Maartje heeft spijt als haren op d’r hoofd. Van een heleboel dingen.

-

Non, rien de rien, non, je ne regrette rien, zong Edith Piaff in 1960. Piaff gaf deze woorden eeuwige roem, en haalde er in Nederland in 1961 de eerste plaats mee in de hitparade.

Ik begrijp waarom dergelijke tekst een groot publiek aanspreekt. Nergens spijt van hebben, en daar dan een heroïsche draai aan geven; het moet fijn voelen. Een argument voor geen spijt wat ik vaker hoor is: “Anders was ik niet geweest wie ik nu ben”. Nou, ik wil niet vervelend zijn, maar in veel gevallen denk ik dan: “Het had geen kwaad gekund als je net even een beetje anders was geweest”.

Ik heb wel spijt. Spijt als haren op mijn hoofd. Van kleine, dagelijkse dingen. Spijt dat ik toch dat derde glas wijn heb gedronken op die doordeweekse werkborrel. Spijt dat ik dat gele truitje heb gekocht, omdat het zo lekker zomers leek, terwijl ik weet dat geel me niet staat. Spijt dat ik ben uitgevallen tegen mijn kind van zeven, omdat ik moe was, of chagrijnig.

En dan de praktische spijtzaken: ik had toen dat grotere huis met tuin moeten kopen, al was het net even boven ons budget; nu is het niet meer te betalen. Ik had na het halen van mijn rijbewijs veel vaker moeten rijden, dan zou ik het nu nog durven.

Maar het meeste spijt heb ik van dingen die ik niet heb gedaan, uit onzekerheid, uit angst. Ik had die ene verkering destijds veel eerder en met een hele harde schop de deur uit moeten werken, dan was me een hoop ellende bespaard gebleven. Tegen de juf die op de lagere school tegen me zei: “Maartje, je bent een raar kind”, had ik willen zeggen: “Beter dan zo’n burgertrut als jij!”

Op de universiteit zei mijn hoogleraar Italiaanse Letterkunde dat ze mijn naam had doorgegeven aan een literair tijdschrift, omdat ze dacht dat die mijn werkstuk wel wilde publiceren. Ik heb het tijdschrift niet gebeld. Waarom? Omdat ik dacht: “Ik? In een literair tijdschrift?” Vroeger ben ik zelfs een keer op straat benaderd door een modellenscout. Ook haar heb ik niet gebeld. Ik vond mezelf niet knap genoeg.

Spijt van dingen die je hebt gedaan is, tenzij je een psychopaat bent, onvermijdelijk. Iedereen maakt fouten, en denkt dan achteraf: shit, dat had ik anders moeten aanpakken. Spijt in die context is een vorm van zelfreflectie, van verantwoordelijk nemen voor je daden, en met een beetje geluk leer je er iets van. Het is de spijt die je een beter mens maakt, niet de daad of het gebeurde op zich. Je ne regrette le regret, zou het moeten zijn, maar ja, dat klinkt een stuk minder heroïsch.

Spijt van dingen die je niet hebt gedaan daarentegen, dat kun je voorkomen. Gewoon, door ze wel te doen. Door je niet te laten leiden door angst en onzekerheid, maar het risico te nemen dat je faalt, omdat je weet: ook als ik faal, dan komt het wel weer goed. Ik zal vast nog een hoop domme, stomme dingen doen in mijn leven, maar ben voornemens voortaan te doen wat ik wil doen, te zeggen wat ik te zeggen heb en de ruimte die er is voor mij, volledig te bezetten. Behalve het feit dat ik me nu betere wijn kan veroorloven dan vroeger, vind ik dat er niet veel voordelen zitten aan ouder worden, maar laat dit er één zijn.

Edith Piaff droeg haar legendarische lied destijds op aan het Franse Vreemdelingenlegioen, dat vocht tegen de Algerijnen in de dekolonisatieoorlog. Oftewel, aan een groep halve en hele criminelen die Frankrijk hielp om de Algerijnen te onderdrukken en hun land te bezetten. Het legioen koos dit nummer daarna als lijflied. I rest my case.

Lees ook: Opvoed-spijt: ‘Was ik maar wat strenger geweest

 

gifgif
Maartje Oome
Maartje Oome
Maartje Oome is 46, woont in Amsterdam, is getrouwd met Sibo en moeder van twee zoons die thuis wonen. Ze werkt op de Zuidas als zelfstandig communicatieadviseur en tekstschrijver. Bovenaan haar bucket list staat een bezoek aan Dollywood.

RECENTE ARTIKELEN