Judith (51) haalde net het zoveelste dier in huis, maar nu ligt ze in scheiding

-

Veel mensen nemen huisdieren voor de kinderen: omdat het zo goed zou zijn als die ergens voor leren zorgen, verantwoordelijkheid krijgen. Maar Judith (51) haalde net het zoveelste nieuwe konijn in huis, puur voor zichzelf. Een grootscheepse aanrader, bovenop de berg katten en het konijn die ze al had.

Eens hadden we een Henk, een Moek, een Bert, een Flip, een Fiep, een Appie, een Peer, een Aardappelzakje. Die laatste drie waren cavia’s, de overige konijnen en katten. Ratten hadden we ook nog een tijdje: Ping, Pang en Pong. O, happy days: sinds ik drieëntwintig jaar geleden, na de geboorte van mijn eerste dochter, een Echt Huis had, waar ik aan vast gekluisterd zat, mochten er huisdieren komen.

Voor de kinderen zeker? Ach, welja… Huisdieren zijn goed voor kinderen, dat weet iedereen. Iets om voor te zorgen, iets waardoor ze verantwoordelijkheid leren dragen, dat is, volgens velen, onder wie met name ik, een buitengewoon juist streven en inzicht. Onder die vlag kwam de bonte dierenstoet het huis van mijn man en mij binnen, meestal rechtstreeks vanuit een asiel. Elk exemplaar werd gekoesterd tot zijn dood.

En nu? Sinds tien maanden lig ik, niet op mijn initiatief, maar evenwel, na achtentwintig jaar samenzijn in scheiding. De dochters zijn groot, en iedereen, inclusief wij ouders dus, gaat op zichzelf wonen of doet dat al, apart van elkaar. Het gezamenlijke, ooit zo Echte (t)Huis moet nog verkocht worden. Er zijn daarin nog altijd vier katten en een konijn over… en welk dier is dan van wie, verdomme? Jij de tafel, ik de stoelen: dat is al pijnlijk, maar nog tot daaraantoe. De dieren verdelen, strakjes: dat kost pas echt hart- en hoofdbrekens. Het leidt af. Het is zo zwaar. Want waarom moeten die beesten, die het onderling uitstekend kunnen vinden, die samen spelen, slapen, spinnen, scheiden omdat mijn man, pardon ex-man, zo nodig moet scheiden? Als ik niet uitkijk, verzand ik daaromtrent nog altijd in woeste emotie. Boosheid, verdriet, noem het maar op. Als ik erover nadenk, wil ik hem weer op zijn bek timmeren, een stadium dat verder meestentijds toch echt gepasseerd lijkt (goddank). Het is zo ingewikkeld, zo ingrijpend.

En toch.

Toch reisde ik vandaag naar een nabijgelegen dorp, alwaar een lieve oude meneer drie konijntjes in zijn tuin had zitten, van wie hij er eentje wilde verkopen. Met een kattenmandje op schoot en een mondkapje voor mijn zweterige smoel hees ik me in de streekbus, want sinds de scheiding doe ik, rijbewijsloze oen die ik nu eenmaal ben, alles op de fiets of met het openbaar vervoer. En even later reisde ik terug, naar het onttakelde huis, met de half jaar oude Suus op schoot, een naam die ik haar meteen maar gaf. Ze trilde in het mandje, maar met onze, of mijn, dikke lieve Moos, in zijn konijnenparadijs in de tuin van het nu nog gezamenlijke huis-op-zijn-laatste-eindje, klikte het gelukkig meteen. Suus is een Franse hangoordwerg, Moos een Hollander, het is een prachtig stel. Ze hopsen sinds Suus’ aankomst nogal driest om elkaar heen, maar vechten niet. Zij niet.

Scheiden doet lijden, en aan jezelf twijfelen. Het is een kantelmoment, zegt iedereen die er verstand van heeft of denkt te hebben: je moet jezelf opnieuw uitvinden, danig bij jezelf te rade gaan. Wat ging er fout, wat is mijn aandeel, noem maar op. In mijn ervaring is het vooral een kwestie van het afschudden van ‘mijn innerlijke ex-man’ gebleken. Híj vond het laakbaar dat ik sinds mijn veertiende meestal een vriendje heb, híj concludeerde daaruit dat ik niet alleen zou durven zijn en híj was het die mij gek vond, met mijn dierenliefde. Maar ‘ik ben ik/en dit is mijn vel/past het wel?/het past,’ zoals Joke van Leeuwen eens dichtte in een briljant boekje voor kinderen die leren lezen.

Ik weet wie ik ben. En wat ik wil. Ik ben het niet, die aan mezelf twijfelt of moet gaan twijfelen. Ik ben het niet, die de weg niet weet, of die uit angst bij iemand bleef. Ik ben het niet, die niet alleen kan zijn: hij was het zelf. Hém kostte het jaren en een heel (stiekem) ‘proces’ om erachter te komen dat hij een schijterd is. Ik ben geen schijterd. Ik kan prima alleen zijn, maar kies liever voor samen. De zoektocht van mijn ex-man is de mijne niet. Ik hoef mijn oren niet te laten hangen naar zijn oordeel over mij, en ook niet naar dat van eventuele familieleden of vrienden. ‘Schijt, flikker op,’ liet ik laatst op een tegeltje zetten, ik ben die opinies zat.

Ik wil een nieuwe man, ik durf dat, dus ik zei ja toen mijn allerbeste vriend sinds jaar en dag aan me vroeg of wij dan nu, samen, voor altijd… Ja. Volmondig. Ik weet waar ik gelukkig van word. Van hem. En van een extra huisdier, inderdaad, nog één, en wel nu. Want een konijn alleen laten zitten, is misdadig. Konijnen zijn liever samen. In eendracht en harmonie, en zonder vrees. Net als ik.

gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN