Monica Oliveira interviewt 50+ vrouwen. Bijvoorbeeld Karen (49) die trouwde met een succesvolle man en nu weinig anders te doen heeft dan shoppen en drinken. “En sex op zondagochtend.”
“We leerden elkaar kennen in de hoogtijdagen van de reclame. Er waren iets van tien grote reclamemannen in Amsterdam en ik was niemand: een traffic type bij een van de grote bureaus. Ik deed iets met foto’s van auto’s en dan moest ik bijhouden voor welk land het stuur aan de andere kant zat: Cyprus, Engeland, Ierland. Mijn werk was het dat die folders dus niet verkeerd van de drukker kwamen, maar met het stuur aan de juiste kant. Superdom werk, maar man – wat was ik trots dat ik bij zo’n groot bureau werkte.
Die grote bureaus waren heel hiërarchisch. Als traffic medewerker telde je totaal niet mee. Op mijn afdeling zaten de copywriters en artdirectors harde muziek te draaien voor hun brainstorms, terwijl ik de dia’s in mapjes aan het indelen was op een lichtbak. Er waren ook vrouwelijke copywriters van mijn leeftijd, die in hun BMW cabrio van de zaak naast mij aan tanken waren (Opel Corso). Jezus wat was ik jaloers die wijven. Natuurlijk wisten ze niet wie ik was, dat meisje van traffic. Gelukkig had ik één asset: ik was knapper dan alle andere vrouwen bij elkaar.
Ik was hartstikke onzeker, had al jaren weinig contact met leeftijdgenoten. Iedereen was gaan studeren, terwijl ik mijn middelbare school niet eens had afgemaakt. Ik werkte. Mijn ouders lagen in een pijnlijke scheiding en ik had geen zin meer om het gymnasium af te maken. Ik ging de horeca in en belandde per toeval op dit reclamebureau. Ik viel overal buiten, werkte op het niveau van de secretaresses, maar paste veel beter bij de creatieve staf dan bij de postkamer, waar mijn kamer zo ongeveer aan grenste. Ik had geen idee hoe ik mijn leven richting moest geven. Het overkwam me allemaal.
Langzaamaan begon ik in de kantine op te vallen. Ik kreeg opmerkingen over mijn korte rokjes. De mannen maakten grapjes met me. De junior types van mijn leeftijd, eind twintig, hadden geen oog voor me, maar die generatie daarboven wel.
Stuk voor stuk waren het mannen achterin de dertig, begin veertig, die of nog geen gezin hadden, of er al een hadden laten stikken. De vrijdagmiddagborrels waren intens en lang, en al snel kreeg ik een affaire met een van de sterren uit die wereld. Hij was dolverliefd op me. Ik was 29, hij 41. Hij had een ex-vriendin en een kind, maar dat was al een jaar uit. Zijn dochter was pas 2. Hij deed alles voor me: nam me mee naar feestjes, uitreikingen en stelde me aan iedereen voor. Eindelijk was mijn omgeving niet meer die van de secretaresses, maar deed ik mee in de league waarin ik thuishoorde, al was dat natuurlijk niet op eigen kracht.
Nou ja, de rest is history.
Tientallen, honderden geile avonden op de coke volgden, maar na twee jaar was ik toch echt zwanger. We kregen een liefdesbaby, maar omdat hij al een keer gescheiden was, wilde hij er niet nog een. Dus dat was het dan. Hij bleef keihard werken, ik was thuis gaan zitten met baby om dat mogelijk te maken, ook omdat mijn werk nergens op sloeg. Geld was er bovendien in overvloed. Hij ging regelmatig vreemd met iemand van 29, maar vertrok dan niet, volgens mij omdat hij geen cliché wilde worden. Nou, en nu zijn we twintig jaar verder en is dat eigenlijk nog steeds hoe het gaat.
Ik doe niks, behalve voor onze dochter zorgen, die natuurlijk het huis niet uitgaat: ze woont in een penthouse in het centrum en ik sta de hele dag klaar om samen te shoppen. Die man van me is toch nooit huis, want ondanks dat die reclamewereld totaal in de kreukels ligt, en hij echt aan de drank is, met bierbuik en al, blijft hij iets van macht uitstralen. Dus is hij voortdurend op jacht, zolang het nog nét gaat. Ik zie het heus wel.
Op zich is hij best lief voor me. Hij plaatst me op een voetstuk – als hij er is – en het lijkt erop dat hij me niet zal dumpen. Nou ja, hij doet maar hoor, want financieel en sociaal zal het weinig uitmaken voor me, we hebben het goed verdeeld voor als we uit elkaar gaan en zijn vrienden vinden mij leuker dan hem, geloof ik. Maar goed, voorlopig lijkt hij te blijven.
Of ik tevreden ben over mijn leven? Eerlijk gezegd niet. Er zat veel meer in dan dat afhankelijke shopping vrouwtje dat ik geworden ben. Maar het gaf me kort gezegd zo’n kick dat ik er eindelijk bij hoorde, dat ik gewoon tien jaar lang meefeestte en niet meer nadacht. En toen was het te laat. Dit was mijn lot.
Ik houd echt van mijn dochter, maar ik zie wel dat ze erg gewend is aan luxe en niet de ambitie heeft zelf iets van haar leven te maken. Dat is gevaarlijk. Ik zelf ben te kwetsbaar vind ik, door mijn leven te leggen in de handen van een man die me elk moment voor een jongere vrouw kan verlaten, het zit in hem, al zie ik hem zijn best doen. Ik ben dit aan het uitzingen, ik ben de afwachtende partij en ik weet niet waar dit strandt. Misschien vertrekt hij volgende maand, dolverliefd op een ander, of misschien slaat hij me de hersens in voor het haardvuur als hij 91 is. Maar het kan ook zijn dat hij volgende week darmkanker krijgt en dat ik de laatste ben die voor hem wil zorgen.
Ik weet niet op welk scenario ik hoop. Voor een vent van mijn leeftijd ben ik inmiddels te oud, die gaan toch voor twintig jaar jonger, ik zit niet te wachten op een man van zeventig. Dus ik zit het uit. Mijn dochter van twintig zit haar leven nu al uit, geloof ik. Die heeft een affaire met een getrouwde man van 37. Wat hij ook doet: zij weet al waar ze de mosterd moet halen, zullen we maar zeggen. Ik blijf dus maar waar ik ben, tot nader order. Het kan vanaf hier alleen maar minder worden. En dan is er altijd nog de fles champagne, die we graag samen drinken, na het ontbijt op zondagochtend. Als de fles leeg is, duiken we het bed in. Zolang we dat ritueel hebben, blijf ik, sowieso.”