Juliettes moeder moest plotseling naar een verzorgingstehuis. En dat was niet makkelijk

-

Vorig jaar moest Juliettes moeder tijdelijk naar een verzorgingstehuis. Daar maakte ze mee hoe het daar toegaat. Hoe lief de meisjes zijn die er de benen uit de kont rennen, maar ook hoe lelijk alles is, hoe smakeloos het eten en hoe troosteloos het leven.

Mijn moeder is 86. Ze is gewoon een moeder die weleens breit en soms de Libelle leest en niks snapt van mobiele telefoons en computers, hoe vaak je het haar ook uitlegt. Ze is ook een vrouw die het nieuws volgt. Ze leest de krant. Ze draagt vestjes van King Louie en broeken van Mango en truitjes van Sissy Boy en panterlaarsjes, en een kokette baret op het hoofd als het buiten koud is. Ze schildert. Ze leest Vrij Nederland. Ze gaat weleens naar het filmhuis. Ze staat midden in de wereld, al wordt haar eigen fysieke wereld steeds een beetje kleiner, met wiebelige kunstknieën rommelend in en rond haar eigen lieve kleine huisje-met-atelier, waar ze het (met een beetje hulp hier en daar) prima in haar eentje redt.

En toen viel ze van haar fiets en brak haar arm.

Nadat ik haar 48 uur in haar eigen huis had geholpen met alles (aan- en uitkleden, wassen, koken, naar de wc gaan en duizend andere dingen die je ineens niet kunt als je maar één arm kunt gebruiken en veel pijn hebt) en daarna ter aarde stortte omdat ik nu eenmaal geen dag- én nachtdiensten kon draaien en tegelijkertijd stukjes tikken, kwam mijn moeder – tijdelijk – in een verzorgingstehuis, in een eenpersoonskamer.

En daar wordt ze goed verzorgd, door meisjes en vrouwen met welluidende namen als Sandra, Marga, Jolanda, Fatima, Linda of Chimandra, die daar met z’n allen veel meer veel beter kunnen doen dan ik.

Anderhalve maand zit ze daar nu, en het gaat gelukkig fysiek steeds beter met haar. Maar al die tijd heeft ze het liefst alleen in haar kamer geleefd. In het begin vonden Sandra, Marga, Jolanda, Fatima, Linda of Chimandra dat ze wel onder de mensen moest komen, en dan namen ze haar mee naar de eetzaal waar ze aan tafel zat met andere bewoners van het verzorgingstehuis, of naar de koffiekamer waar een kring andere bejaarden zat, koffie dronk en spelletjes deed. Zoals ‘spreekwoorden aanvullen’: ‘Liever één vogel in de hand dan tien in de…?’

Mijn moeder, die de asociaalste niet is, ging in het begin gewillig mee met Sandra, Marga, Jolanda, Fatima, Linda of Chimandra. Als ik op bezoek was, deed ze verslag. ‘Zat ik daar tussen Methusalem één, twee en drie. Spreekwoorden aan te vullen. Als ik een grapje maak, valt dat dood neer want niemand snapt dat ik een grapje maak. En het gáát nergens over. Terwijl ik in de tussentijd Buitenhof had kunnen zien.’

Inmiddels blijft ze lekker op haar kamer naar de tv kijken als ze dat wil. En ondanks het feit dat Sandra, Marga, Jolanda, Fatima, Linda en Chimandra mij bezwoeren: ‘Het is een weekje wennen, maar daarna voelen ze zich hier doorgaans helemaal thuis’ en ze écht heel goed voor haar zorgen en ze dat ook echt nodig heeft, en ze gelukkig veel bezoek krijgt van vrienden (die één of meer generaties jonger zijn, want van haar generatie is ‘bijna iedereen dood’), popelt mijn moeder om weer naar huis te mogen. Haar eigen huisje met schilderijen aan de muur en een lekkere bank met vrolijke kussens, waar ze niet meer om 12.30 uur warm hoeft te eten, maar gewoon ’s avonds als ze er zin in heeft, en ’s ochtends en ’s middags kadetjes met kaas van de lekkere kaasboer of een salade of die lekkere yoghurt of gewoon niks, in plaats van boterhammen met plastic kaas. Waar ze kan opstaan en gaan slapen wanneer ze wil, en de buren of andere vrienden haar meenemen naar de laatste  film. Waar ze omringd is door de dingen die haar dierbaar zijn, die een beetje mooi of bijzonder zijn.

