Na zesentwintig jaar getrouwd te zijn geweest, gingen José (61) en haar man Jeroen (63) zes jaar geleden uit elkaar. De koek was op, het boek was uit en de kinderen uitgevlogen. Tijd voor nieuwe dingen. Maar niet elke verandering blijkt een verbetering.
“Ik stond nog net niet te popelen om te gaan scheiden. Toen de jongste op zichzelf ging wonen, voelde dat als een soort waterscheiding: ik zou mijn leven van ooit terugkrijgen. Niet meer eindeloos hoeven te zorgen. Mijn eigen ding doen. Ik had geen idee meer wat dat ook alweer was, maar het moest gebeuren.
Jeroen stribbelde in eerste instantie tegen, maar moest toegeven dat het tussen ons inderdaad al een tijd niet meer lekker liep. We leefden langs elkaar heen. Ergens tussen de zwemlessen van de jongste en de bijlessen van de oudste waren we elkaar kwijtgeraakt en ik had op dat moment geen zin om uit te zoeken wat er nog wel was.
Met voortschrijdend inzicht durf ik wel te stellen dat ik een grotere midlifecrisis had dan hij. Alles Moest Anders. Ik had het gevoel dat ik ontzettend veel in moest halen, voor ik in de versukkeling zou raken. En dat kon ik niet met Jeroen, want hij stond voor alles waar ik nou net genoeg van had.
Ondanks dat ik het wilde en reikhalzend uitkeek naar mijn vrijheid, was ik emotioneler onder de scheiding dan ik had gedacht. Het was niet alsof we helemaal uit elkaars leven verdwenen of zo, dat kan helemaal niet als je samen kinderen hebt. Het was meer het besef dat dit het einde van een tijdperk was.
Maar toch: toen alles geregeld was, gaf ik me gretig over aan dingen die ik jaren niet had gedaan. Stappen, uitgaan, naar festivals gaan, roken, blowen, pretpillen, dansen, zoenen, seks met wildvreemden. Het lijf van een vijftiger, de gekte van een puber. Hormonen kunnen rare dingen met je doen.
Na een paar maanden was ik aardig uitgeraasd en wilde ik erg graag ook weer eens gezellig met iemand op de bank. Dat werd Ivo, van mijn leeftijd, ook gescheiden, ook volwassen kinderen. We waren allebei op ons hoede, maar we hadden wel een klik en voor ik het wist, maakte ik als zijn ‘fietsverloofde’ tochtjes met hem en leerde ik zijn kinderen kennen.
Het was minder spannend als ik mijn derde helft voor ogen had gehad, maar iedereen was blij voor me. Ik heb me best laten beïnvloeden door opmerkingen als ‘zo fijn dat je weer iemand hebt’, alsof dat zaligmakend is. Maar het was ook weer niet vreselijk of zo. Je kunt wel dromen van backpacken en beesten, ik moest gewoon werken voor de kost – het Zwitserlevenbestaan zat er bepaald niet in. En hij was hartstikke lief.
Na anderhalf jaar zijn we getrouwd. Voor mij had het niet zo gehoeven, maar hij wilde het graag en ik wilde hem een plezier doen. Weer samenwonen vond ik even slikken, want ik was erg op mijn vrijheid gesteld geraakt. Aan de andere kant was het ook fijn om thuis te komen bij iemand. Ivo hield van koken, als ik uit mijn werk kwam kon ik meestal gaan zitten met een wijntje, omdat hij al in pannen stond te roeren.
Het punt is dat hij dat nog steeds doet. Hij is een man die gesteld is op routine. En die is erin geslopen, in elke dag, tussen de lakens, bij alles wat we doen. Elke vrijdag Italiaans, elke woensdag een maaltijdsalade. Hij is er happy mee, mij maakt het ongedurig. Hij heeft onhebbelijkheden waar ik niet dol op ben (ik heb die vast ook), de glans is er wel een beetje af en het is vooral vaak heel saai.
Ik laat het ook gebeuren, hoor. Dat er dan weer een avond voorbij is en ik denk: waarom heb ik nou in godsnaam naar al die stomme programma’s zitten kijken? Ivo wil liever niet uit, niet naar het filmhuis, niet uit eten. Hij vindt het zonde van het geld en zegt dat we thuis meer comfort hebben als we iets streamen en daar heeft hij geen ongelijk in. Maar we sukkelen zo wel steeds verder de sleur in.
Met Jeroen kon ik lekker mopperen en lachen, die had echt humor. Ivo is gelijkmatiger, passiever en wat zwaarder op de hand. Ik kan met hem geen discussies voeren, omdat ik hem dan snel kwets en dat wil ik ook weer niet. Maar het komt er wel op neer dat ik, afgezien van de paar maanden die ik als middelbare puber heb doorgebracht, van de ene sleur in de andere terechtgekomen ben. En nu vastzit aan een vent bij wie ik me verveel, omdat ik me geen tweede scheiding kan veroorloven zonder dat het echt armoede wordt.
Ik vraag me af hoe het zou zijn gegaan als Jeroen en ik bij elkaar waren gebleven. Hij is nooit hertrouwd, maar heeft al wel een paar jaar een LAT-relatie. Daar had ik misschien bij Ivo ook op aan moeten sturen, het is wel erg snel huisje-boompje-beestje geworden. Af en toe komen Jeroen en ik elkaar weer tegen. Hij is geen spat veranderd. Nog altijd die grijns waar ik ooit voor ben gevallen.
Ik heb soms best spijt dat ik van hem ben gescheiden, we hadden minimaal relatietherapie kunnen proberen, om de boel weer nieuw leven in te blazen. Dan hadden we het misschien gered. En misschien ook niet, we zullen het nooit weten. Maar als ik dit van te voren had geweten, zou ik vermoedelijk niet van hem af zijn gegaan. En al helemaal niet aan een tweede huwelijk zijn begonnen.”
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!