Marion Pauw: “Toen we net verliefd waren, zwijmelden we even weg bij het idee van een baby”

-

Een interview met Marion Pauw (47), fanatiek vitamineslikker, gelukkig mens, schrijver van het fantastische boek De Experimenten: “Ik heb ineens zeeën van tijd nu ik niet langer borrel met veel te veel vrienden.”

Marion Pauw (47) woont vierhoog in een leuk, klein straatje centrum Amsterdam. “Schaam je niet als je buiten adem bovenkomt, dat heeft iedereen!”, roept ze naar beneden. Zij draagt altijd haar King Charles-spaniël (Royal Desire Flaming Star, maar we noemen hem Roy), de trap op: tien kilo extra. “Hij begint een beetje oud te worden,” zegt ze in de gang bij de kapstok. Roy klautert blijmoedig de laatste trap op, naar de keuken en woonkamer. Ze grinnikt. “Hij laat zich nu even van zijn actieve kant zien.”

De deuren naar het balkon staan open, Marion heeft in de zon gezeten. Ze woont hier sinds drie jaar met Chris die ze in 2015 ontmoette. Anderhalf jaar later trouwden ze op Mallorca. Voor ze Chris leerde kennen was ze een tijdje single. Met haar eerste echtgenoot, kreeg ze een zoon en een dochter, en woonde ze op de Nederlandse Antillen. Na de scheiding kwam Marion in 2004 terug naar Nederland.

Die tijd ligt inmiddels ver achter haar. De kinderen zijn het huis uit en het stof op relationeel vlak is neergedaald. Marion heeft het fijn met man en hond op vierhoog. Met haar werk gaat het ook goed, eind januari verscheen haar elfde roman: De Experimenten.

Ze maakt kurkumathee want dat is lekker en gezond en legt koekjes in een schaaltje. Op tafel staan potjes met pillen: vitamine C en iets dat DHEA heet. Mood & stress staat in grote letters op het etiket, en daaronder: supports a healthy mood.

DHEA, wat is dat?

“DHEA is een van je basishormonen, vanaf een zekere leeftijd goed om te slikken in een lage dosering. Het geeft energie en maakt wat stressbestendiger. Nu heb ik niet zoveel stress, maar ik word wel menopauzaal en dit helpt goed tegen lichte klachten die daarbij horen.”

Ben je gevoelig voor stemmingswisselingen?

“Ik ben over het algemeen heel opgewekt, maar ik kan ineens in een gat storten. Dat is normaal, toch? Mensen met wie het altijd FANTASTISCH gaat, vind ik raar.”

Ze lacht (dat doet ze opvallend veel, ook voor een opgewekt iemand) en vervolgt: “Ik slik een heleboel voedingssupplementen, op verschillende tijdstippen. In mijn hoofd zit een schema. Dit zijn mijn ontbijtpillen.”

Probeer je iets bezweren?

“Nee, ik geloof gewoon in voedingssupplementen, ze zijn een hulpmiddel om gezond oud te worden. Ik slik ze al vijftien jaar, steeds andere, ik houd de literatuur erover goed bij.”

Wat is op je 45ste je favoriete supplement?

“DHEA dus. En Moon Dance 1 en 2.” Ze schiet in de lach. “Ja, die naam, I know. Maar het helpt tegen overgangskwalen. Mijn voeten worden ’s nachts soms heel heet, mijn PMS wordt wat heviger. Ik kan ook ineens slecht tegen drank. Daar slik ik dan dim-extract voor. Dat komt uit broccoli en bevordert de werking van je lever. Ik merk ook dat het helpt tegen warme voeten en opgezette borsten.”

Alles wat uit een broccoli wordt geknepen is sowieso meegenomen voor je gezondheid, nietwaar?

“Zonder twijfel. Ik heb nog meer potjes hoor, ik noem nu alleen mijn lievelings van dit moment. Moon Dance – ha, wat is er van mij geworden. Maar goed, het werkt. Toen ik begin twintig was en twee kleine kinderen had, zag ik er volgens mij vermoeider uit dan nu.”

Hebben Chris en jij nog een Moon Dance-baby overwogen?

“Nou, toen we net verliefd waren, zwijmelden we wel even weg bij het idee, maar gelukkig waren we allebei al gesteriliseerd. Je moet wel bijzonder gemotiveerd om dat ongedaan te maken. Ik moet zeggen dat ik ook wel een beetje uitgezorgd ben. Voor Chris geldt hetzelfde, hij heeft ook twee kinderen, van dezelfde leeftijd als de mijne.”

Royal Desire Flaming Star meldt zich voor een aai over de bol. Ze trekt hem op schoot. “Gelukkig ben jij er nog, schat. Ik ben als de dood dat hem iets overkomt. Hij is al tien, dat is best oud voor een hond met zo’n platte bek. Zijn moeder is veertien geworden, hopelijk heeft hij haar genen. Ik moet al janken bij het idee dat hij er niet meer zou zijn.” Alsof Roy zijn vitaliteit wil bewijzen springt hij soepeltjes op de grond om op het balkon de eucalyptusplant te bespringen.

Marions laatste boek De experimenten komt ter sprake. Het vertelt het verhaal van Charlie, een vrouw van middelbare leeftijd, en haar bejaarde, terminaal zieke stiefmoeder Alma. Ze hebben elkaar vijftig jaar niet gezien als Charlie terugkeert naar het ouderlijk huis waar Alma haar jeugd heeft verpest met verstikkende, ongezonde aandacht, een onvoorspelbaar humeur en veel te veel eten.

Charlie wil Alma blijven haten terwijl ze haar koel en afstandelijk verzorgt op haar sterfbed, maar dan vertelt de oude vrouw voor het eerst over Auschwitz waar zij gevangen zat in blok 10: de plek waar de nazi’s intens wrede medische experimenten uitvoerden.

Marion: “In het begin had ik moeite de jeugdjaren van Charlie te zwaar te maken. Ik vond dat zo zielig voor de stiefmoeder; het arme mens heeft zoveel afgrijselijks meegemaakt in Auschwitz, ik kon gewoon geen karaktermoord op haar plegen. Maar zonder die karaktermoord werkte het boek niet. Het was ook niet dat ik alles verzon. Ik heb met de echte Charlie gesproken over de heftige dingen die in haar ouderlijk huis voorvielen. Zij is zelf in het boek ook geen makkelijke vrouw. Het gaat over dader- en slachtofferschap. We willen onszelf in een moeilijke situatie graag als sympathiek, onschuldig slachtoffer zien, maar als je niet accepteert dat je ook dader kunt zijn, neem je nooit ergens verantwoordelijkheid voor en kun je geen compassie opbrengen voor de ander.”

Hoe kwam je aan Charlie?

“Een Amerikaanse filmproducent vroeg of ik weleens iets deed met een waargebeurd verhaal. Nee, want ik wil geen bemoeienis van anderen in mijn werk. Ze vertelde dat haar oma pas op haar sterfdag onthulde dat ze in Auschwitz had gezeten, maar dat ze onbewust haar dochter wel had getraumatiseerd met dat onverwerkte, onbesproken kampverleden. Ik moest dit verhaal schrijven, ook omdat het zo belangrijk is dat de verschrikkingen van de holocaust doorgegeven worden. Jongeren, ook mijn eigen kinderen, weten er te weinig van.”

Ze wilde niet alleen een verhaal over Auschwitz schrijven, het boek drijft ook op de complexe relatie tussen moeders en dochters. De verstandhouding met haar eigen moeder is tegenwoordig goed, zegt ze. Over de band met haar dochter van 21, die in Australië woont, treedt ze meer in detail. “Met een zoon is de dynamiek anders, er zit minder snel ruis op de lijn. Een dochter gaat zichzelf op een zeker moment vergelijken met haar moeder, ze ziet haar als een spiegel waarin ze zich herkent en waartegen ze zich afzet. Soms speelt er competitie. Hoe hecht je ook bent, tussen moeders en dochters blijft het soms zoeken en wringen. Je bent twee vrouwen, maar geen vriendinnen. Als ik mijn dochter opzoek, hebben we het ontzettend gezellig, bijna vriendschappelijk, maar ik vind toch dat je als moeder niet de beste vriendin van je dochter moet willen zijn. Je bent een moeder, een haven waar zij veilig in en uit moet kunnen varen. Het is, vind ik, niet de bedoeling dat je als moeder veilig in en uit moet kunnen varen bij je dochter. Vanuit de moeder gezien is het een geef-relatie, ook als de dochter volwassen is – wat niet wil zeggen dat je alles moet pikken.”

Belt je dochter jou als ze ergens mee zit?