En elke keer dat ik op bezoek ben, ontsnappen aan mijn 86-jarige moeder de gedenkwaardige woorden: ‘Alles is hier zo lelijk. En humorloos. EN ER ZITTEN HIER ALLEMAAL VAN DIE OUWE MENSEN.’

Mijn moeder is natuurlijk net zo’n oud mens, maar wat ze wil zeggen is: ze zit in een wereld waar ze liever niet wil wezen. Vooral omdat (naast natuurlijk die goede, noodzakelijke verzorging) lelijkheid, smakeloosheid, ongeïnteresseerdheid, domheid, goedkoopte en gemiddeldheid regeren. Omdat de standaard gezet wordt door tamelijk wezenloze bejaarden die het liefst alleen luisteren naar liedjes die uit Volendam komen, die kunst iets voor rare mensen vinden, die hun bloemkool alleen met een papje blieven en die hun informatie halen uit het gratis huis-aan-huisblad en de roddels van de buurvrouw. Omdat ze tussen mensen zit die niets met haar gemeen hebben. Soms best aardige mensen, maar wel mensen die mijn moeder doorgaans niet als haar gezelschap kiest. Maar als je in zo’n verzorgingstehuis zit, heb je het ineens niet voor het kiezen. Daar heb je het te doen met het gezelschap dat er is.

Goddank heelt haar gebroken arm voorspoedig en mag ze binnen afzienbare tijd het verzorgingstehuis uit, terug naar huis. Met een beetje hulp van mij en haar buren en vrienden en de thuiszorg gaat ze het zo redden, hopelijk nog lange tijd en tot het eind van haar leven.

Dit zet me wel aan het denken over mijn eigen toekomst. Is dit mijn voorland? Over dertig jaar, of twintig, moet ik misschien ook wel in zo’n oord, misschien wel permanent, en valt er waarschijnlijk nog minder te kiezen dan nu. Gelukkig lopen daar Sandra’s, Marga’s, Jolanda’s, Linda’s en Chimandra’s rond die voor mij zullen zorgen (althans, dat hoop ik maar), maar de kans is groot dat ik terechtkom tussen mensen waarmee ik niets gemeen heb. En ik heb nú al hetzelfde als mijn moeder wanneer ik alleen maar een teken-/Wordpress-/Spaanse taal-cursus volg. Dan denk ik: o help, allemaal middelbare vrouwen! Ja, ik ben er zelf ook één. Maar ik voel me véél jonger dan de rest.

Mijn hoop is gevestigd op de babyboomersgeneratie voor mij: die stikt in het geld en de goede arbeidsregelingen en heeft dus veel tijd en geld om leuk hip en individueel bejaard te zijn. Zij plaveien de weg naar een hippe oude dag die hopelijk niet door onbenulligheid geregeerd gaat worden.

Maar ja, weet ik veel. Er zijn vast ook veel onbenullige babyboomers.

Ik kan me levendig voorstellen dat er nu al mensen in mijn kennissenkring zijn die plannen maken om samen een huis te kopen, een Sandra, Marga, Jolanda, Linda of Chimandra in dienst te nemen en zo lang mogelijk van elkaars gezelschap te genieten: veel lachen, drinken en de leuke dingen van het leven delen. Mocht ik ooit de loterij winnen, dan steek ik daar mijn geld in.

Want op mijn 86ste tussen ouwe mensen gaan zitten – nee zeg.

NIEUW: SAAR CURSUSSEN Hey! Wist je dat we nu ook cursussen hebben? Niet van die niemendalletjes gemaakt door jonge meiden, maar stevige en slimme online trainingen gemaakt door en voor 50+ vrouwen. Kijk hier voor ons nieuwe cursusaanbod.

NU MET 15% INTRODUCTIEKORTING (gebruik bij het afrekenen de code: introductiekorting)

 

gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN