Mariska’s vriendin maakt van haar kanker een carrière: “Het was echt maar een heel klein kankertje”

-

Bij Mariska’s vriendin Vivian is een knobbeltje weggehaald. Geen chemo, geen bestraling, de oncoloog zegt dat ze wel honderd kan worden. En toch heeft Vivian van kanker haar carrière gemaakt: “Ze kan over niks anders meer praten.” 

“Het is waar elke vrouw bang voor is en waar elke vrouw onbewust ook rekening mee houdt, al was het alleen maar omdat een op de zeven vrouwen borstkanker krijgt. Zo ook goede vriendin Vivian (52). Knobbeltje in haar borst, paniek, struisvogelpolitiek. Wat of ik dacht? Ik voelde – best wel even een ongemakkelijk moment – een soort erwtje en zei: “Als de sodemieter je huisarts bellen voor een doorverwijzing.”

Ze kon nog die middag in het ziekenhuis terecht voor een mammografie en een echo. De arts vertrouwde het niet en wilde een punctie doen. Vivian was – heel begrijpelijk – zo zenuwachtig dat ze vroeg of ik met haar mee wilde gaan. Tuurlijk wilde ik dat, alles om haar maar een beetje te kunnen steunen. De ontreddering was groot, ze zei de hele tijd: “Ik heb kanker, hoe moet het nou verder?” Dan kun je nog zo vaak zeggen dat het beter is eerst de uitslag af te wachten, dat kwam niet bij haar aan en dat was ook wel begrijpelijk. Ik was blij dat die avond haar dochter naar haar toe zou gaan, want ik vond het een naar idee dat ze alleen zou zijn.

De uitslag kwam twee dagen later. Het slechte nieuws was dat het kwaadaardig was. Het goede nieuws was dat ze er vroeg bij was. “De arts zegt dat er geen reden is voor paniek, maar dat dat het er wel uit moet en dat het omliggende weefsel moet worden onderzocht op uitzaaiingen,” zei ze. Dus het werd alsnog spannend. Ondanks alle bemoedigende woorden van de arts en de oncologisch verpleegkundige die het allemaal begeleidde, richtte Vivian zich vooral op alle worst case-scenario’s die ze kon bedenken.

Om eerlijk te zijn was ik blij toen de dag van de operatie was aangebroken. Eindelijk actie en hopelijk duidelijkheid, al die onzekerheid is slopend, helemaal als je de hele dag door de patiënt wordt bestookt met linkjes van wetenschappelijke artikelen over borstkanker, diëten, alternatieve behandelingen, borstsparende operaties en pruikenwinkels. Wat ik ervan vond, of ze even kon klankborden. Ik appte zo vaak: ‘Laten we de uitslag even afwachten’ dat mijn telefoon bij de L al de hele zin invulde. Ik hoopte op een zo goed mogelijke afloop, maar ik was intussen voorbereid op alles.

Het liep, gelukkig voor Vivian, redelijk goed af. Het knobbeltje kon makkelijk worden weggehaald, uit omliggend weefselonderzoek bleek dat er niets was uitgezaaid en de lymfklieren waren schoon. Bestraling of chemo waren niet aan de orde, het sneetje was netjes gehecht, de opluchting groot. “Uitademen, goed voor jezelf zorgen en trouw naar elke controle komen,” zei de oncoloog monter.

Die avond hebben we, met een paar vriendinnen onder elkaar, bij Vivian thuis een fles champagne opengetrokken op de goede afloop. Ze nam één slokje, maar bedankte voor de rest: “Want alcohol speelt een grote rol bij het ontstaan van borstkanker.” Dat was het begin van Vivians carrière als borstkankerzwelger.

De vriendin die braaf op het balkon stond te roken nam ze bij de hand en vroeg smekend: “Wil je alsjeblieft stoppen? Zodat je niet hoeft door te maken wat ik meemaak?” Ik kreeg een dergelijk verzoek, maar dan om af te vallen: “Want wat ik heb, wil je echt niet.” Pink Ribbon werd haar favoriete goede doel, we moesten allemaal petities van haar tekenen en lelijke armbandjes kopen. En of het gesprek nu over vakantie, boerenkool of fietsbanden ging, ze wist het altijd bliksemsnel terug te brengen op kanker. “Vakantie? Nou, ik blijf voorlopig liever in de buurt van het ziekenhuis.” “Boerenkool? Heel gezond in smoothies, vol antioxidanten, prima om kanker te voorkomen.”

We waren inmiddels vijf maanden en een aantal opgewekte controles verder, uit niets bleek dat ze een topkandidaat was om te bezwijken aan die k#tziekte. De oncoloog meldde dat ze wel honderd kon worden. En van het litteken was alleen nog een klein wit streepje te zien. Dat weet ik omdat ze zeker eens per week haar tiet tevoorschijn haalde om het aan mij te laten zien met de vraag of ik er iets geks aan zag, iets wat op een gegeven moment echt gênant werd.

Vivian was intussen helemaal op de gezonde toer gegaan, was een paar kilo afgevallen, was meer gaan wandelen en fietsen en zag er patent uit. En dan gaat het toch een beetje schuren, als het belangrijkste gespreksonderwerp kanker blijft, terwijl daar geen sprake meer van is.

Toch durfde ik dat niet te zeggen, want Vivian had het nog erg vaak over vermoeidheid en dat herstellen van kanker zo onderschat werd. Uiteraard vergezeld van linkjes (‘Ik wil dit even met je delen’) vol verhalen van ervaringsdeskundigen en dat er zo weinig begrip voor was. Na acht maanden wist ik niet meer zo goed wat ik moest zeggen. Kun je tegen iemand die zoiets beladens als een knobbel in haar borst heeft meegemaakt zeggen dat ze het aan het uitmelken is? Kun je het maken een diepe zucht te slaken als iemand waar niks meer mee aan de hand is nog vol is van ‘strijden tegen mijn ziekte’? Welke strijd? Voor mijn gevoel streed ze vooral tegen het leven weer op een normale manier oppakken.

Vivian werkte nog altijd niet fulltime, want dat kon ze naar eigen zeggen niet aan. Ze had bovendien tijd nodig voor haar sessies bij de persoonlijke-groei-coach die haar hielp ‘het allemaal een plek te geven, want het heeft er erg ingehakt.’ Ik had steeds vaker de indruk dat ze nogal selectief met haar vermoeidheid omging: als er iets was waar ze niet zo’n zin in had, zoals een verjaardag van een andere vriendin, dan meldde ze zich af met de mededeling dat ze ‘een slechte dag’ had. Terwijl ik haar toch die ochtend in het park had zien crossfitten op een manier waaruit niet bleek dat ze erdoorheen zat.

Inmiddels zijn we een jaar verder en is ze nog altijd vervuld van het onderwerp. Haar dochter is allang afgehaakt (“Jezus, mam, het was maar een heel klein kankertje!”) en ik kan mijn ergernis bijna niet meer verbergen. Alles in haar leven en ons contact staat nog altijd in het teken van die twee bange weken die met een sisser afliepen. Ik vind haar gezucht over ‘vermoeidheid na kanker’ een belediging voor patiënten die gruwelijke sessies van bestralingen en chemo moeten doorstaan. Ik kan de woorden kanker survivor niet meer horen.

Ik ben het zat om steeds maar begripvol te knikken als Vivian omslachtig verteld over haar moeizame herstel terwijl ze helemaal genezen is. Wees blij met de goede afloop, wees blij met de controles, hoe spannend die ook kunnen zijn. En stop met dwepen met iets naars wat voorbij is. Maar het is toch taboe om dat te zeggen, want nou ja, je weet wel, het gaat over kanker, hè? En ik wil geen harteloos kreng lijken. Of de goden verzoeken. Maar serieus, om ruim een jaar later nog met een Pink Ribbon lunchbox naar je werk te gaan en die opzichtig op tafel te zetten, dat is koketteren, toch?”

Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN