O zo gelukkig in mijn X@#$%-tentje

-

Juliette is dol op ouderwets kamperen in een piepklein tentje. Lekker romantisch, vindt ze. En zo puur. En knus. Vooral als het regent en alles vies en nat is.

O, wat zijn J. en ik dol op kamperen. En dan bedoel ik echt ouderwets kamperen hè, niet dat luxe-gedoe. Wij spugen op glampings waar je slaapt op een Auping en je baddert in je privébadkamer in de voor je opgezette yurt. Op campers met keuken en een douche en wc en lampjes en gordijntjes en muggenhorretjes en een satellietschoteltje op het dak. Op van die geheel verzorgde stellen met dezelfde praktische jacks en dezelfde nieuwe fietsen in een his & her-versie, die handig achterop de camper kunnen worden gemonteerd om elk moment van het jaar uit te rukken naar die campings in Frankrijk waar wij ons kleine knusse tentje willen opzetten.

Nee, dan wij. Wij zetten ons goeie ouwe tentje op waarin je alleen kan liggen, niet staan. We pompen ons eigen luchtbed op – het duurt even, maar dan heb je ook wat. Wij nemen geen mud aardappelen of pot pindakaas mee, maar eten wat de plaatselijke winkel of markt ons biedt. Wij koken ons potje in de open lucht op een butagasdingetje, lezen zolang het licht is en staren naar de sterren als het donker wordt, want wij hebben geen elektriciteit nodig. Nou ja vooruit, een zaklantaarn voor noodgevallen. Superavontuurlijk zijn we! Vrij! Romantisch!

Zo beginnen wij elk jaar onze vakantie. Welgemoed en vol overtuiging dat onze manier de beste manier is.

Maar na een week komt er bij mij een tikje de klad in dat superieure gevoel. Ik word langzaam gek van het liggend mezelf in een spijkerbroek sjorren elke ochtend. In het luchtbed zit een minuscuul, onvindbaar gaatje dat er desalniettemin voor zorgt dat je ’s morgens wakker wordt met je rug vrijwel direct op de kouwe, hobbelige klei-met-gras-en keitjes-grond. De camping heeft drie douches, waarvan er één alleen koud water druppelt, één je wegspuit met een keiharde straal en één die een normale warme druppelregen produceert, maar dan moet je wel met één hand permanent een knop ingedrukt houden. De strijd tegen de muggen hebben we inmiddels opgegeven. Onze kleren zijn permanent vochtig, en allemaal vies. Mijn boeken zijn uit. En ’s avonds naar de sterren staren, nou ja, daar is het eigenlijk gewoon te koud voor.

Romantisch is het ook al niet meer. In de tent hebben we te veel kleren aan, want de nachten zijn koud. Koken is een hoop gehannes, want de kookspullen zijn nooit allemaal helemaal bij de hand, je bent altijd iets vergeten, en de kurkentrekker zit altijd in die ándere tas, achterin de tent.

En dan gaat het ook nog regenen. Dat is meestal het moment dat ik breek. Ik kijk naar de camperbejaarden naast ons. Zij zitten knus binnen. En als ze naar buiten moeten, hebben ze die jacks, veel betere jacks dan wij. Veel lelijker ook, maar ze houden je wel warm en droog en er zitten praktische zakken op en praktische capuchons. De camperbejaarden zitten droog als het regent. Ze hebben een eigen toiletje en hoeven niet telkens met een wc-rol onder de arm zich naar de gemeenschappelijke toilettengroepen te begeven om daar boven een smerig toilet te hangen terwijl iedereen ze kan horen en ruiken. Ze kijken gezellig televisie en strekken zich nog eens lekker romantisch uit op hun droge, warme matras. Of ze bakken een aardappeltje.

Het liefst wil ik dan bij die mensen in hun truttige camper kruipen, lekker warm en droog en gezellig, en een boterham met pindakaas eten. Maar dat kan niet. Want wij zijn dol op ouderwets kamperen.

 

gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN