb-app, en dan kan de voorpret beginnen. Want ja, je kunt ook eindeloos het internet gaan afstruinen op zoek naar leuke dingen om te doen in de buurt, naar openingstijden en handige weetjes (daar gáán je avonden – voor je het weet ben je weer een paar weken verder), maar je kunt ook vertrouwen op een app die het voor je uit heeft gevogeld – en dit is zo’n fijne app, die je echt op verrassende ideeën brengt. Bovendien bewaart de app al je reisdocumenten handig op één plek, en kun je via de app contact opnemen met de servicedesk. Handig, als Google Maps je op Kreta weer eens totaal de verkeerde kant op heeft gestuurd en je het vliegtuig dreigt te gaan missen… Om maar een willekeurige catastrofía te noemen.