Bianca (67) moest al vier keer afscheid nemen van een partner. Nu is er weer een man in haar leven en daar vinden mensen wat van.
“Ik was voor het eerst weduwe op mijn 34ste. Als je man veel te laat is en er staan twee politieagenten voor de deur, weet je al dat het gruwelijk mis is. Verongelukt op de A2, buiten zijn schuld.
Single veertiger zonder aanhang
Bert was mijn grote liefde, ik was net een paar maanden gestopt met de pil omdat we wilden proberen een kind te krijgen. Mijn hele leven en de hele toekomst stopten op dat moment, ik heb er jaren voor nodig gehad om er overheen te komen.
Toen ik er weer een beetje was, was het te laat om nog kinderen op de wereld te zetten. En als single veertiger zonder aanhang, bleek ik best in trek toen ik weer ging daten. Ik hertrouwde met een schat die drie jaar later alvleesklierkanker bleek te hebben en binnen vier maanden stierf.
Weer lang in de rouw geweest, toen ik een nieuwe leuke man leerde kennen, durfde ik haast niet aan een relatie te beginnen uit vrees dat ook hem iets zou overkomen. Me weer aan iemand hechten? Veel te eng. Ik dacht: ik kan maar beter alleen blijven. Hij vond dat onzin en haalde me over om toch te trouwen, om het tegendeel te bewijzen.
Niet officieel getrouwd met nummer 4
Als je het al twee keer hebt meegemaakt, voelt het een beetje als een toneelstukje, maar het was zijn eerste huwelijk en hij wilde het graag, dus ik gaf hem zijn zin. Na drie jaar begon zelfs ik te geloven dat het me gegund was en heb ik het jaar van mijn leven met hem gehad.
Hij kreeg op vakantie in Spanje een hersenbloeding en is een paar weken later overleden. Vreselijke tijd, zo ver van huis, ik sprak de taal niet. Toen ik weer thuis was, was de ontreddering groot, het was net alsof hij elk moment alsnog kon binnenstappen, net als bij mijn eerste man.
Met mijn vierde man ben ik niet officieel getrouwd. Ik was van mening dat er een soort vloek op me rustte en wilde het afhouden. Hij wilde echter graag toch iets doen tegenover vrienden en familie, dus hebben we op een mooi feest geloften uitgesproken. Hij is in 2020 overleden aan covid. Ook een nachtmerrie, met nog een extra laag verdriet op een microbegrafenis.
Ik dacht toen: nooit meer. Ik blijf de rest van mijn leven alleen. Ik durf mijn hart niet meer te geven, ik kan dit verdriet niet nog een keer aan. Het leverde een stil leven op. Thuiskomen in een leeg huis. Amper nog ergens heen buiten mijn werk, want waarom zou ik? De levens van vriendinnen gingen door, die werden samen met hun vent ouder. Kinderen studeerden af, trouwden, de eerste kleinkinderen arriveerden. Ik had twee urnen en twee herinneringsmonumentjes in de kast staan en vier schoonfamilies met wie het contact uiteindelijk toch verwaterde.
Zwarte Weduwe
Begin 2024 wandelde Ben mijn leven in. Of beter gezegd mijn voortuin, want ik had hem ingehuurd die op te knappen. Af en toe bracht ik hem een kop koffie, we konden makkelijk samen kletsen. Toen de nieuwe schutting er stond en de plantenbakken waren gevuld, was de klus af en vroeg hij me uit eten. Heel retro, bij de Chinees. Ik vond het superleuk. En ik vond hem superleuk.
Sindsdien zijn we aan het daten. Ik weet wat ze in de buurt denken als ze hem bij mij naar binnen zien gaan of als ze ons samen weg zien rijden. ‘Weer een nieuwe vent, eens kijken hoe lang hij het volhoudt.’ Alsof ik een soort Zwarte Weduwe ben of zo. Mensen die vier keer zijn gescheiden of vier relaties hebben gehad, dat wordt geaccepteerd. Maar vier keer stomme pech – dat kan blijkbaar niet.
Ben weet hoe het zit, hij weet ook dat ik absoluut niet meer wil trouwen en dat het een gevoelig onderwerp voor me is, relaties en verlies. We nemen het voorlopig zoals het komt. Ik kan me er nog niet helemaal aan overgeven, maar vind het ontzettend gezellig om weer samen te koken en te eten. Als hij blijft slapen, slaap ik beter omdat ik een bange alleenwoner ben. Ik word warm en ik moet lachen als ik aan hem denk. En mijn familie is heel lief, ze hebben ook hem weer omarmd, zoals ze dat met mijn vorige liefdes hebben gedaan.
Genieten van wat is
Ik probeer me niet teveel aan te trekken van de roddels, ik weet dat ik niets heb misdaan. En ik wens niemand het verdriet toe van vier keer vooraan moeten zitten in een crematorium. Intussen probeer ik te genieten van wat er is. Dat is lastig, want ik ben behoorlijk angstig en bezorgd geworden op het gebied van gezondheid.
Ben is daar nuchter in. Die zegt: ‘Ik ben negenenzestig, geen tijd te verliezen.’ Dat is op zich wel een goede levenshouding. Het helpt mij in ieder geval om te denken: laten we gewoon maar van elkaar en van het leven genieten. Maar trouwen? Echt nooit meer.