Een klein, dik, kaal engeltje op mijn dochters schouder

-

Heel rustig stapt ze binnen: “Mam, ik heb een ongeluk gehad. Mijn auto is total loss, maar ik mankeer niks, hoor.” Blijf daar als moeder maar koeltjes onder.

Ze is griezelig kalm. Mijn dramaqueen, die vroeger het hele huis op stelten zette als ze op zaterdagavond niks had om aan te trekken. “Ik ben over de kop geslagen, maar het valt allemaal erg mee, hoor.” En dan begint ze een beetje te trillen. Ik ook, trouwens.

De schrik slaat pas echt toe als ik op de website van ons regionale dagblad de foto’s zie. Dat was niet zomaar een ongelukje, dat was gigantisch. Ze is twee keer over de kop geslagen, ambulance erbij, vier politiewagens, de weg helemaal afgezet. “Ik hing in de auto en ik zag rook opzij,” vertelt ze. “Gelukkig kon ik via de passagierskant uit de auto klimmen. En daar stond een andere automobilist, die me opving en zorgde dat ik een eind uit de buurt van de auto kwam. Ik was zo bang dat-ie in brand zou vliegen.”

Het is vooral dat stukje dat in mijn hoofd blijft malen. Stel dat… ik verdring die gedachte, durf ‘m niet te denken, laat staan uit te spreken. Ik zet thee voor haar, laat het de rest van de familie weten, laat haar praten, maak (voor het eerst in heel veel jaar) een kruikje voor haar. Samen met haar man blijft ze bij ons slapen, lekker veilig bij mama. Hoe verder de avond vordert, hoe meer pijntjes er opduiken. Haar nek, haar rug, haar benen. Maar alla, twee keer over de kop slaan en alleen spierpijn hebben: wij tekenen ervoor!

Pas ’s avonds ik bed, dicht tegen mijn lieve rots in de branding gekropen, komen bij mij de tranen. Van schrik, van alles-wat-had-kunnen-gebeuren. “Niet aan denken,” zegt mijn lief. “Alleen maar blij zijn dat ze er zo vanaf is gekomen.” En zo is het natuurlijk ook.

Zelf slaapt ze trouwens ook niet best, het ongeluk blijft door haar hoofd spoken. “En weet je wat ik nou het ergste vind, mam? Het was opa’s auto.” Dat is waar ook. Toen mijn vader zeven jaar geleden stierf, had hij een pas-nieuwe auto. Mijn oudste dochter was toen nog de enige van mijn kinderen met een rijbewijs, ze reed samen met haar vriend in een oud bakkie, dus een nieuwe was bij haar heel welkom. “Ik zou hem nooit verkocht hebben,” verzucht ze. “Hij was nog prima, maar ik zou hem gehouden hebben tot het echt niet meer kon. Omdat –ie van opa was.” Want ze was gek op haar opa, en voor opa waren zijn vier kleinkinderen zijn hele wereld.

In de krant staat over het ongeluk dat ze op ‘miraculeuze wijze’ niet gewond is geraakt. Het ambulancepersoneel en de politie noemden het een wonder. Zo’n ongeluk en dan nog geen schrammetje hebben.

“Ze had vast een engeltje op haar schouder,” zegt haar tante. Dat weten wij wel zeker: een klein, dik, kaal engeltje. Ik ben niet zweverig, geloof niet in spoken of geesten. Maar hier ben ik van overtuigd: opa heeft zijn kleindochter beschermd.

Beeld: iStock

Lees ook: 60 gedachten van een moeder op de universiteit

gifgif
Irma van Schaijk
Irma van Schaijk
Irma is 53, heeft een latrelatie met Rob (al lijkt het soms meer op samenwonen) en woont in Bergen op Zoom. Haar vier kinderen zijn het huis uit, maar gelukkig zorgen twee katten en een ondeugend teckeltje voor genoeg leven in huis. Ze werkt als journaliste en heeft haar eigen tekstbureau.

RECENTE ARTIKELEN