“Ik denk het wel. En ze is ontzettend lief, heel attent ook. Ik vond het vreselijk dat ze vertrok naar de andere kant van de wereld, maar ik begrijp dat ze niet in Nederland wil blijven want zij is een natuurmens. Ze werkt nu als kok op een boot met duikers en woont in een Pippi Langkoushuis met allemaal Nieuw-Zeelanders. Niet te geloven hoe ontspannen die mensen zijn. Ze hebben zoveel ruimte voor andere mensen. Daarbij vergeleken zijn wij zo oordelend over elkaar. Als een relatie stukloopt, is hij meteen een narcist en de vrouw een borderliner. Hoe vaak ik dat stempel al niet heb gehoord.”

Nou, ik ken wel een paar narcisten hoor.

“Iedereen is in zekere zin narcistisch. Ik heb daar een interessant boek over gelezen: The narcissist you know. We zijn allemaal extreem gevoelig voor krenkingen. Bijvoorbeeld: jij komt thuis en er ligt een briefje op tafel van je partner: wil je alsjeblieft je ontbijtspullen opruimen voor je weggaat? Iedereen zal op zijn minst balen van zo’n onschuldige opmerking. Het is maar weinigen gegeven neutraal te reageren: je hebt een punt, ik zal erop letten. De meeste mensen doen eerst een rondje: jij laat zelf ook altijd alles slingeren. Dat is al een vorm van narcisme. Vrij menselijk, daar niet van. Het enige wat je kunt doen is je ervan bewust proberen te zijn. Waarom springt mijn ego aan, waarom vind ik dit kleine dingetje zo erg? Je bent de hele tijd in gesprek met jezelf, als het goed is.”

Ik geloof niet dat iedereen de hele tijd met zichzelf in gesprek is.

“Die mensen zullen het wel makkelijker hebben. Minder gepieker. Ik denk ook altijd dat zij veel ranzigere seks hebben. Als je veel nadenkt ga je niet zo snel in een leren pak aan het plafond hangen met twee wasknijpers op je tepels. Het heeft dus ook zijn voordelen, al dat malen.”

Ze lacht en schenkt thee bij. “Ik probeer dat stemmetje wel af en toe uit te zetten.”

Waarom moet het stemmetje af en toe uit?

“Anders beleef ik niets. Ik ben meer een denker dan een doener, maak vooral van alles mee in mijn hoofd. Echt avonturen beleven, dat gebeurt mij weinig. Ja, af en toe ga ik naar een festival, dan gooi ik er een kwart pil in, ga ik lekker dansen en staat mijn hoofd even stil. Dat is heerlijk. Pilates is ook een fijne uitlaatklep. Ik zoek bewust activiteiten op waarbij ik niet kan nadenken. Denken is een vloek en een zegening. Chris heeft het helemaal niet, die wordt nooit gek van zijn eigen geanalyseer.”

Het hondje komt weer aangebanjerd. Hij wil naast Marion liggen.

Wie ik ook goed getroffen vind in De Experimenten: die dochter met haar voorspelbare therapeutenjargon. De blijf bij jezelf-terreur noemt mijn eigen therapeut dat.

Met opzet op zalvende toon: “Je kunt alleen verbinden vanuit jezelf.” Dan serieus. “Ik neem mezelf daar op de hak. Ik heb een opleiding haptonomie gedaan. Haptonomie gaat onder andere over de vrije ruimte tussen mensen. Bij goed contact – een basisbehoefte van de mens – doet de een eens een stapje naar voren, de ander een stapje terug, enzovoort. Als het soepel verloopt, is het lekker, maar zo gaat het vaak niet. Je hebt types die meteen in your face zijn, waardoor de ander achteruitdeinst. En er zijn veel mensen die altijd achteroverleunen waardoor de ander steeds verder naar voren gaat.”

Ben jij meer in your face of achteruit?

“Ik kwam altijd ver naar voren. Als kind kon ik al mensen lezen, om vervolgens te leveren wat zij nodig hadden, zodat ik leuk werd gevonden. Als het contact stroef was, ging ik twee keer zo hard werken; heen en weer rennen tussen mezelf en de ander. Onbewust. Zo krampachtig.”

Waar leidde dit toe?

“Ik raakte in de knoop. Pleasen holt je uit, je staat de hele dag aan. Ik was niet bij mezelf, ik was altijd bij een ander. Dat gaat mis na een tijdje. Je lichaam weet feilloos hoe jouw vlag erbij hangt. Negeer je dat stelselmatig, dan word je murw en vang je je eigen signalen niet meer op. Daar word je verdrietig van. Ik had soms enorme huilbuien zonder te weten waarom. Kennelijk zat er van alles opgekropt dat eruit moest. In haptotherapie heb ik geleerd dat ik niet al het werk hoef te doen, ik mag ook weleens achteroverleunen om te zien waar de ander mee komt.”

