Jolanda werkt keihard, haar zus leeft erop los. Toch erfde haar zus veel meer dan zij, omdat ze ‘altijd zo’n pech had gehad’. Hoezo pech? “Als je met pech te veel drinken en shoppen bedoelt: ja.”
“Het voelde raar om tegen niemand meer ‘pap’ te kunnen zeggen, daar waren mijn zus Lisa (56) en ik heb over eens. Onze moeder was al een paar jaar eerder overleden, we waren nu nog maar met zijn tweetjes over. Zijn huurhuisje was leeggehaald, de uitvaart was betaald, we zaten bij de notaris voor de afwikkeling van zijn testament.
Ik hielp mijn beide ouders al met hun administratie toen ook mijn moeder nog leefde, ze waren te oud om nog te wennen aan internetbankieren. Ik wist dus dat er een aardig bedrag te verdelen was. Mijn ouders leefden zuinig, er was een pensioen naast mijn vaders AOW. Wat er overbleef na alle kosten, was per dochter ongeveer veertigduizend euro. Maar dat heb ik niet gekregen, omdat mijn vader in zijn testament mijn zus ruimer bedeeld heeft. Echt een rare actie, want eerder had hij wel eens een schenking gedaan met gelijke bedragen. Lisa zat toen krap en was er mee geholpen, ik kreeg hetzelfde bedrag.
Ik moet zeggen dat ik het wel even koud kreeg toen ik de notaris hoorde zeggen dat er niet gelijk geërfd zou worden. De motivatie van mijn vader was dat ik het niet nodig had en dat Lisa veel pech in haar leven had gehad en dat hij hoopte dat het extra geld dat wat zou verzachten. Als je met ‘veel pech’ te veel drinken, te veel shoppen en te veel foute mannen bedoelt, dan klopt het inderdaad. Maar ze had zich dat toch allemaal zelf aangedaan. Er was geen sprake van ziekte of een naar ongeluk waardoor ze getroffen was. Wat een waanzin om dat te belonen met een douceurtje. Dat ik het niet nodig had, kwam omdat mijn man en ik keihard werkten en niet met geld smeten – hoezo, werd dat afgestraft?
Mijn vader heeft het netjes volgens de regels gedaan en op zijn manier vanuit een goed hart, daar ben ik van overtuigd. Kinderen hebben volgens het Burgerlijk Wetboek altijd recht op een minimaal deel, namelijk hun legitieme portie. Die heb ik ook gekregen, ongeveer twintigduizend euro. De rest is naar mijn zus gegaan. Ik had nog gehoopt dat ze het in iets zinnigs zou steken, het is een mooi bedrag als eigen inleg voor een hypotheek. Maar ze is er een maand van naar Bali geweest en zo zal de rest van het geld ook wel verdampen.
Ik ben heel boos dat mijn vader me niet bij leven in vertrouwen heeft genomen over zijn plannen, zodat ik er in ieder geval op voorbereid was. En ik ben ook heel boos dat mijn zus, met wie ik het altijd prima kon vinden, niet meteen ter plekke heeft gezegd: ‘Ik wil dit niet, we splitten de erfenis in gelijke delen.’ In plaats daarvan lijkt ze het heel normaal te vinden dat zij meer krijgt. ‘Lief van papa,’ zei ze met droge ogen.
Ik wil er niet te zuur over doen, het is gekregen geld, ik mag blij zijn met het extraatje. Maar het heeft wel gevolgen voor het contact tussen Lisa en mij. Het is moeilijk voor me om onbevangen blij voor haar te zijn om die reis naar Bali waar ze echt wel van heeft genoten. Of om die dure telefoon waar ze zichzelf op heeft getrakteerd. Of om de rekening te delen als we samen hebben geluncht – ze zal niet uit zichzelf aanbieden om te betalen.
Dat steekt. Er is ongelijkheid tussen ons in geslopen. Ik probeer mezelf voor te houden dat het maar geld is, maar dat is niet zo. Het is ook emotie, oud zeer en het gevoel dat ik blijkbaar minder waard was voor mijn vader. Hij heeft dit vast niet zo bedoeld, want het was een lieve man die veel van ons hield. Maar ons niet gelijk laten erven, was echt een achterlijke zet van hem. Het voelt alsof hij stomme keuzes heeft beloond en de brave dochter die nooit haar hand heeft opgehouden heeft laten vallen, om het maar een beetje zwartwit te schetsen.
‘Het is maar geld, het is maar geld.’ Het wil niet landen in mijn hart. We komen uit een kleine familie, we hebben alleen elkaar nog maar. En op een of andere manier staat de twintigduizend euro die ik niet heb gekregen nu huizenhoog tussen ons in.”