Ken je dat gevoel dat je moeder, als een soort ongevraagde levenscoach, altijd precies weet wat goed voor je is? En dat ze, ondanks haar onuitputtelijke advies, je leven en keuzes totaal niet lijkt te begrijpen? Nou, welkom in mijn wereld. Mijn moeder, die de kunst van het bemoeien tot een olympische sport heeft verheven, lijkt een abonnement te hebben op het regelen van mijn leven. En dat terwijl ze het niet begrijpt. Echt niet. En dat al 40 jaar.
We beginnen bij het begin: mijn carrière. Volgens mijn moeder had ik allang aan het roer moeten staan van een groot bedrijf. Iets met power suits en lunchafspraken in chique restaurants. In plaats daarvan schrijf ik, vanuit huis, met mijn kat op schoot en een kop thee binnen handbereik. “Maar lieverd, je hebt toch gestudeerd?” zegt ze dan, alsof mijn diploma een toegangsbewijs is tot een leven dat zij voor ogen heeft. Nee mam, ik ben geen CEO en eerlijk gezegd, wil ik dat ook helemaal niet zijn.
Dan is er de liefde. Mijn moeder is ervan overtuigd dat ik terug moet naar mijn ex, “want dat was zo’n fijne jongen”. Ja, hij was fijn, tot hij besloot dat een open relatie met meerdere ‘fijne meisjes’ nóg fijner was en hij mij en onze dochters in de steek liet. Maar goed, dat detail is blijkbaar niet blijven hangen. In haar ogen zijn mijn huidige dates niet meer dan tijdelijke afleidingen, die enkel dienen om mijn ware liefde jaloers te maken. Moet je nagaan dat ik me prima vermaak met mijn ‘tijdelijke afleidingen’.
En dan het huishouden. Sinds wanneer is een rommelige woonkamer synoniem voor een mislukt leven? Sinds ik niet meer met de meiden woon, neem ik het ervan. Opruimen was nooit mijn hobby. Voor mijn moeder is het overduidelijk: als je huis niet glanst, hoe moet je leven dan wel niet zijn? De keren dat ze met poetsdoek en allesreiniger binnen komt vallen, zijn niet meer op twee handen te tellen. Terwijl ik juist geniet van mijn georganiseerde chaos, waar ik feilloos mijn weg in weet te vinden.
De kers op de taart is toch wel haar mening over wat ik eet. Elke maaltijd die ik tot me neem, lijkt te worden gewogen en beoordeeld. “Zou je dat nou wel doen?” hoor ik, terwijl ik geniet van een extra grote punt appeltaart. Alsof een stukje taart het begin is van een levenslange strijd met obesitas.
Toch, na al dat geklaag en gemopper, besef ik dat er een reden is waarom ik het allemaal laat gebeuren. Het is natuurlijk liefde. Hoe onhandig die liefde ook in daden wordt omgezet, het is er. Het komt in de vorm van appjes met een overdosis aan uitroeptekens en telefoontjes die altijd net te lang duren. En als ik eerlijk ben, zou ik het niet anders willen. Want die chaos van bemoeienis en onbegrip is ook wat me herinnert aan wie ik ben: de dochter die het op haar eigen manier doet, met alles wat daarbij komt kijken. En dan denk aan de paar jaar die we nog samen gaan hebben en dan denk ik: weet je? Het is helemaal oké.