Lilian (58) weet dat ze niets te klagen heeft. Haar moeder had een goed leven en zoals ze dat een beetje macaber zeggen: een goede dood. Gestorven op haar 84ste in haar slaap aan een hersenbloeding, er zijn mensen die ervoor zouden tekenen.
“Ik ben blij dat ze niet heeft hoeven lijden, maar dat wil niet zeggen dat ik haar niet mis. En dan gek genoeg niet per se op de heel grote momenten, maar juist op de kleine. Niet meer even kunnen binnenlopen, achterom, omdat ik op de markt ook een bosje bloemen voor haar heb gekocht. Niet meer even luisteren naar wat ze nu weer te vertellen heeft over de buren en tante Natas. Niet meer kunnen laten zien wat de kinderen hebben gedaan.
Mijn moeder rook naar Soir de Paris, een oud luchtje dat je gewoon bij de drogist kon kopen. Ze rook ook naar Persil, naar Elnett en naar Max Factor. En naar zonnebrandspul, de grootste herinnering aan een dagje strand. En op een of andere manier naar koffie, die ongeacht het tijdstip van de dag klaarstond. Ik mis die unieke mix, er is niemand ander die zo ruikt.
Er is ook niemand anders tegen wie ik ‘hoi mam’ kan zeggen. Mijn schoonmoeder is een prima mens, maar zei bij de eerste kennismaking al meteen: ‘Zeg maar Gerda’ en dat is het altijd gebleven. Ik mis het om niet meer ‘ma’ te kunnen zeggen, ik mis de vrouw die me leerde bakken en koken (wat ik graag doe) en me leerde naaien en verstellen (waar ik nooit meer iets mee heb gedaan).
De handdoeken bij mij thuis worden gevouwen op de manier waarop mijn moeder het ooit deed. Ik foeterde tegen mijn pubers zoals zij ooit tegen mij deed. En ik huilde pas als we de straat uit reden, de eerste keer dat we ze op kamers achterlieten. Iets wat mijn moeder later bekende dat ze ook had gedaan, om vrolijk afscheid te kunnen nemen.
De foto’s, de herinneringen, het grootste deel van mijn geschiedenis – daar heeft ze invloed op gehad. Hoe ze me kon vasthouden voor een knuffel, niemand anders kan me dat gevoel geven. Die geborgenheid, die onvoorwaardelijke liefde. Ze is er niet meer om naar dingen over vroeger te vragen. En ik vraag me af of ik wel genoeg heb gevraagd, omdat er vrijwel niemand anders meer is die dingen kan weten.
Moederdag voelt daarom dubbel. Ik geniet van mijn eigen kinderen en de manier waarop ze me in het zonnetje zetten, maar ik mis dat ik mijn eigen moeder niet meer kan vieren.
Als ze er nog zou zijn, zou ik met haar doen wat ik wel vaker in het weekend deed: een stukje rijden (’toeren’ noemde ze dat) en dan ergens lunchen. Niets bijzonders, pannenkoeken of kroketjes op brood. En haar dan niet te laat thuis weer afzetten, zodat ze nog even een dutje kon doen.
Het klinkt niet als iets speciaals, maar het waren heel genoeglijke uurtjes met een vrouw die ik nog altijd mis. Moeders mogen gewoon niet doodgaan.”
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!