Twee seconden later: “O, als je vindt dat het hier ineens naar camembert ruikt, dat is de schuld van Roy. Lekker schat, dank je.”

Heb je geen problemen nu?

“Eigenlijk niet. Gisteren liepen Chris en ik door Parijs. Te laat zag ik dat de waterfles in mijn tas was gaan lekken. Alles zeiknat. Ik was er chagrijnig van. Dat mag best hoor, maar na een minuut of vijf, moet dat toch overgaan in: jezus mens, stel je niet aan, wat the fuck kan jou het schelen dat je dopper lekt, je bent in Parijs met je lief, het is mooi weer, kom op.”

Kindjes in Afrika hebben niet eens een dopper.

“Haha, nee, en zo ver hoef je niet eens te gaan. Weet je, iedereen mag van mij zijn probleempjes serieus nemen, maar je mag ook wel een hup niet zeiken-houding nastreven. Ik zie mensen verdrinken in zichzelf. Van zwelgen in zelfmedelijden is nog nooit iemand opgeknapt.”

Ze laat foto’s zien van haar huwelijk op Mallorca, ze hangen aan een muur tussen de kinderen van Marion en Chris. “Ik heb zo’n leuke, lieve, rustige man, en ook nog eens superknap. Ik zit in een heel gelukkige periode, iets anders kan ik er niet van maken. Als ik terugblik op mijn leven van tien, vijftien of twintig jaar geleden denk ik: jezus, hoe deed ik dat allemaal? Verschrikkelijk hard werken, kleine kinderen, op mijn tenen lopen in liefdesrelaties, hoge eisen stellen aan mezelf. Zo vermoeiend.”

Ze geeft de hond een zoen. “Jij vond dat ook hè, dat het vermoeiend was?”

Dan: “Ik geniet van de stabiliteit. Samen op de bank met snacks en een lekker filmpje, hond erbij. Ik vind het fijn, dat getut. Ik merk ook dat ik beter ben gaan schrijven. Vroeger schreef ik verbeten, vanuit scoringsdrang, nu voor mijn ontspanning. Aan De Experimenten werkte ik twee keer twee uur op een dag. Als ik geen zin meer had stopte ik en ging een quiche bakken of de hond uitlaten. Zo kwam ik erachter hoe belangrijk mijmertijd is, een beetje lummelen waardoor je ineens een inval krijgt. Als je alleen rent zitten die ideeën wel in je hersenpan, maar ze poppen niet op.”

Helpt het dat je kinderen het huis uit zijn?

“Enorm. Niet om drie uur op het schoolplein staan, ze niet meer naar sport, hobby, een verjaardagspartijtje brengen. Of een kind is niet lekker. Er is altijd iets. Ik vond jonge kinderen geweldig maar nu ze volwassen zijn merk ik hoeveel werk het was. Ik heb ineens zeeën van tijd. Grappig genoeg doe ik nu veel minder. Ik had zo’n druk sociaal leven, een soort ik-moet-altijd-iets-doen-verslaving. Dat ben ik kwijt, ik heb minder vrienden en zie ze minder. Jaren onderhield ik eindeloos veel banden met koffiedrinken, borrelen en etentjes. Een wonder dat ik überhaupt aan werken toekwam. Het zal ook wel met die pleaserigheid te maken hebben. Eigenlijk balanceerde ik altijd op de rand van overspannenheid, en ik donderde er ook weleens overheen. Laatst keek ik in de supermarkt naar een vrouw met drie kleine kinderen en…”

Met je haptoblik.

“Met mijn haptoblik zag ik dat ze geen ademruimte had, ze was vastgeketend en totaal gestrest. Zo stond ik er ook jarenlang bij. Dat is voorbij, het gaat echt goed nu.”

Met je broccoli-extract.

“En mijn Moon Dance. O ja, ik slik ook Q10. Voor mijn energie, net als DHEA. Ik zal je een paar pillen meegeven om te proberen. Ik zei het al: ik vertel anderen graag wat ze moeten doen.”

Marion Pauw (1973) debuteerde in 2005 met de thriller Villa Serena. In 2009 won ze de Gouden Strop voor Daglicht. In 2015 verscheen We moeten je iets vertellen en twee jaar later schreef ze samen met Susan Smit Hotel Hartzeer. Haar elfde roman De Experimenten ligt nu in de winkel en is een absolute aanrader (Lebowski, € 21,99).   

INTERVIEW ELS QUAGEBEUR FOTOGRAFIE BRENDA VAN LEEUWEN

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN