Liever dood dan een jaren ’50-huisvrouw

-

Juliette is verbijsterd. Zijn er werkelijk vrouwen die graag een huisvrouw in de jaren vijftig zouden willen zijn? Zijn ze nou helemaal gek geworden!

Ik zou GILLEND GEK worden als ik een huisvrouw in de jaren vijftig was. En wel hierom.

  • Dat huishouden duurde natuurlijk veel meer dan drie uur. Er werd niet tien minuutjes tegen een Dyson geduwd of slordig met de swiffer geswaffeld – nee, het huishouden in de jaren vijftig was de Heilige Missie van de huisvrouw, dus dat werd bloedserieus genomen. Anders was je bestaan helemáál zinloos. In 1955 bleek uit een onderzoek naar tijdsbesteding dat de vrouw gemiddeld 62 uur per week kwijt was aan huishoudelijke taken.
  • Alleen al die maandag-wasdag. Nee, er was in veel huishoudens nog geen wasmachine, dat kwam pas in de jaren zestig. De was ging in een tobbe en door een wringer en aan de lijn in de tuin of op zolder, en van het overgebleven sop boende je de vloeren. Op je knieën. Want de Pippi Langkous-methode bestond nog niet.
  • En dan de rest van de week. Dinsdag werd er gestreken en versteld (want je gooide niks weg en je moest gewoon geduldig sokken stoppen), woensdag kregen keuken, badkamer en toilet een sopje, donderdag werden de bedden verschoond, vrijdag stond het hele huis op z’n kop want dan deed je de woonkamer en de gang (niks stofzuigen, matten kloppen!) en zeemde je alle ramen (want dat moest, anders gingen ze over je roddelen dat je zo’n slechte huisvrouw en huismoeder en echtgenote was) en zaterdag deed je de buitenboel en de grote weekboodschappen – en de pudding, zie zondag.
  • Zondag was er geen flikker te doen. Zaterdag maakte je vast de pudding voor zondag want dan mocht je niet zoveel doen maar moest er wel extra lekker eten op tafel voor je man en je zes bloedjes van kinderen, die niet mochten merken hoeveel tijd en moeite het allemaal kostte. Je kon naar de kerk. En als je een beetje wuft was maakte je een ritje met de auto – als je die had – en dat was dan het hoogtepunt van de week. Niks loungen in een hippe tent of de kids loslaten in een kinderparadijs terwijl je zelf aan een latte macchiato nipt. Mensergerjenieten zal je. En een zondagse maaltijd koken. En afwassen. Met de hand, natuurlijk.
  • Je mocht niet zomaar neuken. De pil was er in Nederland pas sinds 1964. Daarvóór had je het te doen met onbetrouwbare condooms en vooral: onthouding. Als je zwanger werd, was je de klos, want abortus was verboden en kon dus alleen illegaal, als je pech had met een breinaald en een dodelijke bloeding. In Nederland werd het pas legaal in 1984. Een beetje leuk experimenteren was er dus niet bij, en ook niet alvast samenwonen om te kijken of je een beetje bij elkaar paste. Je moest trouwen als je een serieuze relatie wilde, en als je zwanger werd. En als getrouwde vrouw had je nog minder rechten. Lees maar:
  • Je mocht als getrouwde vrouw niet voor de overheid werken. Pas in 1955 kwam er eind aan het feit dat vrouwen in overheidsfuncties (zoals het onderwijs) werden ontslagen, omdat ze na hun huwelijk toch huisvrouw en -moeder zouden worden. Eindelijk konden vrouwen gewoon door blijven werken en hun eigen geld verdienen. Als er tenminste door de familie en de buren geen schande van gesproken werd.
  • Erger nog: voor de wet was een vrouw hetzelfde als een kind, zwakzinnige of misdadiger. Vóór 1956 kon een getrouwde vrouw geen auto of huis kopen, bankrekening openen of andere wettelijke handelingen verrichten zonder schriftelijke toestemming van haar man. Gehuwde vrouwen waren HANDELINGSONBEKWAAM en werden in het wetboek in één adem genoemd met misdadigers, zwakzinnigen en kinderen. Een man kon bijvoorbeeld niet alleen zijn eigen loon, maar ook het geld van zijn vrouw verdrinken of vergokken, terwijl zij geen cent van de bankrekening kon opnemen zonder zijn toestemming. Of besluiten de kinderen naar een buitenlandse kostschool te sturen, of op zijn sterfbed een kreng van een voogd over hen aan te wijzen. Vanaf 1956 konden vrouwen eindelijk zelf een verzekering sluiten of hun eigen loon opnemen van de bank. En pas in 1971 werd de zinsnede ‘de man is het hoofd van de echtvereniging’ uit het wetboek geschrapt.
  • Als je een bruut van een man had, had je geen poot om op te staan. Pas in 1991(!) erkende men dat gedwongen seks binnen het huwelijk wel degelijk verkrachting mag heten. Daarvóór het huwelijk is een vrijbrief om naar believen je vrouw te bestijgen tegen haar wil. Niks #metoo, in de jaren vijftig. Als vrouw zou je het er sowieso wel naar gemaakt hebben als je werd aangerand.
  • Ze aten best wel vies in de jaren vijftig. En koken was een hele heisa, want er was pas gas vanaf de jaren zestig, dus je kookte op kolen en petroleum. Veel verder dan sperziebonen, karbonades en aardappels met jus ging het niet; er was bij de groenteboer en de slager echt niet veel anders te krijgen dan Hollandse kost. Ze hadden nog nooit van pijnboompitten gehoord, of van tiramisu, of van avocado’s of crème fraîche of buffelmozzarella; Ottolenghi zouden ze in een gekkenhuis opsluiten. Een paprika was een exotisch ding waarmee je de blits maakte als je voor de collega’s van je man kookte. In een restaurant eten, dat deden alleen de rijken. Bij een enquête uit 1960 bleek dat van elke 20 ondervraagden er 17 nog nooit buitenshuis hadden gegeten. En áls gewone mensen dat al deden, later in de jaren vijftig, gingen ze naar de Chinees: de culinaire hemel.
  • Er was nog geen Google, zodat je dit soort dingen niet eens te weten kon komen. En je alzheimer-light-momentjes niet kon verbloemen door stiekem even op je telefoon te kijken.
gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN