Monique vond het doodeng, in haar eentje afreizen naar Sicilië. Ze was bang voor eenzaamheid, bang dat iedereen op haar voorhoofd een stickertje zou zien waarop dolende ziel stond geschreven. Maar ze ging, het dappere mens. En toen gebeurde er dit.
Onder een plataan op een zwoel dorpsplein in Sicilië schrijf ik de eerste zinnen van een briljant script. Naast mij hebben twee oude mannen een verhitte discussie. Aan de overkant hangt een vrouw uit het raam en gilt naar haar zoontje die met zijn step over de stoep slingert. De ober geeft me een ristretto en vraagt of ik vanavond bij zijn moeder kom eten. Ze maakt de beste caponata (stoofpot) van het hele eiland.
Hoe vaak ik dit wel niet gedroomd heb? In mijn eentje naar Sicilië afreizen, de hele dag naar mensen loeren en daar een script over schrijven.
‘Gewoon’ je koffer pakken en gaan’, zei iedereen. Maar ik durfde nooit. Bang om eenzaam te worden. Bang dat iedereen naar me zou kijken: weer zo’n ziel die op zoek is naar zichzelf.
Een slap laf excuus. En als ik ergens niet tegen kan is het lafheid. Dus. ‘Gewoon’ een ticket geboekt en voor een week een appartement gehuurd op het dorpsplein van Palazzo Adriano. Waar ooit een van mijn lievelingsfilms Cinema Paradiso is opgenomen.
Qua romantische setting zat ik gelijk goed. Dat terrasje waar mannen iedere dag discussies hebben was er natuurlijk. Het barstte er van de gillende vrouwen uit ramen. De ober glimlachte ook heel vriendelijk naar me. Maar die moeder die zo lekker caponata maakte was in geen velden of wegen te bekennen. De eerste avond at ik in mijn eentje dus toch met die sticker van ‘dolende ziel’ op mijn voorhoofd. Waar was ik aan begonnen.
Als een geslagen hond terugkeren naar huis was geen optie. Dit moest een succesverhaal worden. Niks geen gezeur. Investeren. ‘Gewoon’ iedere ochtend naar hetzelfde koffiebarretje en daar een praatje aan knopen.
Na drie dagen had ik alle figuranten ontmoet die hadden meegespeeld in Cinema Paradiso, gaf ik pubers een half uurtje Engelse les, kreeg ik tomaten van de boer met een tand, droeg de lookalike van Al Pacino (maar dan diens opa) een gedicht voor en vertelde de eigenaresse van de kapsalon haar hele levensverhaal.
Dat etiket kon van mijn voorhoofd af. Deze ziel had zichzelf ‘gewoon’ overwonnen. En weet je wat helemaal zo heerlijk is aan die Italianen? Zij weten hoe ze een vrouw moeten vleien: als je van de ene hoek van de straat naar de andere loopt voel je je tien jaar jonger.
Volgende keer ga ik twee weken.
LEES OOK O zo gelukkig in mijn X@#$%-tentje