Mijn kinderen zijn echt heel zelfstandig. Tot er iets gebeurt

-

De volwassen kinderen van Irma reizen door de wereld, studeren, werken en sluiten leningen. Kortom: ze redden het prima. Maar soms roepen ze heel hard: ‘Mamaaaaaa!’ 

Na mijn scheiding, de kinderen waren nog klein, vond ik het vaak zielig dat ze noodgedwongen zo zelfstandig opgroeiden. Dat ik ze na school niet opwachtte met thee en koekjes maar dat ze een moeder hadden die zich drie slagen in de rondte moest werken om een beetje rond te kunnen komen.

Maar goed, het is wat het is. Inmiddels zijn ze allemaal zo’n beetje volwassen. De twee jongens studeren nog, al is de oudste bijna klaar en op zoek naar een baan en een appartement voor zichzelf en zijn vriendin. De meiden werken allebei en wonen samen. Ze trekken backpackend door China, liften naar Polen, organiseren evenementen in de Kuip, sluiten leningen af en dat allemaal zonder mama’s hulp.

We zijn een eind op weg, zou je denken.

Maar dan krijg ik op zaterdagmiddag een paniekerig telefoontje van een dochter. “Mam, er zit een MUIS in de woonkamer, wat moet ik doen?” Ik zeg dat ze een muizenval moet kopen. En pindakaas erin moet doen. En niet zo hard moet gillen. Uiteindelijk rij ik dertig kilometer om haar bij te staan. En haar te verzekeren dat die muis op een gegeven moment echt wel in dat valletje loopt. En ja, het is een muisvriendelijke val, want anders is het zielig.

Zondagochtend, de andere dochter. “Mam, ik heb me buitengesloten, zonder portemonnee en Thomas is naar een voetbalwedstrijd en het duurt nog uren voor hij thuiskomt. Ik vind het heel vervelend om te vragen, maar kom je me alsjeblieft redden?” Natuurlijk. Mama rijdt honderd kilometer, pikt dochter op, rijdt haar twintig kilometer naar het voetbalstadion om de sleutel op te halen en zet haar op de trein naar huis. Ik blijf niet op-en-neer rijden, kom zeg. Al betaal ik wel haar treinkaartje.

Mijn oudste zoon staat op het punt naar een Spaans vakantieoord te vliegen. En is ineens zijn portemonnee kwijt. Met paspoort en pinpas erin. We zoeken in zijn kamer. We lopen de route naar de supermarkt waar hij nog snoep was gaan halen. We kijken in de vuilnisbakken en de diepvries (dat ding moet toch ergens zijn). Geen portemonnee. Een minuutje voor hij wordt opgehaald pakt hij zijn jas en wat ligt daaronder?

Juist.

Mijn jongste kind arriveert net met zijn nieuwe vriendinnetje op een feest als zijn baas belt. In plaatst van te gaan feesten moet hij terug naar huis om spareribs rond te brengen. En dan rijdt hij ook nog (helemaal per ongeluk) door rood licht. “Ik betaal wel,” beloof ik, omdat ik zo’n medelijden met hem heb en hij zo’n toppertje is dat zo hard studeert. “Dat hoeft niet, hoor ma. Al zou het me wel heel erg helpen.”

Kinderen. Het blijven altijd een beetje je baby’s.

 

gifgif
Irma van Schaijk
Irma van Schaijk
Irma is 53, heeft een latrelatie met Rob (al lijkt het soms meer op samenwonen) en woont in Bergen op Zoom. Haar vier kinderen zijn het huis uit, maar gelukkig zorgen twee katten en een ondeugend teckeltje voor genoeg leven in huis. Ze werkt als journaliste en heeft haar eigen tekstbureau.

RECENTE ARTIKELEN